Welkom op de Belize reispagina van Rob en Anita.
Bij de voorbereiding van onze reizen nemen wij vaak op het internet reisverslagen van anderen door en doen zo ook weer nieuwe ideeën op. Zo kan dit reisverslag misschien weer behulpzaam zijn bij jouw reis naar Belize. Wij kijken terug op een zonovergoten en uiterst relaxte reis naar een aantal highlights van het tropische Belize. Mocht je af willen reizen naar het land van de tropische stranden, Mayaruines en betoverende natuur dan kun je misschien hier nog wat ideeën opdoen.
Wij wensen je veel lees- en kijkplezier. Reageren op het verslag of voor het stellen van vragen kun je doen door via onze contactpagina een berichtje te sturen. Je kunt ook een reactie achterlaten in ons gastenboek, hetgeen wij bijzonder op prijs stellen. In dit verslag staan foto's bij het besproken onderwerp maar je kunt ook naar ons fotoalbum, de videofilmpjes, route en extra reisinformatie surfen. Wellicht wordt je door het lezen van dit reisverslag net zo enthousiast als wij nu zijn over Belize!
Dag 2. Aankomst in Belize en transfer naar Placencia.
De wekker maakt ons om 6 uur al weer wakker en we gaan naar buiten om te roken. Het dondert en het bliksemt er op los en de landende vliegtuigen komen spectaculair laag over het dak van het hotel, met een oorverdovend lawaai. Het ontbijt is vandaag stevig en ruimschoots op tijd rijden we om half 8 met de shuttle terug naar het vliegveld. Hier nemen we de metro weer naar de gate van waaraf we vertrekken maar niet voordat we onze net aangetrokken schone sokken weer hebben bevuild. Bah, weer die scan en de rest van het circus. Het zal menig reiziger doen denken aan het kopen van een camper…. Vooral die schoenen uitdoen blijft een smerig verhaal. Om half 10 stappen we in een MD-88 die maar half vol zit. De reis zal een kleine 3 uur duren en Rob is zichtbaar in zijn nopjes. Dit vliegtuig stond tot nu toe nog niet in zijn logboek wat hij al jaren bijhoudt.
Om 14:00 lokale tijd (het tijdverschil met Nederland is inmiddels opgelopen tot 7 uur vroeger) landen we dan toch eindelijk op Philip Goldson International Airport bij Belize City. Het was een mooie vlucht met mooie wolkenpartijen en uitzicht over de Golf van Mexico. Boven Jucatan was het helaas bewolkt. Maar, hier brandt de zon en gaat het er allemaal erg gemoedelijk aan toe. Het is maar een piepklein vliegveldje en we zien na een opvallend korte stop bij de immigratiedienst zowaar onze tas en koffer weer terug. Oef! Twee medewerkers van de plaatselijke reisagent (Darah Tours) staan ons al op te wachten en zorgen dat we meteen worden ingecheckt voor het lokale vluchtje naar Placencia, in het Zuiden van Belize. We krijgen even lekker de tijd om buiten het vliegveld een sigaretje te roken en we merken meteen dat het heet en vochtig maar ook heel relaxed is. Niet veel later lopen we naar een Cessna 208 Caravan van Tropic Air, een wat kleiner vliegtuig waar ongeveer 15 passagiers in kunnen. Het is meer een bus met vleugels, met gammele stoelen en een bankje achterin. Nog geen minuut later stijgen we al op en worden getrakteerd op een prachtig uitzicht over Belize City. We vliegen eerst 17 minuten langs de kust, maken ergens een tussenstop op een stuk asfalt dat meer weg heeft van een weg tussen de palmbomen en vliegen hierna nog 13 minuten door om te landen op het piepkleine vliegveldje van Placencia. We genieten kostelijk van het vluchtje, laag over het water met een prachtig uitzicht over de kust en het groene binnenland. De reis door Belize is gemoedelijk en in stijl begonnen.
Atlanta is zoals gezegd het drukste vliegveld ter wereld en dat merken we meteen als we richting de uitgang lopen. We moeten via een metro de luchthaven af zien te komen en het is een ritje van ruim 10 minuten. Natuurlijk moeten we dan nog wel even door het paranoïde ritueel van checken checken en checken, schoentjes en riem uitdoen, scannen en fouilleren en zo verder. Al die zweetvoeten! Eindelijk staan we dan toch buiten, in de miezerregen. Het shuttlebusje van Holiday Inn Express komt gelukkig snel om ons naar het hotel te brengen. Door de opwinding over het gemis van onze bagage en de lange weg naar de uitgang is de vermoeidheid toegeslagen.
We checken in en krijgen een tube tandpasta, ze zijn het hier wel gewend. Het is nog net geen middernacht als we kunnen gaan slapen. Het tijdverschil met Nederland bedraagt hier 6 uur en we zijn dus al ruim 18 uur onderweg. Morgenvroeg hebben we een aansluitende vlucht om 10:00 naar Belize. Hopelijk met onze bagage.
De laatste weken is het weer ons goed gezind in Nederland. Toch hebben we lang uitgekeken naar 10 januari. Vandaag begint immers ons avontuur naar de witte stranden en ongerepte jungle van Belize. Midden in de winter nog wel! Vorig jaar kwamen we pas eind september terug uit Canada en het vroege tijdstip in het nieuwe jaar maakt het vertrek een beetje onwerkelijk. Anders Reizen heeft de voorbereiding tot in de puntjes geregeld en het reisschema aangepast aan onze wensen. We willen voor de verandering eens wat luxere accommodaties en de jungle met zijn mysterieuze Mayaruines afwisselen met een aantal dagen strand zodat we ook wat duikjes kunnen maken. Eerder al, toen we door Mexico trokken, was The Blue Hole onbereikbaar. Deze keer zitten we op de eerste rij en gaan we er voor. De automatensets, shorty's en maskers zitten in ieder geval in de reistas. Met overgewicht zullen we dit hopelijk minder problemen hebben want we zitten mooi rond de 20 kg per koffer/tas.
Na het gebruikelijke ritueel van afscheid nemen (zo'n vertrekdag is altijd hectisch) rijden we om 11:45 het dorp uit om via Rotterdam en Den Haag naar Rijssenhout te rijden waar we de auto stallen bij Autohotel in Rijssenhout, volgens ons een prima en goedkoop adres waar we al jaren vaste klant zijn (100 euro voor 16 dagen).
Het is half januari en op Schiphol blijkt het ongekend rustig te zijn. Bij de incheckbalie van Delta Airlines lijken we zelfs de eersten te zijn. We maken ons (terecht blijkt achteraf) een beetje zorgen over het doorlabelen van de koffers naar Belize. Omdat we een tussenstop met overnachting moeten maken in Atlanta willen we daar graag onze koffers hebben om tussendoor wat op te frissen. Het grietje van KLM verzekert ons dat het geregeld is zodat we in Atlanta onze koffers van de band kunnen halen en mee kunnen nemen naar het hotel dat net buiten het vliegveld ligt.
Een chauffeur van Roberts Grove Resort is al aanwezig met een gekoeld busje en we rijden in een paar minuten tijd naar ons eerste resort waar we 3 dagen en -nachten zullen verblijven. Langs de weg zien we al wat jungle en bij aankomst op het resort weten we meteen dat het de komende dagen wel snor zit. Het is een mooi en ordelijk beachresort, direct aan zee met de bar en eetzaal aan het water. We krijgen een verkoelend welkomstdrankje aangeboden en worden naar onze kamer gebracht die ruim en luxe is met een heel groot bed. En hoera, we hebben een eigen terras met stoeltjes en een hangmat. We kijken wat rond op het resort, drinken een heerlijk pilsje aan de bar op de pier en wandelen naar de overkant van de weg waar het duikcentrum zit en waar een hele nieuwe haven is gemaakt om luxe Amerikaanse jachten te ontvangen. We informeren alvast maar bij het duikcentrum want het blauwe water heeft ons lekker gemaakt en in de duikmodus gebracht. De antwoorden van de jongen achter de balie zijn kort want het is allemaal heel simpel; je schrijft bij de receptie in voor een dagtocht met een ochtend- en een middagduik met de boot, ergens op een rif voor de kust. Het kost 135 dollar per persoon en het vertrek is om half 9 de volgende ochtend. That's it folks!
We genieten samen van onze eerste Belizaanse zonsondergang en sjokken terug naar onze kamer nadat we een Italiaanse kop koffie hebben gedronken bij het onlangs geopende Mexicaanse restaurant. De eerste (korte) dag Belize zit erop en laat zien dat het er tropisch rustig aan toegaat.
Dag 3. Cockscomb Basin Wild Sanctuary, de eerste kennismaking met de jungle.
Ruim voordat de zon zich laat zien worden we wakker en slenteren wat langs het water. Anita is druk in de weer met haar nieuwe camera want ze wil een mooie zonsopkomst vastleggen. We hopen ondertussen dat de excursie naar de jungle vandaag door zal gaan maar horen niet veel later dat er te weinig gegadigden zijn. Het is nou niet bepaald hoogseizoen en dan kun je dit dus verwachten. Bij het ontbijt is het een drukte van jewelste. Er landt een bootje en er staat een boel filmapparatuur. Een jonge griet loopt verveeld rond, aanzienlijk te dik opgemaakt en zwaar in de krulspelden. Het blijkt dat de ploeg naar een eilandje vaart voor opnames voor de Beach Bunny 2012 swimware reclame.
Net als we besluiten om rustig een boekje te lezen gaat de telefoon en krijgen we door dat we toch op excursie naar de jungle kunnen, met zijn tweeën nog wel met privéchauffeur. Snel kleden we om en pakken onze poncho's en camera's. Chauffeur Juan is tevens de gids voor vandaag en we rijden in een uur naar Cockscomb Basin Wildlife Sanctuary, onder de Maya Mountains. Over het schiereiland loopt maar 1 weg die pas 2 jaar eerder is aangelegd. Als we ons melden bij de ingang naar het park schrikt het Mayavrouwtje wakker achter de balie. Ze is zo klein dat ze ons nog niet was opgevallen en het is meteen ons eerste hilarische moment van de reis.
Net als we besluiten om rustig een boekje te lezen gaat de telefoon en krijgen we door dat we toch op excursie naar de jungle kunnen, met zijn tweeën nog wel met privéchauffeur. Snel kleden we om en pakken onze poncho's en camera's. Chauffeur Juan is tevens de gids voor vandaag en we rijden in een uur naar Cockscomb Basin Wildlife Sanctuary, onder de Maya Mountains. Over het schiereiland loopt maar 1 weg die pas 2 jaar eerder is aangelegd. Als we ons melden bij de ingang naar het park schrikt het Mayavrouwtje wakker achter de balie. Ze is zo klein dat ze ons nog niet was opgevallen en het is meteen ons eerste hilarische moment van de reis.
In het beschermd gebied komen gelukkig weer veel Jaguars voor en Juan vertelt dat er eerder mahoniehout werd gekapt, dat de Maya's die er woonden zijn gedeporteerd naar een nieuwe plek bij de weg en dat er nu alleen nog maar wild leeft in deze dichte jungle (Jaguars, Tapirs, herten, vossen etc.) De Jaguar jaagt vooral s'nachts en dus gaan we die echt niet zien. We lopen over een donkere trail richting de rivier terwijl Juan doorratelt over de Maya's en het gebruik van de planten voor medicinale doeleinden.
Helaas zien we geen Jaguar maar gelukkig wel veel sporen, ook van Tapirs en ander wild. Er moeten nu zo'n 60 Jaguars leven in dit gebied. Juan stampt op een mierenhoop en er komt een joekel van een mier uit een gaatje gekropen. Hij pakt hem vast en laat hem in zijn shirt bijten. De grote kaken sluiten zich snel en als hij even later het achterlijf van de mier trekt blijven de kaken als krammetjes dichtzitten. Zo hechtte de Maya's vroeger hun wonden, net als in de film van Mel Gibson die volgens Juan voor een groot deel op waarheid berust maar waar ook rituelen van de Azteken in verwerkt zijn.
Het lopen is leuk maar erg zwaar door de hoge luchtvochtigheid, de zon die tussen de bomen doorprikt en ons gebrek aan training. Het regenwoud lijkt een beetje op Burgers Bush door de vele herkenbare planten die we kennen uit onze Nederlandse huiskamers. Deze trip is slechts een voorproefje voor de natuur die we straks dieper in het binnenland gaan zien maar we raken nu al aardig onder de indruk van de ruwheid en schoonheid van de planten. We krijgen veel informatie over de dieren, het gebied en de planten en als we rond 12 uur terug zijn bij het Visitor Center zijn we al aardig doorweekt. Juan heeft een lekkere lunch meegenomen van rijst met bonen, kip, salade, sterappels en watermeloen als toetje. Ondertussen vertelt hij ook hoe de Maya's door de regering als 2e rangs burgers worden behandeld en nergens voet aan de grond krijgen. Het is altijd hetzelfde liedje.
Na een klein uurtje lopen we weer een steil pad naar de Tiger Fern watervallen en kunnen we even lekker genieten van het koele water. Het is een stevige klim maar na 3 kilometer komen we bij de mooie waterval, compleet met eigen zwembad. Rob duikt het water in, Juan doet een dutje en Anita maakt wat foto's. Het is een zalig verkoelende stop en na een uurtje lopen we terug naar het busje. We maken nog snel een korte stop bij een gecrashed vliegtuigje en zien nog een Laughin Hawk, een middelgrote roofvogel. Op de terugweg naar Robert's Grove zien we kasten van huizen die deel uitmaken van een bouwproject voor rijke Amerikanen. Wat moet Juan hier wel niet van denken die net genoeg geld heeft om zijn kinderen naar school te kunnen sturen. Ook voor Westerse begrippen ogen de huizen decadent en veeeel te groot.
Om 3 uur zijn we weer terug op het resort waar de kolibries tussen de bloemen van de planten doorzoemen. Anita besluit nog een duikje in het zwembad te nemen en Rob schrijft de gebeurtenissen van vandaag op voor het reisverslag, liggend in de hangmat en voorzien van een Nederlands bakje koffie. Morgen gaan we fijn de zee op voor 2 duikjes en een lunch op een eilandje. We zijn benieuwd en hebben er veel zin in!
Dag 4. De kennismaking met het rijke onderwaterleven van Belize.
We hebben vannacht bijna aan één stuk geslapen. Rob is alleen even wakker geweest omdat het zo hard regende. Tja, dat hoort erbij hier in de tropen. We zijn alweer om 6 uur op en genieten van het terras en de warmte. Miss Beach Bunny en haar crew zit alweer met sterallures aan het ontbijt. Na een stevige hap met vers fruit lopen we naar het duikcentrum aan de overkant. We hoeven nauwelijks iets in te vullen, de divemaster vraagt enkel hoeveel duiken we hebben. Wij zijn de enige duikers vandaag aan boord, voor de rest is de boot gevuld met snorkelaars. De boot vaart de nieuw aangelegde haven uit om in 45 minuten naar een eiland te varen. De boot klapt flink over het water en voorin is het dan ook geen pretje. We stoppen even omdat kapitein Randy een telefoontje krijgt. Er is vanmiddag zwaar weer op komst en dus blijven we maar beter wat dichter bij huis. Het maakt ongetwijfeld allemaal deel uit van het plan om zo min mogelijk te varen want we stoppen bij Laughin Bird Caye, een idyllisch eilandje met palmen, witte strandjes en een eenzame ranger die op het eiland woont. De zon bakt aan de hemel en op het strand staat een bord dat we de haaien niet mogen voeren. De Sea Ranger vertelt ons in een brabbeltaaltje do's en don'ts op en rond het eiland. Ze praten hier Creools, een heel grappig taaltje dat klinkt als een soort Engels met een Jamaicaans tintje. Je hoort dan ook constant Jeh man en right man, erg grappig en gemoedelijk.
De snorkelaars gaan vanaf het strand zwemmen en wij gaan met de boot de zee op naar de achterkant van het eiland. We worden gedropt op een ondiep stuk om te wennen aan de omgeving. Het water is warm (29 graden) en Anita komt voor de verandering eens meteen goed onder. We zien het koraal dat een beetje lijkt op dat van Bonaire maar dan toch weer net even iets anders. Onder ons schiet een hele grote grijze rog door en de duikgids wijst ons de ene na de andere grote Langoeste. De lionfishplaag waar we over gelezen hebben is ook tot hier doorgedrongen want we zien er toch al gauw een stuk of 5 op een korte tijd. Het zicht is redelijk OK maar kan nog niet tippen aan de Rode Zee.
Na 50 minuten onbezorgd duiken pikt de boot ons op en brengt ons naar het eiland waar een lunch klaarstaat van rijst, bonen, kip en watermeloen. Dit menu lijkt zo'n beetje de standaard te zijn voor een daguitje. We slenteren wat rond de grote schelpen en we zonnen een beetje onder de palmen. Het is ondertussen ruim over de 30 graden en het telefoontje zal dus wel een smoesje zijn geweest om lekker dicht bij huis te blijven. Duikgidsen zijn meesters in het verzinnen van verhaaltjes om maar zo vroeg mogelijk klaar te zijn. Ook de 2e duik verloopt prima. We gaan nu wat dieper naar 25 meter en concluderen maar weer eens dat het tot 10 meter gewoon altijd het mooist is. Op de weg terug naar boven komen we een grote kwal tegen die zich laat aaien aan de bovenkant.
Eenmaal boven zijn we voldaan. Het waren 2 leuke duiken met veel te zien aan vissen en klein spul. Ondanks het bord zagen we helaas geen haaien maar ze zitten er kennelijk genoeg, ook Bullsharks en Tigers. Volgens de duikgids moet je alleen geluk hebben of naar de Blue Hole varen om redelijk zeker te zijn van haaien. Dat gaan we nog doen en dus blijven we de hoop niet opgeven.
Als we na een ruige boottocht terug komen in de haven is de temperatuur gestegen naar 35 graden. We zien een paar leguanen bakken in de zon, sjokken terug naar de kamer, maken de spullen schoon en luieren wat op het strand. Om 6 uur gaan we naar de overkant om het Mexicaanse restaurant uit te proberen. We krijgen er geen spijt van want het smaakt er fantastisch. We hebben een tafeltje op de pier bij de haven, met een licht briesje en een mooie zonsondergang. Wat wil je nog meer. Wat later lopen we met dikke Mexicaanse buiken terug naar de kamer waar het gebruikelijke ritueel van koffie zetten, wat lezen en reisverslag maken de dag tot een einde brengt. Het is dan alweer 20:00 uur en de slaap dringt zich aan. Morgenvroeg om 10 uur komt er een einde aan ons verblijf in Placencia en worden we opgehaald voor een 4 uur lange rit naar onze volgende bestemming, een natuurlodge diep in de jungle. Tot op heden zijn de weergoden ons bijzonder gunstig gestemd en we hebben goede hoop voor de komende dagen. Het programma zit tjokvol dus we willen de regen liever bewaren voor Nederland.
Dag 6. Door het Mountain Pine Ridge National Forest naar Caracol.
Met bakken is de regen vannacht uit de hemel gekomen. Als we iets voor 7 uur naar het restaurant lopen hebben we paraplu's nodig en de lucht zit helemaal dicht met grijze grauwe wolken. Om half 8 moeten we klaar staan om naar de Mayaruines van Caracol te rijden. Dit is het grootste ruïnecomplex van Belize waarvan slechts nog maar een klein deel is opgegraven. We zullen ruim 3 uur moeten rijden over onverharde wegen door de jungle. Loyd, onze gids, wenkt ons naar een 4-wheel drive. Omdat het zo geregend heeft is het busje geen optie. Er moeten ook nog 2 Amerikanen mee zodat het persen is in de jeep. We rijden via het dorpje Sint Antonius richting het Mountain Pine Ridge National Forest. De omgeving is prachtig maar de weg erg slecht waardoor we flink door elkaar worden geschud. De jungle heeft nu plaatsgemaakt voor dennenbomen omdat we over bergen rijden die dik 2000 meter hoog zijn. Het prachtige Mountain Pine ridge heeft afgelopen jaren grote tegenslagen gehad door bosbranden en een boomverslindende keverplaag. Hele stukken bos zijn verdwenen. Na 2 uur schudden komen we aan bij een krakkemikkig huisje (het blijkt een Politie- annex militaire post te zijn) waar we een stop maken om in te tekenen en aan te sluiten bij het militaire konvooi. Dit heeft alles te maken met bandidoos die vanuit Guatemala proberen om toeristen te overvallen. De laatste keer gebeurde dat in 2005 maar ze nemen geen risico's. Het toilet in de politiepost is van 100 jaar geleden en een armoedig zooitje militairen en politieagenten hangt lui over de reling. Ze zijn wel erg vriendelijk maar kunnen stuk voor stuk zo in een slechte B-film gaan spelen, inclusief het decor.
Ineens rijden we weg, zonder de militaire truck die kennelijk zal volgen. Het is nog dik een uur rijden en slechts het allerlaatste deel van de route is verharde weg. Dit komt omdat buitenlandse schenkers ooit geld gaven voor de aanleg van een verharde weg naar Caracol maar de verantwoordelijke minister een groot deel daarvan in eigen zak liet verdwijnen. Hij beperkte het asfalt daarom maar tot het laatste stukje voor Caracol en een stukje bij Sint Antonius. Je ziet het in Belize!
Met een dikke jeep rijden we naar onze volgende bestemming; het Mistyc River Resort aan de Macal rivier, net iets voorbij de hoofdstad Bemopal. De chauffeur heeft een koelbox bij met drankjes en snacks en we rijden in stijl door het groene landschap dat al snel verandert. Rond het middaguur komen we aan in Bemopal waar we kunnen lunchen maar we rijden meteen door omdat het nog anderhalf uur rijden is naar de lodge.
Onderweg passeren we sinaasappel- en grapefruitplantages en zien we de fabrieken waar ze er jus van maken. Langs de weg staan povere huisjes van planken met ertussen veel autowrakken die in Belize kennelijk nooit worden opgeruimd. De weg is rustig, maar weinig mensen hebben een auto en het verkeer bestaat dan ook voornamelijk uit grote Amerikaanse trucks met benzine of sinaasappels. Belmopan is eigenlijk de nieuwe hoofdstad van Belize. Alle ambassades en belangrijke regeringsgebouwen zijn er gelegen. Toch heeft het meer de uitstraling van een groot dorp.
Als we van de weg afdraaien klimmen we een zandpad op. We hebben dan ruim 4 uur gereden. De chauffeur moet even zoeken maar eindelijk zien we dan een bord van het Mystic River Resort. Een vriendelijke dame komt ons al tegemoet en brengt ons naar ons huisje voor de aankomende 3 nachten. Het lijkt gloednieuw, heeft een open haard en een terras met uitzicht op de jungle en de Macal rivier onder ons. Het enige geluid dat we horen is van de vele soorten vogels en het wassende water van de rivier. Nadat we de spullen op de kamer hebben gezet lopen we naar het restaurant. Een te vriendelijke ober staat ons overdadig te woord en wijst ons op de voederplekken voor de vogels, precies voor ons tafeltjes. Morgenvroeg barst het hier van de vogels, leguanen en wellicht nog ander oerwoudspul. Na een niet te drinken kop oude koffie verkennen we het perceel van de lodge en de paden bij de rivier. Het is hier echt regenwoud met mooie huisjes en prachtige planten. De kolibrietjes zoemen om ons hoofd. In het kantoortje zit een tamme papagaai die meteen bij Rob op zijn schouder klimt. Het is een erg grappig beest. Anita vraagt de eigenaresse de oren van het hoofd over wat hier allemaal te doen is. We besluiten dan maar om niet naar Guatemala te gaan voor de ruines van Tikal maar te kiezen voor een dag naar de niet minder bekende Mayaruines van Caracol. De dag daarna zien we wel wat de dag ons brengt. Het moet hier letterlijk barsten van de vogels, waaronder veel Toekans.
Als het donker wordt lopen we over het grintpad naar het restaurant want we hebben ondertussen honger gekregen. Op en langs het pad lichten de vuurvliegjes met honderden tegelijk op. Wat is het hier lekker rustig, mede ook door slechts een paar gasten. De ober vertelt ons dat er net voor het schemer 6 grote Toekans in een boom voor het restaurant zaten. Hij had ons nog gezocht maar wij waren te druk met het fotograferen van een Possum die in een boom voor ons huisje zat. Anita eet de lekkerste biefstuk in tijden en Rob gaat aan een luxe hamburger. Het smaakt prima maar het tempo ligt net als in Placencia erg hoog want nog geen 10 seconde na het hoofdmenu krijgen we ook koffie en komt het dessert; bananen met vanille-ijs. Het eten smaakt in ieder geval boven verwachting. We zitten in deze lodge weer op chique met een prachtig huisje en lekker eten. Een beetje decadent voelen we ons wel maar het had een reden om zo eens vakantie te vieren (25-jaar getrouwd). Om 20:00 al lopen we in het donker terug naar de kamer. Voor een zaklamp is gezorgd. Het aansteken van de open haard bewaren we maar voor iemand anders; het is binnen warm genoeg hoewel het door de bergen toch een stukje koeler is als aan de kust. Vanmiddag hadden we heel even een buitje maar nu komt het er wel heel hard uitgevallen. Morgen is het hopelijk droog als we om 06:00 al op pad gaan naar de ruines. En met wat mazzel zien we dan bij het ontbijt nog wat vogels.
Dag 5. Op weg naar het Mystic River Resort in Cayo.
Vandaag gaan we de strandsfeer inruilen voor dichte jungle en hopelijk veel beestjes. Hiervoor moeten we de kuststreek verlaten en door het binnenland richting de grens met Guatemala rijden. Om stipt 10 uur haalt de chauffeur ons op. Op het strand is een crew nog steeds druk in de weer met het fotograferen van een slanke jongedame en we kijken vanuit een luie strandstoel toe op de verrichtingen van het team......Het meisje poseert voor een bikinimerk en lijkt slechts voor de pose te willen lachen want zodra de camera's weg zijn is het uit met de pret.
Het gebied waar we nu rijden werd vroeger gebruikt voor de jungletraining van Britse militairen. Ze bouwden er zelfs een compleet Vietnamdorp na en lieten honderden omwonenden meespelen in de oefening. Nu komen er nog sporadisch commando's en wordt het dorp bewoond door slangen en apen. We moeten er niet aan denken om hier te moeten survivallen. Volgens Loyd zijn daarom alle stukjes op National Geographic over overleven in de jungle grote onzin. Zelfs lokale bewoners gaan s'-nachts niet alleen de jungle in. Veel te veel slangen, waaronder de beruchte maar vooral zeer giftige Fer du Lance, Coral Snake en Vipers.
Na een uurtje rijden in een rustig tempo arriveren we bij de ingang van Caracol. De rit was zeker de moeite waard, ondanks de slechte weg. Loyd leidt ons welbespraakt rond over het indrukwekkende complex met deels uitgegraven ruines. De grootste tempel is nogal hoog en als we na veel zweten en zwoegen bovenop staan zien we Guatemala vlakbij liggen. Veel van de inscripties zijn overtrokken met fiberglass om zo de originelen te beschermen. Toch blijft het een indrukwekkend complex, zo diep in de onbewoonde jungle. Er moeten nog duizenden van dit soort complexen te vinden zijn. Loyd toont ons een heuvel in de verte waar vermoedelijk een grote tempel onder ligt. Volgende maand gaat hij met een groep archeologen op expeditie naar dit gebied. Van regen hebben we geen last, de zon schijnt en het is bloedheet. Gelukkig heeft Loyd voldoende water meegenomen. Ondertussen vertelt deze professionele gids interessante details over de bomen en planten op het complex. Hij was ooit voorbestemd om medicijnman te worden maar zag toch liever een andere toekomst voor zich. Caracol ligt zo ver weg van de bewoonde wereld dat er slechts een handjevol bezoekers rondlopen. Rond half 2 hebben we de belangrijkste tempels en ruines gezien en krijgen we een lunch aangeboden die is meegebracht vanaf de lodge.
Het is dan alweer 2 uur als we wegrijden bij Caracol, over dezelfde slechte weg. Er wacht ons nog een bezoek aan de Rio Frio Cave en een duik in een waterval. Bij de militaire post ligt een spookdorpje dat er vervallen en verlaten bijligt, inclusief schooltje en dokterspost. Een glibberig pad brengt ons naar de vlakbij gelegen Rio Frio Cave, een grote grot met 2 openingen waar doorheen een riviertje loopt. De Maya's begroeven hier hun doden en de scherven van potten wijzen erop dat ze hier ook woonden. We blijven een klein half uurtje in de grot en proberen in het donker wat plaatjes te schieten. Het plafond en de rand van de grot zijn bezaaid met stalactieten en stalagmieten. We rijden door naar een waterval met kristalheldere water maar genieten van de omgeving in plaats van te gaan zwemmen.
Het is al ruim over 6-en geweest als we aankomen bij de lodge. Na wat drankjes en een gesprek met het eigenaarskoppel eten we weer een goede maaltijd en lopen terug naar de kamer. Voordat we gaan slapen heeft Rob het reisverslag bijgewerkt en is het zowaar al 22:00 geweest! De hoogste tijd om te gaan slapen want dat zijn we niet meer gewend.
Dag 7. Een dagje Mystic River Lodge.
Het is alweer de 2e dag op de Mystic River Lodge en ook vannacht heeft het weer flink geregend. Om 7:15 staat er een mandje met een kan koffie voor de deur. De koffie is niet erg smaakvol maar het idee erachter is goed. We kleden ons aan en nemen de camera's mee naar het restaurant. Vandaag laten de Toekans zich zien, tezamen met nog een paar andere fel gekleurde vogels. De kolibries zoemen weer in het rond maar ze zijn zo snel dat fotograferen haast ondoenlijk is. Na het ontbijt hangen we nog wat rond bij het restaurant, lopen nog eens naar het zwembad waarna we naar de receptie gaan om een kanotochtje te regelen. Om 12 uur vertrekken we vanaf de lodge voor een tochtje van 2 1/2 tot 3 uur. De receptioniste vertelt ons over de route en wat wel en niet te doen. We gaan een paar kleine stroomversnellinkjes tegenkomen maar behalve die ene met een eilandje stelt het volgens haar niet veel voor. Juist als we naar de kano willen gaan begint het te plenzen en we staan op het punt om niet te gaan. Maar, we zijn niet voor één gat te vangen en trekken gewoon onze poncho's aan. Een jongen van de lodge helpt ons in de kano en wenst ons veel succes. Juist als we aan het varen zijn breekt de zon door en kunnen de poncho's uit. Het einddoel van de tocht is een dorp waar iemand van de lodge ons op zal halen.De tocht gaat midden door de jungle over de Macal River en zo af en toe hebben we een stroomversnellinkje. Verder kabbelt het water rustig en genieten we van de jungle aan beide kanten van het water. De stroomversnelling met het eilandje nemen we zonder problemen en na een stukje zonder stroming zien we rond half 3 de brug van het dorp aan de horizon verschijnen. We hebben 7 mijl (ongeveer 12,5 km) gevaren.
Bij terugkomst schijnt de zon nog steeds en we lopen naar het zwembad om wat te lezen en te chillen. Net als we gesetteld zijn begint het echter te regenen. Achter ons in een boom strijken luid krijsende parkieten neer. Het is net een café daar in die boom. Tijdens het diner vraagt Tom, de eigenaar, of we morgenvroeg met een gids vogels willen spotten. We vinden het een prima idee en maken voor het slapen de open haard nog lekker aan.
Ondertussen zijn we voor de zoveelste keer doorweekt van het zweet en kunnen we opnieuw onder de douche. De chauffeur komt ons pas om 13:30 ophalen voor de tocht naar het Noorden en dus hebben we tijd over. We praten wat met eigenaar Tom die vertelt dat hij een groot stuk oerwoud aan de overkant van de weg heeft gekocht om zo te zorgen dat het ook echt oerwoud blijft. Soms jagen de dorpelingen stiekem op zijn herten en moet Tom er even met zijn geweer op af. Al met al hebben Tom en zijn partner het dik voor elkaar. De kleinschaligheid, vriendelijkheid en uitstekende lokatie maken de Mystic River Lodge tot een droomplek voor toeristen.
Dag 8. Van het Cayo-district naar Orange Walk in het Noorden.
We zijn natuurlijk al wakker als de koffie en thee weer voor de deur staan. Het heeft vannacht toch weer flink geplensd. Maar, zoals voorspeld en gehoopt schijnt nu de zon weer en wordt het lekker warm. Op de kamer en in onze tassen begint alles wel wat klammig te worden, de lucht is hier ook zo vochtig. Tijdens het ontbijt horen we dat Loyd vanochtend onze gids zal zijn bij het vogelspotten. Hij neemt ons mee over- en buiten het complex en toont ons tientallen gekleurde soorten vogels. Rob vraagt of er vogelspinnen zitten en Loyd zegt vooral te letten op gaatjes in de grond.Het eerste gat blijkt leeg te zijn maar bij het zwembad hebben we meer geluk. Rob prikt met een dun takje in een rond gaatje op het gras. Iets trekt aan het takje en even later zien we onze eerste grote harige vogelspin tevoorschijn komen. We mogen verder niet bewegen want de spin heeft 8 ogen waarmee hij goed kan zien. Hij komt normaal gesproken alleen in het donker naar buiten. Het is een joekel van wel een hand groot en erg mooi getekend. De rij ogen is goed te zien en we hebben helemaal geen afkeer van de spin. Het is juist een gaaf beest met een fraaie tekening in rode en grijze kleuren. Het lukt ons nog een paar keer om de spin naar buiten te lokken maar dan heeft hij geen zin meer. Buiten het complex zien we nog vlinders en vogels en stipt om 11 uur zijn we weer terug.
Stipt om 13:15 staat onze chauffeur met een jeep voor de receptie. We nemen afscheid van Tom en de lodge waar we het prima naar ons zin hebben gehad. Tja, het was er wel een beetje luxe en dat merken we dan ook als we de excursies en drankjes afrekenen.
In 2 uur tijd rijden we naar Belize Airport waar we overstappen in een andere auto. Het weer is prima met soms een paar minuutjes regen.
Om half 5 komen we aan (na 3 kwartier rijden) bij een haventje waar we de boot zullen nemen naar de Lamanai Outdoor Post, een lodge ver weg van de bewoonde wereld. De boot is er nog niet en komt uiteindelijk ook veel te laat aan. Tot onze spijt wordt het al donker en als meteen de motorkap van de buitenboordmotor wordt gehaald weten we genoeg. Als we dan eindelijk varen valt de motor weer uit. We balen als een stekker want de boottocht naar de lodge moet prachtig zijn. Nu liggen we stil en is het al donker. Een geluk is dat de zon mooi ondergaat op het water. Vanuit de haven komt er snel een grotere boot die ons overneemt en naar de lodge brengt. Achter het stuur staat een rastaman met een grote muts op die de boot met een ongelofelijke snelheid over het water jaagt. Het is er een labyrint van bomen en riviertjes maar hij weet feilloos de weg. De boot vaat zeker 60 km/u en neemt haakse bochten. Vogels vliegen op en het is een wilde rit door een ogenschijnlijk prachtige omgeving. Even stoppen we als we over een Manaty (zeekoe) heen varen. We hebben hem gelukkig niet geraakt maar Bob Marley voelde hem onder de boot. Het water is trouwens inktzwart en er leven naast zeekoeien ook veel krokodillen in dit gebied.
We begrijpen niet hoe de reggeaman de weg weet in het donker en we bidden dat we niet uit de bocht zullen vliegen. Na drie kwartier, het is ondertussen pikdonker, zien we wat lichtjes aan de horizon verschijnen. Dat moet de lodge zijn. Als we éénmaal hebben aangelegd worden we overdonderd want nog geen 10 seconden later zijn onze koffers uit de boot, 20 seconden laten zijn we in ons huisje en 30 seconden later zitten we aan tafel in het restaurant. Kennelijk houden ze hier van snelheid! Bij de laatste haastige hap van het voorgerecht staat het hoofdmenu al op tafel en weer een kleine minuut later zitten we aan de bananencake. De ober is een beetje zenuwachtig en opdringerig type en weet de boel in zijn domein goed op te jagen. 10 minuten later is alles achter de rug en kunnen we naar de kamer. Maar niet nadat we onze eerste goeie bak (Colombiaanse) koffie hebben gedronken.
De komende dagen kunnen we uit maximaal 6 (reeds betaalde) activiteiten kiezen. Morgenvroeg gaan we om 9 uur naar de ruines van Lamanai die hier slechts een paar honderd meter vandaan liggen. We gaan er extra vroeg naartoe omdat men busladingen toeristen verwacht die van de cruiseschepen afkomen en met de bus en boot hier naar toe worden gebracht. Vervolgens is er een rustpauze en maken we een nachtwandeling met een gids door de jungle.
Dag 9. Lamanai.
Normaal gesproken slapen we gewoon lekker de nacht door maar wat er vannacht om 3 uur gebeurde kan zelfs een luiaard niet zijn ontgaan. Het leek wel alsof de hel was losgebarsten rondom onze cabana. Een oorverdovend gehuil en gegrom joeg door onze slaapkamer en werd van veraf beantwoord. Het blijken een stelletje howler monkey geweest te zijn met een jong. Als het licht wordt zien we de boosdoeners in een boom voor onze cabana zitten en we hopen maar dat ze vannacht op vakantie gaan naar een ander bos.
Om half negen vertrekken we met een boot, samen met een koppel 80-jarige Amerikanen naar de beroemde ruines van Lamanai. Gids Nathan is een freelancer en weet veel te vertellen. We starten in het museum waar hij uitleg geeft over de vondsten en langzaam lopen we hierna naar de ruines terwijl hij ondertussen uitgebreid vertelt over de planten en de vogels. Op het pad ligt een dode Fer du Lance die door de werkers op het terrein meteen is onthoofd. Het is een indrukwekkende gifslang die terecht angst inboezemt. Rob beklimt de hoogste tempel die iets te stijl is voor Anita. Ondertussen komen rijke lui met een helikopter vanaf de eilanden naar de ruines gevlogen. Moet kunnen!
Juist als de eerste "cruiseshippers" arriveren varen we terug naar de lodge voor de lunch. En, omdat er vanmiddag toch niks op het programma staat boeken we een extra toertje met een propellorboot. We vertrekken pas om 16:00 uur en tot het vertrek kunnen we lekker luieren en genieten van de situatie waarin we verkeren; rust, natuur en warmte. Lamanai is duidelijk drukker bezocht als Caracol maar zeker niet minder mooi. Omdat de lodge zo dichtbij ligt ben je voor de drukke stroom toeristen mooi op tijd klaar met de rondwandeling.
Om kwart voor 4 vertrekken we met de propellorboot naar de overkant van de rivier. Het is erg vet om te doen, de boot raast over het water van slechts een paar centimeter diep. We zien veel vogels in de wetlands. De gids stopt de boot, bouwt een tafeltje op en dekt het met een tafelkleedje. We krijgen tortillas met saus, bier en rum en genieten zo van de zonsondergang die helaas door de bewolking niet heel bijzonder is. Om 6 uur zijn we weer terug en eten een goed diner in het restaurant. We hebben nu maar heel even rust want om half 7 gaan we voor de night walk weer met gids Nathan en de 2 Amerikanen op pad. Beide zijn nog goed ter been maar lopen met een stok. De oude man wil toch wel graag laten weten wat hij allemaal weet en waar hij is geweest en stelt telkens vragen waar hij dan zelf het antwoord op geeft. Och, we laten de oudjes in hun waarde.
We zien ondertussen wel boomkikkers, spinnen, motten, leaf cutting ants en padden en we lopen vervolgens richting de ruines, in het pikkedonker en met slecht een hoofdlampje. Om half 9 komen we zijn we weer voldaan terug en kunnen we weer gaan douchen, doordat we weer doorweekt zijn van het vocht, net als de rest van al onze kleding die we bij hebben. Morgen gaan we om 6 uur al op pad voor de Jungle Dawn walk. In de namiddag doen we dan nog de Sunset cocktail Cruise en in de avond de Spotlight Safari. Enfin, het wordt weer een lange mooie dag met hopelijk, net als vandaag, geen spatje regen.
Dag 10. De natuur rondom Lamanai.
In totaal zijn er 6 activiteiten bij het arrangement van de lodge. We beginnen de dag met de Jungle Dawn, een wandeltocht naar de ruines, de oude Spaanse kerk en de oude suikerrietmolen uit 1860. We zien weer verschillende vogels en maken mooie foto's bij de vervallen resten van de suikerrietmolen. Boven in de bomen zitten de grote Toekans die we maar net op de foto kunnen krijgen helaas. Vanaf de hoofdingang van Lamanai varen we terug naar de lodge, we hebben dan een kleine 2 uur gelopen en eindelijk de grote Toekan gezien.
Na het ontbijt wandelen we wat rond de lodge op zoek naar vogels. We zien een mooie specht met een felrode kop en wat parkieten in een boom op het terrein van de lodge. Hierna chillen we wat op de steiger. Als we de beentjes in het water steken pikken kleine visjes onze huid schoon. Om 16:00 stappen we samen met een paar Amerikanen op een platbodem om de Sunset Cruise te gaan doen. We zien helaas weinig vogels maar we krijgen Pina Coladas en bier met tortillas. De zonsondergang is deze keer wel mooi. Om half 6 zijn we terug waarna we snel moeten eten want om 18:30 vertrekken we weer voor een avondtocht met de boot. Deze boot blijkt ineens vol te zitten met vogelaars die slapen in het dorp. We zien allerlei vogels en vleermuizen maar ook 3 krokodillen die onderduiken als we er licht op schijnen. Rond half 9 zijn we terug en willen we gaan proberen om de prachtige sterrenhemel te fotograferen. Anita zegt nog dat ze de verkeerde schoenen aanheeft (teenslippers) en net voor het haventje gilt ze ineens dat ze ergens door is gebeten. Haar kleine teen bloedt flink en ze denkt aan een spin.... maar het kon ook goed een slang zijn. We haasten ons naar het restaurant waar een gids meteen redelijk snel begint te lopen. Het blijkt vermoedelijk om een soldaat van de leafcutterants (parasolmieren) te gaan. Die zijn groot en bijten flink. Ontsmetten is godzijdank alles wat nodig is. Terug op weg naar onze cabana zien we dat het op het pad krioelt van de grote dikke mieren en een heel spoor parasolmieren. Met de schrik vrij gaan we, veel later als normaal, uitgeput van de actie naar bed. Het was een goede les voor ons allebei!
Hier staat de taxibus alweer te wachten en als we om iets voor 3-en aankomen bij het vliegveld checken we binnen een minuut in. Zo gaat dat in Belize. Ondertussen hoost het buiten even en zijn we weer precies op tijd binnen. De vlucht met de Cessna 208 van Tropic Air brengt ons in slechts 17 minuten naar een compleet andere wereld. Het uitzicht op de smaragdblauwe Caribische zee en de eilandjes is adembenemend. Bij aankomst in San Pedro rijden we een paar honderd meter in een taxi en staan we bij de pier waarna Mo, de kapitein van het bootje van Portofino, ons in 20 minuten naar het resort brengt. We scheren met de boot langs de stranden en dure ressorts en komen iets voor 4 uur aan. Het kleine resort ziet er goed uit, we hebben een mooi strandhuisje met deze keer niet alleen bloemen op bed maar ook in de wc..... We luieren lekker wat in de hangmat en gaan om 6 uur aan het diner dat bestaat uit een malse biefstuk met garnalen en rijst. De kok moet een meesterchef zijn!
Hierna is het weer eens tijd voor een bak Nederlandse koffie want da's te lang geleden. De komende dagen staan in het teken van genieten van de zon , duiken en snorkelen. Hoeveel duiken we gaan maken is nog maar de vraag want het is echt peperduur. De tocht naar de Blue Hole kost bij navraag aan de balie 335 dollar per persoon. Om kwart over 5 vertrek je dan om 3 duiken te maken waarna je pas om 5 uur weer terug bent. Het is lang varen naar Lighthouse Reef. We weten nu nog niet of we dat wel gaan doen.
Dag 11. Van de jungle naar de kust.
Na 3 dagen wetlands wordt het de hoogste tijd voor onze laatste bestemming van de reis, Portofino Beach Resort op Ambergris Cay. Maar niet nadat we vanochtend de Medicine and Village tour nog hebben gedaan. Gids Ray neemt ons om 09:00 mee door de tuin van de lodge waar 10-tallen medicinale planten staan voor verschillende kwaaltjes. Ook staan er planten die voor koken worden gebruikt, al sinds de tijd van de Maya's. Anita heeft gelukkig niks overgehouden aan de beet van gisterenavond en dus stappen we vrolijk mee. Na een ruim uur komen we aan in het dorp achter de lodge. Ray neemt ons mee naar een restaurant waar we onder begeleiding van de eigenaresse maïs fijnmalen en zelf tortillas bakken. Het is wel grappig maar we kunnen niet uitgebreid blijven eten omdat we om 13:00 vertrekken naar het vliegveld. We lunchen nog voor de laatste maal bij de zenuwachtige ober en stappen op de boot die ons in een uur naar het opstappunt terug zal brengen.
Het is helemaal niet verkeerd om zo de dag te beginnen.... om naar een opkomend zonnetje over de zee te kijken vanuit je bed. Tja, met zo'n uitzicht is het thuis toch maar tobben. Rob loopt meteen de pier op waar het duikcentrum zit en hoort dat ze vanochtend een "easy dive" gaan maken. Nou, daar hebben we wel zin in. Niet veel later lopen we samen terug en stappen aan boord. Er blijken wel een aantal snorkelaars mee te gaan naar Shark Ray Alley en dat is meestal niet in het voordeel. Na een kleine 3 kwartier varen over het felblauwe water komen we aan bij een plek waar (te) veel boten liggen en waar honderden snorkelaars in het water dobberen. We gaan in een kanaal duiken omdat het voor de rest te ondiep is. De boot wordt aan een boei vastgemaakt om de snorkelaars te plezieren en wij moeten samen met een Amerikaan achter duikgids Andy aan, eerst door ondiep water en dan een kanaal in binnen het rif. Er staat een straffe stroming maar de scenery is wel heel mooi. Zo af en toe zwemt er een verpleegsterhaai langs en er liggen hele grote roggen in het zand. In het kanaal krioelt het van de vis. Ook het koraal is prachtig maar we zitten dan ook midden in een natuurpark. Na 10 minuten zwemmen draait de gids plotseling om en kunnen we volle bak tegen de stroming in beginnen aan de lange weg terug naar de boot. We trappen ons te pletter en uitgeput komen we uiteindelijk aan bij de boot, na krap 32 minuten duiken en de flessen knetterleeg. We zijn nog maar net op de boot of we varen alweer en leggen aan in Shark Ray Alley. Meteen begint men met het voeren van de haaien terwijl wij nog op de boot zitten. De Amerikaanse snorkelaars zijn dan al in het water en gedragen zich irritant. Ze raken de haaien constant aan en als wij dan eindelijk in het water liggen is de grootste commotie al weer over en zwemmen er nog maar een paar haaien rond de boot. Eén van de haaien is ruim 2 meter en heel erg breed. Heel indrukwekkend om zo'n onderzeeër recht op je af te zien komen. Onder de boot zwemmen ook meerdere grote roggen. Een Amerikaan moet de grootste per se op zijn lijf pakken, niet wetende dat de grote pin aan de staart een gifpijl is. De divemaster is echter te druk bezig met zijn telefoon om het allemaal te zien. We snorkelen nog wat bij een rif en vertrekken dan weer, alles moet hier kennelijk in looppas.
Dag 12. Het verblijf op Ambergris Cay.
We varen terug naar het hotel en zijn allebei ontevreden over cowboy Andy. Wij zijn wel klaar met deze duikschool. Rob haalt nog verhaal maar het boeit ze weinig. Nauwelijks communiceren, geen water aan boord, meer oog voor de snorkelaars dan voor de duikers en ga zo maar door.
Voor ons was het duiktechnisch gezien een hele slechte duik. Daar staat wel tegenover dat de haaien heel mooi waren om te zien, net zoals de grote roggen.
Omdat men niet iedere dag naar de Blue Hole vaart besluit Rob aan te sluiten bij een trip voor morgen. Anita past voor de diepe duiken en blijft alleen achter op het resort. Dit wordt overigens door een ander duikcentrum (Aqua Diving, San Pedro) geregeld die een grotere boot hebben. Het wordt om 05:15 vertrekken, 3 uur varen, de eerste echte diepe duik in de Blue Hole en dan nog 2 duiken op het beroemde Lighthouse Reef. De prijs valt gelukkig ook nog meer mee, 270 dollar. (dat is nog een boel geld). Vanmiddag relaxen we wat op het strand met een boek en een sapje.
Dag 13. The Blue Hole, een droom wordt werkelijkheid!
Vandaag gaat er voor Rob een droom in vervulling namelijk een duik in het wereldberoemde Blue Hole. Een volledig verslag van de 3 duiken op Lighthouse Reef kun je vinden onder Dusty Diving. Anita vermaakt zich vandaag ovrigens prima met een ingelaste luie dag. Voor haar is het diepe duiken helaas geen optie en dus blijft ze achter met de geneugten van het resort.
Dag 15. Snorkelen en genieten van het resort.
Deze laatste volle dag van de vakantie begint zowaar met heel veel regen. De lucht is donker en verpest de zonsopkomst. Nou zitten we in de tropen en daar duurt een regenbui meestal nooit zo lang en dus klaart na een kwartiertje de lucht al weer op en kunnen we tijdens het ontbijt weer volop genieten van de zon. De ochtend brengen we relaxed door met wat lezen en rondslenteren. Om half 2 melden we ons bij het duikcentrum voor een 2 uur durend snorkeltochtje op Mexican Rock, op een paar minuten varen voor ons resort. We zien veel roggen, een Eagleray en wat koraal. Het is een leuk laatste tochtje. Het koraal is redelijk in vorm en er zit veel vis. Een Eagleray vliegt langzaam aan ons voorbij.
Als we terug zijn douchen we en nestelen ons met een cola voor onze cabana. Na het diner gaan we de koffers alvast pakken want morgenvroeg vertrekken we om 9 uur met de boot vanaf het resort naar het kleine vliegveldje van San Pedro waarna we met een Cessna terugvliegen naar Belize Airport. We hebben voor onszelf besloten dat we niet teveel gaan nadenken over de lange reis terug maar dat we de reis opdelen in etappes. Op Belize Airport start de 2e etappe van Belize City naar Atlanta maar niet zonder eerst 3 uur te moeten wachten. Van Atlanta vliegen we naar Parijs en van daaruit naar Amsterdam. We hopen donderdag in de namiddag thuis te zijn.
Dag 14. San Pedro, dorpje aan de zee.
Na alle natuurlijke rust van de afgelopen dagen wordt het tijd om wat door San Pedro te slenteren en dat staat dus vandaag op het programma.
De boot van het hotel brengt ons om 15.00 uur naar San Pedro. We wandelen door de straatjes, bekijken wat souvenirshops en drinken een pilsje aan het strand. Overal speelt Reggaemuziek en wuiven rastafaries ons vriendelijk toe. In het dorp rijden behalve een paar taxibusjes vooral veel golfkarretjes rond. Het is grappig om te zien. Een rotonde is van een kleiner formaat, speciaal voor die golfkarretjes. We hebben het goed naar ons zin in het dorpje, het is er vreedzaam en de mensen zijn erg vriendelijk. Langs de boulevard scheren de pelikanen en stormvogels langs de vissers die hun vis daar schoonmaken. Samen met het blauwe water en de overdaad aan felrode duikvlaggen levert dit mooie plaatjes op voor thuis. Anita is erg tevreden want Rob koopt zowaar eens een keer geen duikshirt. Voor de rest is er vooral veel smuck te koop, één kleine kunstgallery is wel de moeite waard.
We eten wat Taco's met garnalen en varen met het bootje van het resort om 18:30 terug naar ons huisje. Aan boord verpesten een paar Amerikaanse ADHD-meisjes de rust van de zee en de ontelbare sterren aan de hemel. Ze brengen een bezoek aan ons restaurant en zelfs als we al lang onder de wol liggen horen we ze nog overdadig kakelen in het restaurant.
Dag 16. Afscheid van Belize en op naar de kou!
Omdat Belize een klein landje is gaat alles wat sneller dan we gewend zijn op vakantie. Om 09:00 stappen we in het bootje, om 09:20 zitten we in een taxi naar het vliegveldje van San Pedro en om 10:00 zitten we in de Cessna boven de Caribische Zee, op weg naar Belize Int. Airport. De koffers inchecken gaat vrij vlot en we kopen nog wat kleine flesjes met hete saus. Nooit eerder hebben we iets geproefd wat zo heet was als de lokale pepersauzen van Belize.
Om half 6 plaatselijke tijd (1 uur tijdverschil met Belize) arriveren we met een MD-88 van Delta Airlines op het vliegveld van Atlanta. De controles gaan vandaag een stuk sneller en het personeel lijkt vriendelijker, totdat onze fototas wordt doorgelicht. De strenge veiligheidsbeambte lijkt echter wat te bekoelen als ze de onderwatercamera ziet en wil zelfs de foto's graag zien.
Op een grote plaza speelt een man op een piano en er zitten ruim 500 mensen te eten bij McDonalds, Pizzahut en nog wat andere tentjes. Bijna iedereen is druk bezig met zijn smartphone en we realiseren ons dat we de "beschaafde rustige" wereld weer achter ons hebben gelaten.
De vlucht naar Parijs met Delta wordt uitgevoerd met een Airbus A-330 die bijna helemaal vol zit. We hebben de pech dat we bij een dichtgemaakt raam zitten en een stoel hebben zonder beenruimte. Rob neemt snel een ander plekkie in beslag en slaapt door de 2 slaappillen zowaar 4 uur achter elkaar. Anita houdt zich aan de traditie van doezelen en vooral veel zitten.
Om elf uur breken we door een dik wolkendek boven Parijs. Het regent en we moeten 3 uur wachten. Gelukkig kunnen we bij de looptocht van de ene terminal naar de andere heel even een frisse neus halen en de 3 uur zijn gelukkig snel om. Met een Airbus A-319 van Air France vliegen we in 3 kwartier naar Amsterdam. Ook hier regent het en zijn de wolken dik en grijs.Met ons vaste abonnement op de Polderbaan duurt het taxiën weer veel te lang maar om 14:15 zetten we dan toch eindelijk weer voet op Nederlandse bodem. Zelfs de koffers komen wonder boven wonder van de band. In de regen wachten we bij het grote reclamebord op de chauffeur van Autohotel en om 15:15 beginnen we aan de autorit richting West-Brabant. Het regent ondertussen pijpenstelen en we komen nog minimaal 3 keer in de file terecht. Na Dordrecht gaat het gaspedaal even naar beneden omdat we de stal maar vooral de koffie ruiken.
Dag 1. Vertrek van Amsterdam via Atlanta naar Belize.
Stipt om 16:50 stijgen we op met een 777-200 naar Atlanta, Georgia. De vlucht zal 9 uur en 10 minuten duren want er staat flink wat tegenwind. Ondanks de vroege boeking, een half jaar eerder al, hebben we toch 2 plekken in de middenrij en tegen het achterschot op de laatste rij. Lekker achteroverhangen is er dus niet bij en de kist zit jammer genoeg overvol. Naast ons blijven 2 stoelen leeg maar ondanks herhaaldelijk vriendelijk vragen wordt de stoel vergeven aan een Duitser. Och, we redden ons wel en we zitten gelukkig wel lekker dicht bij de keuken. We doezelen en lezen wat en de vlucht verloopt hierdoor nog best snel. Het eten is matig en de zelf meegenomen boterhammen laten zich dan ook prima smaken.
Om half 9 lokale tijd s'-avonds landen we op het immense vliegveld van Atlanta, het drukste ter wereld. Het weer is er guur en kil maar daar voelen we weinig van als we de sluis ingaan. We komen als allerlaatste het vliegtuig uit en staan helemaal achteraan in de rij naar de immigratiedienst. Het duurt en het duurt maar en na ruim anderhalf uur zijn we eindelijk aan de beurt. Er zijn voldoende hokjes maar geen personeel en echt vlug kun je ze niet noemen. Rob is de laatste jaren wat meer in de VS geweest en zit dus al in het systeem. Anita moet nog vingerafdrukken en een irisscan laten maken en dat duurt allemaal wat langer. Eindelijk kunnen we naar de band om onze koffers op gaan halen. Althans, dat dachten we want de band is helemaal leeg en onze koffer en tas zijn in geen velden of wegen te bekennen. Een paar seconde slaat de paniek toe; we gaan het toch niet meemaken dat we zonder koffers en duikspullen in Belize aankomen? Na wat vragen en vragen en nog eens vragen blijkt dat de koffers in Amsterdam al zijn doorgelabeld naar Belize! Met dank aan de KLM die net als bij de reis naar Canada weer teleurstelt. Er is wel een mogelijkheid om onze koffers te krijgen maar dat gaat uren duren. En dus vervolgt de reis zonder spullen naar het tussenstation, een Holiday Inn Hotel net buiten de luchthaven.
Rob deed voor de vakantie de voorspelling dat Belize wel eens een heel mooi land kon zijn. Dat is uitgekomen. Belize is een super ontspannen en knus landje met alles wat de natuur- en duikliefhebber zich maar kan wensen. Als het hier in Nederland winter is dan is Belize een uitstekende eerste keuze als zonbestemming. De verzorging van de reis door Anders Reizen (en lokale agent Darah Travel) verdient zeker een dikke pluim. De transfers, de lodges en de lokaties waren subliem gekozen en voldeden ruimschoots aan ons verlangen om eens een keer wat luxer op vakantie te gaan.
Belize is een land waar we zeker terug naar toe zullen gaan!
Reisverslag Jordanië 2012