Dag 1. Vertrek van Amsterdam naar Calgary.
Iets voor 08:00 uur staat onze taxi voor de deur en we rijden zowaar zonder files naar Schiphol. De taxi kost 210 euro voor 3 personen, dat is iets meer dan parkeren kost maar we worden daarvoor wel luxe opgehaald en weer thuisgebracht. Op Schiphol is het nog lekker rustig, we checken elektronisch in en geven onze tassen af. Tja, zegt de norse KLM-man; "Uw koffer is 1,8 kg te zwaar en dus moet u 75 euro bijbetalen". Er zit niets anders op dan overladen maar dat kan niet meer want onze andere tas is al weg (en hier zaten veel minder kilo´s in). Fijne service! In totaal minder kilo's, maar toch bijbetalen. Dan maar overladen in de handbagage en hopen dat we daar geen problemen mee krijgen. Uiteindelijk kunnen we weer achteraan sluiten in de rij die ondertussen flink is gegroeid.
We vertrekken stipt om 12:30 uur vanaf de Polderbaan met een Airbus A-330-200. De vlucht duurt iets minder dan 9 uur. Iets voor half 5 lokale tijd komen we via IJsland en Groenland aan op de internationale luchthaven van Calgary. We stappen uit na 10 minuten vertraging door een stroomstoring en lopen een flink eind naar de douanehal. Onderweg komen oude dames met cowboyhoeden in golfkarretjes ons tegemoet die peddelen tussen de gate en de douane. Het is een komisch gezicht.
De Douane en Immigration zijn toch wat vriendelijker als in de VS. De immigratiebeambten lachen zowaar en stellen geen moeilijke vragen. Het gaat er gemoedelijk en vlotjes aan toe. Even later staan we buiten en kunnen we vlakbij onze huurauto ophalen. Een hele luxe Ford Flex staat ons al op te wachten. Dat wordt genieten geblazen! Lederen bekleding, verwarmde stoelen, open dak en sattelietradio. Brenda is zichtbaar in de wolken want ze heeft een zee van ruimte achterin. Ook voor onze tassen en koffers is meer dan genoeg plaats.
We slapen de eerste nacht in het Best Western Airport Inn, op 13 km afstand van het vliegveld. Het navigatiesysteem loodst ons er keurig naar toe. De omgeving is nog vlak en doet Nederlands aan maar de infrastructuur lijkt heel veel op Amerika. Net voor vertrek kochten we via Marktplaats nog een TomTom-kaartje met Canada en de VS erop. Dit blijkt een geschenk uit de hemel want meteen na de uitgang van het vliegveld was er al een wegafsluiting.
We zetten de spullen op de kamer en gaan bij Denny's aan de overkant van de straat wat eten. De eerste hamburgers met friet zijn een feit! Door het tijdsverschil gaan onze luikjes snel dicht en om 3 uur zijn we alweer klaarwakker. Buiten regent het pijpenstelen. Het is met 8 graden erg fris maar och, morgen zal het beter weer worden.
Welkom op de Canada reispagina van Rob en Anita.
Bij de voorbereiding van onze reizen nemen wij vaak op het internet reisverslagen van anderen door en doen zo ook weer nieuwe ideeën op. Zo kan ons reisverslag misschien behulpzaam zijn bij de voorbereiding van jouw reis. Wij kijken terug op een zeer geslaagde autorondreis door het Westelijk gedeelte van Canada. Mocht je op reis gaan naar dit land van woeste wildernis, indrukwekkende dieren, aardige mensen en prachtige lodges dan kun je misschien hier nog wat ideeën opdoen.
Wij wensen je veel lees- en kijkplezier. Mocht je willen reageren, dan kun je ons via de contactpagina een berichtje sturen. Ook kun je een reactie achterlaten in ons gastenboek, hetgeen wij bijzonder op prijs stellen. In het verslag staan veel foto's maar je kunt ook naar ons fotoalbum, videofilmpjes, de route en extra reisinformatie surfen. Wij nodigen je van harte uit om hieronder een klein stukje van Canada te ontdekken.
West-Canada, de rondreis in een notedop:
Via Calgary reden wij (Rob, Anita en vriendin Brenda) naar de Rocky Mountains waar we o.a. Kootenay NP, Yoho NP, Glacier NP, Yoho NP, Lake Louise, Banff NP, Icefields Parkway en Jasper NP bezochten. Hierna zouden we eigenlijk via Mount Robson en Clearwater (Wells Gray Provincial Park), Riske Creek (Farwell Canyon) en Anahim Lake naar het aan de Westkust gelegen Hagensborg rijden voor een bezoek aan Tweedsmuir NP. Vanuit Bella Coola zouden we dan met de North Discovery Coast ferryboot naar Port Hardy op Vancouver Island varen. De laatste boot van het jaar ging kapot en BC Ferries schrapte doodleuk de overtocht waardoor wij genoodzaakt waren een dikke 1250 km om te rijden via Whistler naar Horseshoe Bay bij Vancouver. Het liep helaas iets anders maar door het noodplan in werking te stellen kwamen we toch op tijd aan in Telegraph Cove.
We balen dat we Bella Coola nooit hebben gezien maar de omrit naar Vancouver Island was geen straf. De boottocht bij Telegraph Cove vergeten we nooit meer met al die Orka's en walvissen tussen de dikke flarden mist. Hierna vlogen we per watervliegtuig van Campbell River naar de Knight Inlet waar we op zoek gingen naar de zalmvangende grizzlyberen en ze ook van heel dichtbij mochten begroeten. Vanzelfsprekend ontbraken het Pacific Rim National Park en Vancouver stad niet in het programma. We snoven hier en daar ook wat op van de geschiedenis van de First Nations, de oorspronkelijke bewoners van Canada. Het waren toch de overweldigende natuurparken, adembenemende rivieren, meren, watervallen, regenwouden, beren, orka's en walvissen die deze rondreis tot een absolute topper maken. Het verblijf bij de Grizzly's is een uniek verhaal en we hebben daarom een aparte pagina gemaakt om ons verblijf in de Knight Inlet Lodge uitvoerig te beschrijven.
Dag 4. Van Golden naar Revelstoke.
Gereden afstand: 360 km.
Overnachting : Golden Wood Lodge.
Vandaag maken we een rit door Glacier NP en Mount Revelstoke NP. We zijn de nacht goed doorgekomen bij de aardige Zwitsers van de Goldenwood Lodge. Vannacht schijnt er een fikse stom gewoed te hebben. Brenda heeft het gehoord maar wij sliepen als een blok. Tijdens een korte ochtendwandeling over het terrein genieten we van de omgeving en het uitzicht en we zien zelfs hertjes grazen. Om 8 uur kunnen we ontbijten wat bestaat uit eieren en dikke lappen ham en kaas. Het brood is zelf gebakken. Kortom, een prima begin van de dag. Omstreeks 08:30 rijden we weg om vandaag op en neer naar Revelstoke te rijden, door 2 nationale parken. De route voert over de Canada Highway 1 die dus dwars door de parken loopt. Dat is jammer want het is erg druk op de weg en het lawaai van de vrachtwagens verstoort de rust van de natuur. Het Glacier National Park ligt zo'n 70 km ten westen van Golden en is voor 12% bedekt met ijs, er zijn ruim 140 gletsjers die ver in het dal uitlopen. In dit gebied ligt ook de Rogers Pass.
De eerste stop maken we bij Beaver river in Beaver Valley in het Glacier NP. Net als we uit willen stappen ziet Rob zowaar de eerste beer van de vakantie. Het is een kleine zwarte beer. Ze zitten er dus echt! We durven niet goed de auto uit maar de beer maakt zich drukker om zijn besjes. Hij draait zich telkens van ons af en loopt steeds weg van de auto om tot slot in de bosjes te verdwijnen. Brenda heeft hem goed op de foto. Bij de eigenaar van de lodge hebben Brenda en Anita voor vertrek nog berenbellen gekocht en we besluiten om die vanaf nu toch maar aan de rugzakken te binden. Je weet het immers maar nooit!
Op weg naar Canmore komen we langs het Canada Olympic Parc van Calgary, een soort Olympisch dorp buiten de stad op de universiteitscampus. Het is er een dooie boel en behalve de skischansen kan niets onze aandacht lang vasthouden. De schaatsbaan die Rob graag had gezien is niet hier. We rijden snel door naar Canmore, aan de poort van Banff NP.
Anita heeft gekozen voor Canmore als uitvalsbasis omdat Banff erg duur is. Canmore is maar 15 minuten rijden vanaf Banff. Er zijn musea, zoals het Park Museum (flora en fauna), het Whyte Museum (geschiedenis van de eerste pioniers) en het Luxton Museum of the Plains Indian (verzameling indiaanse kleding, juwelen, wapens en voorwerpen). We verkennen het centrum van Canmore, drinken een heerlijke Moccachino en rijden naar Banff. Het is een typisch toeristisch bergdorp met alles wat daarbij hoort.
We rijden dwars door het centrum naar het dure Banff Springs Hotel waar we wat shots maken in de stromende regen. Hierna rijden we naar de Hoodoos, een soort omgekeerde stenen trechters op de bergwand. Er zijn wat fraaie viewpoints maar het gaat telkens harder regenen als we uit de auto stappen. De camera wordt nat en we kunnen mooie plaatjes voor vandaag wel vergeten.
Het is ondertussen al half drie en we rijden richting Lake Minnewanka waar we de "loop" rijden en wat korte stops maken. De waarschuwingsborden en de speciale vuilcontainers vertellen ons dat we in Bear Country zijn aangekomen. Omdat de bessen nu rijp zijn is de kans op een ontmoeting met een beer redelijk aanwezig. Ook poema's zijn de vaste bewoners van de bossen rondom het meer. Deze grote katten zijn heel erg schuw maar hier wel degelijk in de buurt. Men schrijft dat je een aanval van een poema in de meeste gevallen niet aan zult zien komen. We maken onszelf ook zorgen dat we geen pepperspray tegen de beren hebben gekocht. Later op de reis horen we dat er aan dit "berenwapen" nogal wat nadelen kleven. In NL is pepperspray overigens verboden dus je kunt het niet mee naar huis nemen). We hebben nog redelijk wat tijd over en een bezoek aan het Banff Park Museum National Historic Site duurt maar kort ($13). Het is een klein en saai museum met slechts wat opgezette beesten.
Om 4 uur komen we aan bij ons appartementje, de Rocky Mountains Ski Lodge in Canmore. We doen wat noodzakelijke boodschappen in een grote supermarkt en eten buiten de deur in een wat luxer restaurant aan de overkant van de straat. Met volle magen keren we al snel weer terug naar de kamer (net als in de VS is het snel binnen-snel buiten). Buiten is het 6 graden, we steken daarom de open haard maar aan en zetten verse koffie. Nog moe van de overtocht vanuit Nederland liggen we vanavond vroeg op bed.
Dag 2. Van Calgary naar Canmore en Banff.
Gereden afstand: 228 km.
Overnachting : Rocky Mountain Ski Lodge.
Natuurlijk zijn we vroeg op! Na een stevig ontbijt rijden we om 08:00 uur weg vanaf het hotel om toch nog even naar Downtown Calgary te rijden. We parkeren op de duurste parkeerplaats in het centrum (11 dollar per uur) en net als we betaald hebben, plaatst een man een bord voor goedkoop parkeren om de hoek.. eh tja… Het regent fors maar we nemen toch even een snelle blik op de Olympic Plaza en het plein bij de town hall. Terug in de auto zijn we doorweekt van de regen, ondanks de regenjacks.
We pakken de koffers in en vertrekken uit Canmore. Anita heeft bedacht dat we, ipv de Highway 1, een stukje 1A - de Bow Valley Parkway kunnen rijden omdat dit mooier is qua natuur. We missen hierdoor prompt de afslag naar de Vermillion Pass (highway 93) en rijden 25 km te ver. Even later arriveren we bij onze eerste stop, de Continental Divide op de Vermillion Pass. Dit punt staat voor de scheidingslijn tussen de waterafvoer naar de Pacific en de Atlantische Oceaan. We zagen dit al eens eerder in de VS. In Kootenay NP zijn de grote attracties de Paint Pots, Hot Springs, Olive Lake, Marble Canyon, Sinclair Canyon en de Kootenay Valley Viewpoint. In 1920 is het park met een oppervlakte van 1.406 km² ontstaan. Kootenay is heel divers met twee micro-klimaten (zgn. Rocky Mountain en Columbia Valley), hier kom je zowel een cactus tegen als een gletsjer en het bevat 256 diersoorten en 993 plantensoorten.
Onze eerste stop maken we bij de Marble Canyon waar de rivier de granieten rotsen diep heeft ingeslepen. Er staat alweer een waarschuwingsbord voor beren (het is bessenseizoen) en een eenzame motorrijder vraagt of hij met ons mee kan lopen. Met z'n 4-en zijn we immers groter. Het is een tochtje van amper 500 meter met telkens bruggetjes over de kloof. De omgeving is mooi groen maar de bomen zijn kaal door een grote bosbrand van een paar jaar geleden. Het contrast is prachtig. Weer een stukje verder brengt een wandeling van zo'n 1,5 km en een kleine 20 minuten ons naar de Paint Pots. Kleine, ijzerrijke bronnen borrelen op in kleine poeltjes die hierdoor de aarde oker- en groenkleurige kleuren. Het is een prachtig gezicht tussen al het groen. Begin vorige eeuw werd de okerkleurige grond hier trouwens massaal gewonnen voor de productie van verf.
Het is nog maar 100 km naar Golden dus zouden we de berenopvang kunnen gaan bekijken. Het is al 15:00 en het is een uur rijden naar Golden. Omdat Anita er niets over kan vinden rijden we naar het Wolf sanctuary, een soort opvang voor wolven. Het ligt iets voorbij Golden.
Het is een beetje een rare plek. We betalen voor ons drieën 36 dollar om naar een paar wolven in kooien te kijken. Echter, de uitleg die gegeven wordt over deze dieren is interessant. Rob haakt af omdat de eigenaren de wolven hebben laten opgroeien voor tv- en filmproducties. Enfin, ze steunen zo wel het behoud van de wolf, waar er in Canada niet veel meer van zijn omdat er nog steeds op gejaagd mag worden. Onbegrijpelijk vinden we dit.
Na een uurtje rijden we naar de Goldenwood Lodge die ver van de doorgaande weg in het bos ligt. Het is een vrij groot perceel met tipi's en huisjes. Wij slapen in het huis van de eigenaar (het hoofdgebouw) in 2 kamers met gedeelde douche. Het is een prachtige lodge op een groot terrein op ongeveer 20 km van Golden. De kamers zijn erg schoon en we hebben zelfs een Europees dekbed waardoor we slapen als rozen. Heel leuk opgezet. Eten kunnen we er niet meer, dus rijden we terug naar Golden. Vandaag is het junkfood maar voor morgen beloven we onszelf weer een gezondere hap.
Het zonnetje begint heel langzaam sterker te worden maar de buitentemperatuur is nog maar zo'n 8 graden. Toch is het een verademing dat het droog is en de zon geeft het landschap een veel mooier uiterlijk. In de auto draait de kachel en de stoelverwarming nog steeds overuren. De lunch gebruiken we op een picknickplek langs de Vermillion River bij een waterval. Het is erg koud en onderkoelt duiken we de auto weer in, op naar de volgende stop. Op 16 km voor Radium geeft het Kootenay Valley Viewpoint uitzicht over de vallei en ook Olive Lake is kraakhelder en groenkleurig. Kortom, prachtig. De warmwaterbronnen van Radium Hot Springs zijn een aanfluiting! Het is slechts een zwembad langs de kant van de weg. Dus rijden we door naar Radium Hot Springs (village) waar we koffie drinken in het zonnetje.
Dag 3. Van Canmore via Radium Hot Springs naar Golden en Kootenay NP.
Gereden afstand: 375 km.
Overnachting : Golden Wood Lodge.
Al om 5 uur lopen we door het tijdverschil alle drie zo fris als een hoentje rond te banjeren. Het regent nog licht en de temperatuur is verder gedaald naar 4 graden. Als de regen stopt komt de zon al op en we zien voor het eerst de enorme bergkammen die hoog boven ons uittoornen. De ochtendzon kleurt ze vurig rood en oranje. We slapen in een appartement en hebben gisteren boodschappen gedaan zodat we vanochtend zelf een sterk ontbijtje kunnen maken. Het lijkt haast Hollands, pindakaas, broodjes en kaas met lekkere koffie.
Bij het begin van de Rogers Pass checken we snel het informatiecentrum. Het koffiehuis ernaast is maar een muffe tent en de buslading Japanners die buiten chaos veroorzaken doet ons snel vertrekken. De eerste stop is bij de Loop Brook Trail, een 1,6 km lange wandeling langs oude spoorwegresten uit vervallen tijden. Omdat het pad door dichte bosjes loopt en er geen toeristen zijn, besluiten we maar om te draaien. We willen de beren niet verzoeken.... We zijn nog een beetje voorzichtig in het begin van onze trip.
Hetzelfde liedje speelt bij de Rockgarden Trail. Ook hier dichte begroeiing en waarschuwingen voor Grizzly's dus na wat fotoshoots bij de grote stenen zitten we snel weer in de auto, we moeten er nog even aan wennen dat we in bearcountry zijn. Een stukje verderop bezoeken we 2 trails die zijn aangelegd op houten vlonders, de Hemlock Grove Boardwalk Trail en de Giant Cedar Trail. Het lijkt wel alsof we in de Droomvlucht van de Efteling zijn aangekomen. Tussen de immense cedartrees, die ons een klein beetje doen denken aan de Giant Seqoias in Californie, lopen kibbelende beekjes tussen felgroene varens en prachtige planten met besjes en bloemen. Het is een waar sprookjesbos, prachtige kleuren en een beetje mysterieus. Het weer vandaag is erg wisselend. Soms hebben we blauwe lucht, dan weer bewolking en dan weer een spatje regen. Gelukkig is het weer aan het verbeteren en zijn de vooruitzichten voor de komende dagen goed.
Iets voorbij Revelstoke ligt de Meadows in the Sky Parkway. Na de ingang van het park klim je over een 25 kilometer lange weg naar zo'n 1500 meter de top van het Mount Revelstoke National Park. De weg gaat door bossen van Ceder en Hemlock, sparren en dennen en de beroemde subalpine bloemenweiden. Er is een kort sneeuwvrij en open seizoen van begin juli tot eind september. Onderweg zijn er diverse uitzichtpunten en boven op de top brengt een shuttlebusje je naar de meadows en de historic fire lookout. Onderweg naar boven zagen we het bos veranderen van loofbomen naar een soort slanke dennen, heel apart. Langs de weg groeien wilde bloemen in fraaie rode, blauwe, gele en paarse kleuren. Het is een mooie rit. Rob stelt nog dat als hij kerstman zou zijn hij hier naartoe zou verhuizen. We genieten van de bloemen en maken een korte wandeling over de rotsen waar een kunstwerk (een van ijzer gemaakte Indiaan) vragend naar de hemel tuurt. Er valt zelfs een klein beetje sneeuw! Vanaf de oude uitkijktoren hebben we een schitterend uitzicht over de bergketens die ons overal lijken te omringen. Op de meadow vertelde de chauffeur van de shuttlebus dat er vanochtend voor het eerst sinds lange tijd weer een Grizzly was gezien. We vroegen hem of het niet beter zou zijn om pepperspray mee te nemen maar volgens hem is dat alleen nodig als je echt gaat backpacken in de natuur. Toch kun je ze op de trails tegenkomen, zo bleek vanochtend. En het verhaal dat zwarte beren minder gevaarlijk zijn is een fabeltje.
De terugweg is nog een kleine 150 kilometer en we besluiten rond 4 uur daarom ook maar om aan te rijden naar Golden om daar nog wat te eten. Bij Beaver Valley nemen we nog snel een kijkje bij de kreek, zou hij er nog zitten, nee natuurlijk niet, maar op ons gemak voelen we ons niet echt en we laten de berenbellen daarom maar constant rinkelen.
We sluiten de dag af in Golden waar we in een soort bbq-tent kip en bief eten. De kip smaakt goed maar de bief is spekvet en koud. Jammer maar de magen zijn weer gevuld voor vandaag. We tanken nog en constateren dat we aardig wat aan brandstof kwijt zijn deze vakantie. De benzineprijs is ongeveer een dollar per liter maar ons autootje slurpt aardig wat weg en we maken toch gemiddeld een kleine 300 a 400 km per dag. Ook het eten is gewoon naar Nederlandse prijzen. Och, we wisten het.
Bij aankomst in de lodge blijkt de storm van afgelopen nacht veel schade gemaakt te hebben. We zitten een uurtje zonder stroom en de eigenaar brengt ledlampjes. De grootste tegenvaller is dat we nu geen koffie kunnen zetten maar dat lossen we op met het laatste kleine beetje warm water uit de kraan. Buiten in het pikdonker zien we voor het eerst de sterrenhemel met de voor ons bekende sterrenbeelden. Morgen gaat het een zonnige dag worden!
Canada is voor ons Afrikagangers (zo mogen we ons de laatste jaren toch wel noemen) een luxe land. De lodges en kamers zijn brandschoon en van alle gemakken voorzien (overal Wifi-Internet, stromend water en licht en zelfs een koffiezetapparaat) en er zijn in de dorpjes ruim voldoende supermarkten en eettentjes. De wegen zijn uitstekend berijdbaar en de Canadezen rijden zeer beheerst. Het land lijkt soms een beetje op de VS maar de inwoners hebben duidelijk een andere mentaliteit. Het op het laatste moment gekochte kaartje voor de TomTom werkt prima, zelfs de kleinste paadjes kunnen we moeiteloos vinden.
Dag 5. Van Golden naar Lake Louise.
Gereden afstand: 200 km.
Overnachting : Baker Creek Chalets.
Voor het ontbijt laden we alvast de auto in. Buiten is het grijs en mistig, niet echt het weer wat ze voorspeld hadden... We vragen aan de eigenaar van de Lodge hoe het zit met de beren want het baart ons toch wel zorgen. Volgens hem is het allemaal niet zo spannend, zolang de beer je maar op tijd hoort. Pepperspray is alleen voor de echte helden bestemd want dan moet de beer je al tot op 3 meter zijn genaderd. Vluchten mag nooit, een Grizzly ziet je dan als prooi en zal aanvallen. De beste tip is wellicht om altijd met meerdere mensen het bos in te gaan, te laten horen dat je er aankomt en op de paden te blijven. Vroeg in de morgen en tegen de schemer zijn de tijden waarop de kans op een "bearencounter" het grootst is. En dus loopt Rob nu ook met een berenbel aan zijn rugzak, het lijkt wel een kerstoptocht.
We rijden voorbij Golden, via de Canada 1 naar Yoho National Park. Yoho NP grenst in het Oosten aan Banff NP en in het zuiden aan Kootenay NP. Het is het kleinste nationale park in het gebied. De lucht is plotsklaps strakblauw maar het is nog wel koud met +2 graden. Maar als de zon schijnt ziet alles er beter uit. Vandaag hoeven we niet zo ver te rijden, ong. 200 km in totaal. De eerste stop is gepland bij de Wapta Falls, een 30 meter hoge waterval van de Kicking Horse River die te bereiken is via een 2,4 km lang pad door het bos. Het is een stevige maar leuke wandeling en de beloning mag er wezen; een redelijke grote waterval met een blauw meertje in een prachtige omgeving. Op een soort kwartel na zien we geen beestjes en het is er heerlijk rustig.
Een stukje verderop in Yoho NP, nabij het kleine plaatsje Field, komen we aan bij de Natural Bridge, een door het water uitgesleten stenen brug waar het water van de Kicking Horse River doorheen raast. Het is er erg druk met hele busladingen Japanners die ervoor zorgen dat fotograferen zonder mensen op de foto niet te doen is. Ook nu weer is de scenery overweldigend, met prachtige bergen en besneeuwde toppen op de achtergrond en..... daarboven een donkerblauwe lucht zonder één wolkje aan de hemel.
Vanavond kunnen we niet eten in het restaurant van de Lodge omdat we niet gereserveerd hebben. Een supermarkt is nergens te vinden. Na lang zoeken vinden we in het kleine bergdorpje Field een winkeltje waar ze wat levensmiddelen verkopen. De dames kopen macaroni, paprika, spagettisaus en wat ham en champignons zodat we toch niet op een houtje hoeven te bijten. We gaan het beleven!
Rijdend op Highway 1 komen we nog langs het Spiral Tunnel Viewpoint. Begin 1900 werd er een spiraalvormige tunnel uitgegraven in een hoge berg zodat de treinen wat minder stijl hoefden te klimmen. Juist als we bij het viewpoint staan zien we een kilometers lange trein de tunnel ingaan en er een stuk verder weer uitkomen. Uiteindelijk rijdt de trein 2x langs zijn eigen wagons omdat hij zo ontzettend lang is en de locomotieven al lang weer uit de tunnel zijn als de achterste wagons er nog in moeten rijden. Het is een indrukwekkend gezicht om die lange trein als een slang de berg in te zien kruipen.
Rond 6 uur komen we aan bij de lodge Baker Creek Chalets, in de omgeving van Lake Louise aan de Bow Valley Parkway. Het is een prachtig complex met houten huisjes voorzien van keuken, 2 slaapkamers, een veranda en een houtkachel. Het ziet er (net als de andere lodges lodges toto nu toe) brandschoon uit en is van alle gemakken voorzien, tot aan afwasmiddel toe. Deze Lodge is zeker niet de goedkoopste, we slapen er 2 nachten. Toch hebben we er nu al geen spijt van want het is helemaal top, de omgeving is mooi groen met een riviertje en ruimte om een kampvuur te maken. Anita en Rob maken nog een korte wandeling terwijl Brenda de houtkachel eens flink opstookt. Net als thuis zegt ze. En terwijl wij genieten van de bank en schommelstoel bij de haardkachel bereidt Brenda ook nog een heerlijke pan macaroni. Hierna draaien we het inmiddels standaard ritueel af; bakje koffie, muziekje, voorbereiden van de dag van morgen en op tijd naar bed. Het is een heldere koude nacht en morgen belooft het weer prima te gaan worden als we Lake Louise gaan verkennen. Canada is geen goedkope bestemming maar we voelen ons er al wel helemaal thuis. Een beetje als onze eerste reizen naar Amerika.
Een paar kilometer verderop ligt het rustieke Emerald Lake, een smaragdkleurig meer temidden van torenhoge besneeuwde bergen en prachtige begroeiingen langs de oevers. De wandeling rond het meer is ruim 5 kilometer en we genieten van iedere stap. Ongelooflijk dat een meer zo blauw kan zijn. Zelfs in de rivieren hier is het water felblauw, alsof het zwembadwater is. Tijdens de zomerperiode stromen er grote hoeveelheden fijne korreltjes (rock flour) in het water, afkomstig van de glaciale erosie van de omringende gletsjers. Deze sedimenten zorgen voor de bijzondere kleuren van het water, variërend van blauw, groen of melkachtige kleuren.
Een graadje of 18 halen we vandaag wel maar door de lange tocht om het Emerald Lake lijkt het een stuk warmer. Bij terugkomst eten we wat koeken achter de auto op de parkeerplaats. Het is er druk met auto's en campers. De Canadezen hebben een lang weekend en de bussen Japanners rijden af en aan. Op weg naar onze slaapplaats voor de komende 2 nachten doen we ook de Takakkaw Fall nog aan, een van de hoogste watervallen van Canada (245 meter). Ook hier weer drukte en een wandeling naar de voet van de waterval is eigenlijk overbodig omdat het zicht vanaf een afstand mooier is. De vallei bij de waterval is prachtig.
Dag 6. De omgeving van Lake Louise.
Gereden afstand: 100 km.
Overnachting : Baker Creek Chalets.
Vandaag hebben we een rustig programma, we hoeven weinig te rijden want de bezienswaardigheden liggen op een steenworp afstand van de lodge. Banff NP ligt aan de Oostrand van de Canadese Rockies in Alberta. In het Westen grenst het park aan de nationale parken Yoho en Kootenay in British Columbia. Vandaag is het een nationale feestdag is dus trekken de Canadezen er massaal op uit. In de boekjes stond dat Lake Moraine altijd erg druk bezocht is. Als we rond 9 uur aanrijden naar Moraine Lake is het gelukkig nog relatief rustig. Het meer ligt er prachtig bij maar de zon komt nog net niet over de bergkammen en dus breken we de tijd door wat in het souvenirwinkeltje rond te neuzen. Brenda komt weer ogen tekort en komt met een tas vol snuisterijen de winkel uit. Er zijn verschillende paden om, rond en bij het meer en we beginnen met een korte klim naar een viewpoint die overzicht geeft over het meer. Eén pad is afgesloten voor groepen kleiner dan 4 personen omdat er Grizzly's zijn gezien. Het meer is van een betoverende schoonheid. De felblauwe kleur komt hier en daar al tevoorschijn door de zon die over de bergen op het meer schijnt. Het is nog wel erg koud maar het zonnetje begint ons lekker op te warmen boven op het uitkijkpunt. Er staat geen zuchtje wind, de lucht is strakblauw en een spiegelglad meer (hier en daar verstoord door een kano) is het gevolg. Heel even spiegelen de bergen zich in het meer, juist op dat moment zijn wij er zijn. Het plaatje is compleet!
Het wordt wel alsmaar drukker met Japanners en dus maken we geen extra wandeling omdat we op tijd bij Lake Louise willen zijn. Bij de parkeerplaats van Lake Louise is het één grote chaos van bussen, auto's en campers die kilometers lang in de berm staan geparkeerd. Zo hebben we het nog niet gezien. Bij het meer zelf treffen we een nog grotere chaos aan. Juist als we besluiten naar huis te gaan vinden we een plekje in het gras.
Lake Louise is een azuurblauw melkachtig meer met een geheel andere kleur als Lake Moraine. Het zicht op de Victoria Glacier maakt het bijzonder maar door de drukte vinden we het maar niks. Het krioelt van de mensen en lijkt wel een attractiepark. Er is nauwelijks kans om rustig een foto te maken, het is rumoerig en de Japanners houden (weer eens) geen rekening met andere toeristen. Rob spot ineens een Mountie (agent van de Royal Canadian Mounted Police) en roept Brenda snel omdat ze al jaren droomt van zo'n agent in traditionele pofbroek, smokey bear en vuurrood jasje. Nou is deze diender niet echt een adonis meer (Brenda noemt hem belegen) maar hij wil best met de dames op de foto. Als de Japanners er lucht van krijgen is de rest van de dag voor deze man gevuld. Als vliegen op de stroop vallen ze aan om poserend met hem op de foto te gaan.
We blijven maar heel kort bij Lake Louise en besluiten terug te gaan naar de rust van onze Lodge. We zonnen wat, eten een soepje en gaan rond drie uur op pad naar Johnston Canyon, aan de Bow Valley Parkway op ongeveer 20 kilometer van onze lodge. Hier voltrekt zich hetzelfde tafereel, het is duidelijk Labour day. De canyon dankt zijn aantrekkingskracht aan de waterstroom die de rotsen diep heeft uitgesleten. Er zijn fraaie watervallen en snel stromende beekjes omringd door veel groen en stenen. De wandeling naar de Lower Falls is ongeveer 1,2 km over een stellage die aan de bergwand hangt. Op dit looppad krioelt het van de mensen, niet echt rustig lopen en genieten dus. De Upper Falls liggen nog eens 3 km verder en we gaan op pad over steile paden om uitgeput aan te komen bij watervallen waarvan we denken dat het de Upper Falls zijn. Later blijkt dat we slechts enkele honderden meters van de Upper Falls zijn omgekeerd. We hadden beter naar Anita moeten luisteren maar de benen wilden niet meer. Rond 6 uur komen we moe en voldaan aan bij de lodge. Het was weer een prachtige dag zonder beren maar volop zon en 23 graden. Het dagelijks schrob- en doucheritueel voltrekt zich en om 20:00 zitten we op chique in het restaurant bij de lodge. Vandaag eten we een goeie gezonde maaltijd en de prijs is er dan ook naar, $120 voor 2 porties zalm en een steak. Al met al smaakt het prima. In het huisje porren we de houtkachel nog maar eens flink op en we zijn klaar voor het beroemde Jasper NP waar we de komende 2 dagen zullen vertoeven.
Dag 8. Verblijf in Jasper NP.
Gereden afstand: 220 km.
Overnachting : Beckers Chalets, Jasper.
Maligne Lake vormt het grootste meer van de Canadese Nationale Parken en Maligne Canyon is een indrukwekkende kloof. We hebben de nacht goed doorgebracht in ons fraaie huisje en hebben zelf een ontbijt gemaakt met toast en jus d'orange. We gaan alweer vroeg op pad richting Maligne Lake dat ligt aan een doodlopende weg, op 43 km van Jasper. Op 11,5 km van Jasper (aan dezelfde weg) ligt de Maligne Canyon. We besluiten om deze vroeg in de morgen als eerste te doen. Op weg er naartoe steekt een coyote de weg over. We lopen een klein uur in de canyon die bestaat uit diepe kloven en mooie watervallen. Het is er wel stevig klimmen.
Maligne Lake is een prachtig blauwkleurig meer tussen hoge bergen en gletsjers. Vanaf 10 uur kun je een boottocht van 90 minuten maken over het meer. We komen er rond 12 uur aan, eten buiten in het zonnetje koffie met gebak en kopen 3 kaartjes a $ 52 per stuk. Iets voor 1 uur mogen we aan boord van de boot waar ongeveer 50 man op kunnen. Rob is al snel op het achterdek te vinden maar de dames lijken vooral interesse te hebben voor de gids aan boord die goed kan vertellen over het gletsjermeer en de omgeving. We varen tussen woeste bergkammen door naar Spirit Island, een klein eilandje in het blauwe water. Hier mogen we 10 minuten van boord om wat foto's te knippen waarna we terugvaren naar de steiger. Het is een prachtige boottocht die zijn geld meer dan waard is.
Het hoogtepunt van de dag moet de Athabascagletsjer bij de Columbia Icefields worden. Langs de weg is een Icefield Center waar veel informatie over het ontstaan en het verdwijnen van de gletsjers te vinden in. Wij zijn ondertussen Banff NP uitgereden en gearriveerd in Jasper NP. De route over de lange weg gaat dwars door de mooiste scenery van Canada. Vanaf de weg kunnen we de gletsjer al zien liggen. We rijden met de auto naar de parkeerplaats onder bij de gletsjer. Brenda voelt zich niet lekker en blijft bij de auto maar Rob en Anita bedwingen de gletsjer een redelijk stuk omhoog. Je mag de gletsjer eigenlijk niet op eigen houtje beklimmen, overal staan waarschuwingsbordjes voor spleten en onzichtbaar smeltwater op plaatsen waar je dit niet kunt zien. Gevaarlijk dus, maar we zien ook andere mensen en dus...
De geplande (dure) bustocht over het ijs laten we schieten en we rijden door na de Athabasca Falls, de meest krachtige van het park op ongeveer 30 km voor Jasper. De kracht van het water is imposant en het is gelukkig een stuk minder druk als gisteren. Het lang weekend zit erop voor de Canadezen en hopelijk voor ons komt dan ook het wild weer terug. Meer dan de kont van een beer, een paar bergschapen en een eekhoorn hebben we nog niet gezien vandaag.
De lodge ligt aan Icefield Parkway, 2 km voor het plaatsje Jasper. Het zijn leuke kabouterhuisjes met een keuken en 2 slaapkamers. We rijden Jasper in en slaan proviand in voor de komende 2 dagen. In het huisje eten we die dag Pizza. We kunnen nauwelijks bijbenen wat we tot nu toe allemaal hebben gezien. Eén ding staat wel vast, Canada maakt op ons veel indruk en we zijn nog maar net begonnen. Morgen zijn we nog een dagje in Jasper NP waarna we de Rockies definitief zullen verlaten.
Vandaag rijden we een lange trip met veel stops. Buiten is het 2 graden als we om 8 uur wegrijden. We rijden over de Icefield Parkway, volgens de boekjes één van 's werelds mooiste bergwegen met een lengte van 230 km. Over het Hector Lake hangt een dikke laag mist. We stoppen en horen zowaar in de verte een wolf huilen. Het Peyto Lake is de volgende halte. We moeten een eindje klimmen via een pad en zien tot onze verbazing een buslading Japanners al weer druk in de weer met irritant aanwezig zijn. Ze zijn via een busbaan tot aan het platform gereden... Nou ja! Het uitzicht op het blauwgroene Peyto Lake is adembenemend. We vervolgen onze weg naar de spectaculaire Sunwapta Falls watervallen en na een korte klim maken we foto's en rusten even om te genieten van de natuur en de stilte.
Dag 7. Van Lake Louis naar Jasper over de Icefield Parkway.
Gereden afstand: 260 km.
Overnachting : Beckers Chalets, Jasper.
We rijden terug naar onze lodge, onderweg zien we nog herten en karibous. We genieten van het uitzicht op de rivier voor onze lodge, er komen telkens rafts voorbij en 2 mannen zijn aan het oefenen in de stroomversnelling met kleine kayaks. Leuk om te zien. Rob maakt Italiaanse ravioli met spagettisaus. In de vroege avond willen we de Maligne Road nog een keer rijden om wild te spotten. Ondertussen wordt het weer alsmaar beter en beter, het is nu 24 graden.
Na het eten rijden we met een slakkengangetje de Maligne road nog een keer helemaal af en met succes. We zien een moederbeer met 3 kleintjes besjes eten langs de weg. Wat zijn ze schattig! We maken 10-tallen foto's vanuit de auto maar het valt niet mee om in de schemering de zwarte bollen wol scherp in de zoeker te krijgen. We zien ook nog 2 elanden en maken foto's van de zonsondergang. Rob laat zijn lensdop op het dak van de auto liggen en zoekt zich terug bij de lodge een bult. Een goede les....
In het donker rijden we terug naar Jasper. Het licht van de auto is niet echt super en de tegenliggers verblinden ons telkens het zicht op de donkere weg. Moe maar voldaan vallen we in slaap. Het was weer een mooie en leuke dag met veel natuur en eindelijk weer eens beren. Morgen verlaten we de Rocky Mountains en rijden richting Clearwater.
Halverweg Mount Robson en Wells Gray Park maken we in het plaatsje Blue River een stop bij de Blue River Safari. Thuis al beloofden ze ons "tons of bears", we gaan het meemaken! We kunnen meteen in een snelle jetboot stappen (na betaling van $ 72 p.p. excl. tax) en een uur lang varen we langs de oevers van de North Thompson rivier en zien een 3-tal zwarte beren van heel dichtbij. Grizzly's hebben we nog steeds niet gezien maar de gids vertelt dat Grizzly's territoriaal zijn, geen zwarte beren in hun gebied dulden en ze meteen doden. Dus, waar zwarte beren zitten zul je geen grizzly's vinden en omgekeerd. Vlak voor onze boot steekt een grote zwarte beer het meer over. De boottocht is een goede optie om van heel dichtbij op een veilige manier beren te bekijken en te fotograferen.
Dag 9. Van Jasper naar Clearwater.
Gereden afstand: 450 km.
Overnachting : Clearwater Valley Resort.
We rijden vanochtend Jasper in om te tanken en te pinnen en zien een 4-tal herten en een grote bok de kruising voor het dorp oversteken. Een toerist die gestopt is om foto's te maken rijdt snel weg als de bok met zijn immense gewei op de auto afkomt. Deze jongens zijn dus echt heel gevaarlijk als je in de weg gaat staan. Het is vandaag best een lange rit. Net buiten Jasper zien we auto's stoppen op de drukke weg. Er zijn weer zwarte beren gezien. We maken een noodstop en weer een boel onscherpe foto's. Het valt echt niet mee om ze scherp op de plaat te krijgen. Wat verderop staat een eland te grazen. Nu is het nog maar een paar graden boven nul maar vandaag zullen we 28 graden halen in de namiddag! Onderweg passeren we Mount Robson, de hoogste berg van de Rockies.
We rijden door naar Clearwater waar we al om 3 uur inchecken bij de lodge en meteen doorrijden naar Wells Gray Provincial Park, land van cowboys,vulkanen en watervallen. We kunnen trouwens de klok een uur terugdraaien want we zijn een tijdgrens gepasseerd. Het Park is een 5000 km² groot natuurgebied, gelegen in de Oostelijke Cariboo Mountains. Veel tijd hebben we hier helaas niet maar we kunnen vanmiddag de highlights van het park in een rustig tempo bezichtigen. We besluiten eerst helemaal naar achter te rijden om van daaruit weer terug te komen naar het begin van het park.
We beginnen bij Bailey's Chute Viewing platform waar de zalmen over een waterval zouden springen. Rob gelooft er niks van totdat we met eigen ogen zien hoe grote rode zalmen de hoge kolkende waterval opspringen, telkens terugvallen en het opnieuw proberen. Heel bijzonder dat we dit kunnen zien en zelfs goed op de foto kunnen krijgen. Hierna volgen er stops bij watervallen zoals de Dawsons Falls, een niet zo hoge maar wel zeer brede waterval van zo'n 90 meter en de Helmcken Falls, door de opstijgende waterdampen en het hoogteverschil in de waterval erg spectaculair om te zien. Om 19.00 uur zitten we aan tafel in een "Family Dinner" restaurant waar de dames zich tegoed doen aan een schnitzel ter grootte van een koekepan. Goed eten en altijd gezellig, die familierestaurants. Morgen rijden we maar 275 km...
Dag 10. Van Clearwater via 108 Mile Ranch naar Riske Creek .
Gereden afstand: 350 km.
Overnachting : Chilcotin Lodge.
Vanochtend zijn we met een tussenstop bij de drogist en supermarkt weer lekker op tijd onderweg naar onze volgende bestemming. We rijden vandaag dwars door het Cariboo-Chilcotin gebied over de kronkelende Highway 24 naar het Westen. Een stukje voorbij Little Ford op Hwy 24 zien we rond 10-en uitnodigende borden met de tekst:"Cappuccino". We rijden het erf op van een lodge langs het meer en een aardige Italiaanse vrouw bedient ons van cappuccino's en een espresso met 3 plakken zelfgebakken cake. Het is een iddylisch plekje waar het letterlijk uitpuilt van de jonge poesjes. We genieten van ons tussendoortje in een lekker zonnetje maar de pret is van korte duur als we ruim $ 50 dollar moeten afrekenen. We worden vet getild maar zijn eigenlijk zo verbaasd en gegrepen door de listige woordenvloed van de Italiaanse dat we gewoon wegrijden zonder verhaal te halen. Het duurste kopje Cappuccino ooit… Hoe kan het nou toch slecht gaan met Italie?
Rond 1 uur komen we aan in Williams Lake, na een korte stop bij de 108 Mile Ranch, een historisch buitenmuseum met oude gebouwen. We doen nog wat extra boodschappen in Williams Lake, want hierna is er niet veel meer te krijgen en we rijden door een compleet ander landschap naar de Chilcotin Lodge in Riske Creek, bovenop het Chilcotin Plateau. We komen aan bij een huis wat gebouwd is in 1940 en geheel in ouderwetse stijl is gerenoveerd. Lodgekeeper Ria, een Nederlandse vrouw, wijst ons de kamers die sinds de tijd van de goldrush niet meer veranderd lijken. We zijn in cowboyland aangekomen, midden op de prairie.
Nadat we de broodnodige spullen op de kamer hebben gestald, besluiten we naar Farwell Canyon te rijden. Dit is een woestijnachtig landschap met door erosie gevormde hoodoos, te bereiken via een onverharde weg vlakbij de Chilcotin Lodge. We komen aan bij een brug over de rivier en zien de hoodoos erachter oplichten in de zon. Bijzonder want het doet helemaal niet Canadees aan en door de vissende First Nations wanen we ons bijna in Arizona.
De First Nations staan wat te vissen en te niksen. Net voorbij de brug is een paadje wat naar de Chilcotin Rivier rivier leidt. We rijden naar beneden en zien hoe een native vrouw de net gevangen zalm aan het fileren, zouten en drogen is. Het is voor hen een soort seizoensarbeid. Ze heeft er vandaag al ruim 200 gedaan terwijl de mannen zorgen voor aanvoer van verse vis. We zien de zalmen aan de oevers stroomopwaarts zwemmen. Terug bij de lodge eten we natuurlijk zalm en drinken we koffie. Ruim op tijd liggen we op onze ouderwetse en smaakvol ingerichte kamers te slapen en we wanen ons terug in de tijd. Brenda schittert van plezier in haar Mary Servaes themakamer.
Dag 11. Van Riske Creek naar Anahim Lake .
Gereden afstand: 300 km.
Overnachting : Eagle's Nest Lodge.
Onze volgende stop is Anahim Lake. We verlaten het cowboylandschap en rijden weer richting besneeuwde bergtoppen. Onderweg zien we koeien, cowboys en een veranderend landschap. We komen best vroeg aan bij de lodge die ligt aan de weg tussen Anahim Lake en Bella Coola. Het is een kleine lodge met huisjes aan het meer. Wij hebben de mooiste hut met een keuken, 2 slaapkamers, een veranda en jawel, een heuse poepdoos. De overvriendelijke beheerder heeft bij aankomst meteen slecht nieuws voor ons; de North Discovery Coast Passage Ferry van Bella Coola naar Port Hardy is vanwege motorpech gecancelled! Oef, da's flink balen en het beheerst onze de rest van de dag. Gelukkig had Anita een voorgevoel en maakte ze een noodplan. We zullen helemaal terug moeten rijden via Whistler naar Horseshoe Bay om daar een ferry naar Vancouver Island te nemen. Damn…. Dat is een reis van een paar dagen en ruim 1250 km!!!!
De middag brengen we door onder de parasol op de lodge en in een klein motorbootje dat we voor 1 1/2 uur hebben gehuurd. We tuffen heerlijk over het meer en zien pelikanen en een Golden Eagle. Het is er zo rustig. We eten in het restaurant van de lodge, een ouderwets ogende tent in Engelse stijl. Omdat het tegen donker best koud is stoken we de houtkachel in het huisje iets te lekker op waardoor het meer een sauna lijkt. De avond vullen we met nadenken over hoe nu verder en plannen voor de komende dagen. We zullen de Heckman's Pass, het gebied rondom Bella Coola en Tweedsmuir NP moeten laten schieten om op tijd op Vancouver Island te zijn voor de Orkatocht. Geen zalmvangende grizzlyberen in Tweedsmuir park dus en ook geen mooie ferry-overtocht. En nou maar hopen dat alles goed gaat...
Dag 12. Van Anahim Lake naar Squamish .
Gereden afstand: 750 km.
Overnachting : Sandman Hotel Squamish.
De coyotes huilen elkaar goeiemorgen toe als we wakker worden en in de kou vroeg wegrijden bij de lodge. Vandaag gaan we kilometervreten! Tijdens het inladen van de auto komt er nog een grote Golden Eagle laag over het meer gescheerd. Ook vandaag laat de zon zich toch van zijn beste kant zien voor de tijd van het jaar. De vriendelijke en behulpzame manager van de lodge verzekert ons dat we echt niet op de boot hoeven te rekenen en dus gaan we de omweg echt rijden. We moeten het hele eind terug wat we al gereden hebben vanaf Williams Lake. Onderweg komen we weer langs de lodge van Ria en omdat Anita haar borstel heeft laten liggen gaan we even langs om te vragen of ze hem heeft gevonden. En jawel hoor, ze had hem nog niet weggegooid. Ze vraagt of we gisterenavond het Noorderlicht ook hebben gezien. Bij haar was het heel spectaculair, het had alle kleuren. Wij hebben wel iets gezien maar dachten niet aan Noorderlicht omdat het wit van kleur was. In al die 12 jaar dat Ria in Canada woont heeft ze nooit eerder het Noorderlicht gezien. Het is raar gesteld met het klimaat dit jaar, ook in Canada.
Bij Williams Lake eten we rond 12:30 een broodje Subway en gooien de tank nog maar eens vol. We moeten dan nog zeker 500 km rijden. De TomTom is al die dagen al een trouwe reisgenoot maar vandaag vertoont hij kuren. Bij het dorpje Clinton stuurt hij ons van de weg af, via Kelly Lake. De verharde weg verandert in een zandpad en voor we het weten gaan we een steil smal bergpad op, ver van de bewoonde wereld. We moeten 19 km rijden om de berg te beklimmen en weer af te dalen en soms is het best angstig sturen langs diepe afgronden. Gelukkig komen we uiteindelijk weer op het asfalt terecht en rijden we verder door een woestijnachtig mooi gebied wat een beetje lijkt op Arizona. Inmiddels is het buiten 35 graden. De laatste 125 km naar Whistler is het afzien door de bergen. Uren aan een stuk rijden we door steile haarspeldbochten en als we eindelijk onder aan de berg zijn beginnen de dames wat te ruiken. We zetten de auto aan de kant en zien dat de voorremmen roken en smeulen. Met een paar flessen water blussen we het brandje. Oeps, toch iets te hard de berg afgedenderd... In een iets rustiger tempo komen we rond half zeven aan in Whistler, een skidorp waar in 2010 de winterspelen zijn gehouden. Alle hotels zitten vol en het is er veel te duur. We krijgen het advies door te rijden naar Squamish, op een uur rijden van Vancouver. Hier is het kennelijk een stuk goedkoper. 3 kwartier later staan we bij het Best Western Hotel en krijgen te horen dat het vol zit. Het nabij gelegen Sandman Hotel (gloednieuw) heeft nog wel kamers en in luxe sluiten we de dag af. Eten doen we snel bij Wendy's (maar dat is meteen de laatste keer want de hamburgers waren spekvet). Brenda zien we vanavond niet meer want die is doodop en nog steeds verkouden. We weten ook nog niet wat de komende 2 dagen ons gaan brengen. Maandagavond zijn we weer op schema en dinsdagochtend gaan we walvissen en Orka's kijken. Woensdag vertrekken we met het watervliegtuig naar de onbewoonde wereld van de Grizzly's. Vanuit onze veel te luxe suite lijkt dat haast onwerkelijk maar we weten dat we het gaan redden.
Dag 13. Van Squamish naar Parksville (Vancouver Island).
Gereden afstand: 125 km.
Overnachting : Sea Edge Motel.
Rob is al om 6 uur buiten maar wordt gewaarschuwd uit te kijken. Er lopen 2 zwarte beren op de parkeerplaats van het hotel. De manager heeft het er maar niks op. We laden de auto in en zoeken even naar een werkende ATM zodat we de pot weer aan kunnen vullen. Anita belt nog eens met BC Ferries om onze 900 dollar van de gemiste boottocht terug te claimen.
Vandaag rijden we naar Horseshoe Bay (45 km) waar we de ferry nemen naar Vancouver Island. Iets na 10-en komen we aan bij de ferry en we kunnen mee met de boot van 12:50. We slenteren wat door de leuke en gezellige haven, drinken koffie en stappen om 12:15 in de auto. Even later rijden we de veerpont op. Het is een joekel van een schip met heel veel passagiers en wel 5 dekken. We zorgen zo snel mogelijk dat we boven aan dek komen en met een keiharde scheepstoeter verlaten we de haven.
Onderweg zien we geen walvissen of Orka's maar zien we wel de skyline van Vancouver in de verte. Om half drie rijden we in Nainamo van de boot af. Het is best een grote stad en we rijden het stadscentrum binnen waar we wat eten om vervolgens richting het Noorden van Vancouver Island te rijden. We hebben besloten de weg langs de kust te rijden en ergens een plek te zoeken om te slapen. In Parksville stoppen we bij het visitor center en vragen naar de lokale bezienswaardigheden en plaatsen om te slapen. We boeken een prima motel met keuken, 2 slaapkamers en zicht op zee voor $150.
Na een stevige bak koffie rijden we nog 40 km vanaf de kust richting Tofino om bij Cathedral Grove, een onderdeel van Mac Millan Provincial Park, de grote woudreuzen te bewonderen met mooie toegankelijke houten wandelvlonders. Met zijn 800 jaar oude Douglas Fir, Western Hemlock, Grand Fir en Western Red Cedar bomen is het absoluut een bezoekje waard. Het is nog één van de laatste stukken oerbos en gematigd regenwoud van het eiland.
Het wordt al langzaam donker als we rond 19:00 terugzijn in Parksville. Eten doen we (alweer) bij een prima familierestaurant. Morgen moeten we 350 km naar het Noorden rijden waar we 6 uur over gaan doen. Dan zijn we weer terug op schema. Het weer is nog steeds prima, vandaag ruim 33 graden met een strakblauwe lucht en geen zuchtje wind. De komende dagen gaat het wel wat minder worden. Maar toch, we hebben nog steeds heel veel geluk.
Dag 14. Van Parksville naar Port McNeill.
Gereden afstand: 265 km.
Overnachting : Haida Way Motel.
We rijden door en komen rond 3 uur aan bij ons motel waar we de spullen droppen. Onderweg op een rustplaats hadden we een Canadees stel gesproken die ons de tip gaven naar het dorpje Fort Ruppert bij Port Hardy te rijden. Hier zouden de mooiste totempalen van het eiland staan. Na wat zoeken vinden we het dorpje uiteindelijk iets onder Port Hardy. Er staan inderdaad mooie totempalen en er is een hele aparte begraafplaats van de Kwakiutl Natives. Je mag er eigenlijk geen foto's maken maar dat hoorden we te laat.
We rijden door naar Port Hardy. Dit is een uithoek in het Noorden en er is echt weinig te beleven. We bekijken het park en rijden terug naar Port McNeill. Onderweg zien we nog een watervliegtuig opstijgen en wat verder moet Rob vol op de rem voor een zwarte beer die oversteekt. We kunnen hem nog maar net ontwijken.
Er zit een goed restaurant aan de haven. Aan de steiger ligt een DHC-2 Beaver watervliegtuig. In het motel zit veel werkvolk, meest ruwe mannen die in de bosbouw werken. De kamer is simpel maar schoon maar meer hebben we ook niet nodig.
Om 06:00 hangt er een dieprode gloed over de zee voor onze cabin. We ontbijten in het huisje en rijden pas om 09:00 naar Port Hardy in het Noorden, waar we eigenlijk vandaag van de ferry zouden zijn gekomen. Anita heeft een goedkoop motel geboekt in Port Mcneill, zodat we dicht bij Telegraph Cove slapen, de plaats waar we morgen de Orkatocht gaan doen. We starten op de snelweg maar nemen al snel de weg langs de kust omdat deze stukken mooier is. In Campbell River maken we een stop bij een begraafplaats van Indianen. Er staan authentieke totempalen en er zit zowaar ook nog een Bold Eagle hoog boven in een boom.
Dag 16 en 17. Verblijf in en rondom de Knight Inlet Lodge.
Het verblijf bij de Grizzly's is een verhaal in een verhaal. Een beleving van ontzag, verbazing, geluk, dankbaarheid en vooral genieten. We hebben een aparte pagina gewijd aan ons verblijf in de Knight Inlet Lodge. Niet dat we andere dieren tekort willen doen maar dit was voor ons heel wel heel speciaal. Klik op de foto om naar de pagina te gaan.
Dag 18. Van Campbell River naar Tofino.
Gereden afstand: 300 km.
Overnachting : Middle Beach Lodge.
Na de adrenalinerush van de Grizzly's rijden we vandaag weer een redelijk stuk naar Tofino, aan de Westkust van Vancouver Island. Tofino is vooral bekend van de walvistochten op de Pacifische Oceaan en het Pacific Rim NP. Het is een mooie route met veel bergen en haarspeldbochten. Onderweg komen we nog langs Sproat Lake, bij het dorpje Port Alberni, home of the mighty water bombers. Helaas is het bedrijf na augustus dicht voor toeristen.
De weersvoorspellingen voor de komende dagen worden al minder. De zomer loopt op zijn eind en als de omslag komt dat zal het ook dagen gaan regenen. Vooralsnog is het gelukkig nog droog. Rond half 2 zijn we in de buurt van Tofino. We zien voor het eerst het strand aan de Pacific Ocean. Het weer is guur met veel wind en donkere luchten. Regenen doet het echter nog niet. We rijden verder en komen aan bij onze lodge. Ons huisje is prachtig met uitzicht op de zee. Brenda slaapt op een open zolder. We boeken alvast een walvistocht voor morgen en rijden naar het dorp waar we wat slenteren en winkeltjes kijken. Ondertussen is het serieus gaan regenen en we zijn bang dat de rest van onze dagen in Canada de zon het zal laten afweten. Terug in het huisje lezen we wat en doen een middagdutje want de reis begint zijn tol te eisen. Na 6-en rijden we naar een visrestaurant in de haven van Tofino en de meiden maar gaan weer eens aan de zalm. Rob heeft een halve krab besteld die hij met lange tanden opeet. In ons huisje rookt wat later de koffie en het is er lekker warm. Morgen om 10:00 hebben we de walvistocht en daarna zien we wel wat we gaan doen.
Dag 19. Verblijf in Tofino.
Gereden afstand: 100 km.
Overnachting : Middle Beach Lodge.
Om 10 uur staan we in de haven bij Weigh West in Tofino. We gaan met een snelle boot met 450 pk de zee op. Behalve wijzelf is er een koppeltje uit Nainamo en een ouder stel uit Luxemburg. De man is een grappige clown van midden 60 die constant commentaar levert bij zijn eigen filmopnames. Onze kapitein heet Pipo, een koddig klein gezet kereltje die 20 jaar geleden vanuit Lille hier naartoe is gekomen en al die tijd in de Whalewatch Industry heeft gewerkt. Op verzoek van de Luxemburger gaan we eerst nog kijken of we beren kunnen vinden langs de stranden. Pipo maakt intussen grap over grap en de Luxemburger doet driftig mee. De sfeer aan boord is dan ook opperbest. Pipo stelt dat we beter eerst beren kunnen gaan zoeken zodat straks alle boten weg zijn bij de walvissen. Hij scheurt met de boot over de zee alsof het een formule-1 wagen is. Als we de open zee opvaren begint de Luxemburger al groen aan te lopen en het lachen wordt dan ook steeds minder. Als we over een golf duiken blijft de Luxemburger als het ware in de lucht stilhangen en hij komt vreemd neer tussen de banken. Hij houdt het voor gezien en is de rest van de trip achter bij de reling te vinden, voor het geval dat.....
Na een tijdje dobberen vraagt Pipo of we nog willen zoeken naar Bultrug walvissen (de grote jongens). In tegenstelling tot de grijze walvissen springen deze knoepers vaak uit het water. We stemmen in. De Luxemburger knikt ook ja maar wil het liefst naar de wal. Van zijn lolbroekerij is weinig meer over en zijn vrouw spuit constant een puf parfum onder zijn neus om te voorkomen dat hij gaat overgeven. Een paar minuten later zien we op volle zee een klein rubberbootje. Ervoor springt een bultrugkalf van wel 5 meter uit het water. Hoera, we hebben een moeder met kalf gevonden. Het kalf is in een speelse bui en springt keer op keer uit het water om met een grote klap weer terug te vallen. We moeten weer minstens 100 meter afstand houden. Na 2 1/2 uur staan we voldaan weer in de haven.
Midden op zee stopt Pipo ineens bij een bos kelp. Erachter zwemt een zeeotter die nieuwsgierig naar ons kijkt en telkens even onderduikt. We hebben geluk dat we deze eenzame drijver zien. De zee is woest en indrukwekkend, de golven metershoog en het water kolkend. En het stormt niet eens! Pipo zegt dat er hierna niks meer is en dat de volgende halte Japan is. We varen naar eilanden waar dikke vette Stellar zeeleeuwen elkaar het leven zuur maken en we zien zeehonden die Pipo Killer Whale sausages noemt. Dan wordt het tijd om op zoek te gaan naar walvissen. In een baai treffen we een grijze walvis die we vinden door te zoeken naar de fontein die omhoog spuit als het dier ademhaalt. De meeste grijzen walvissen zijn alweer op weg terug naar Baja California in Mexico, deze is om de een of andere reden achtergebleven. Pipo vertelt nog dat er hier ook Grote Witte Haaien rondzwemmen. maar die zien we helaas niet.
In Ucluet zien we een oud schip uit 1934 in de haven liggen en we drinken en eten wat aan boord. In het Pacific Rim NP bekijken we wat stranden die woest zijn en bezaaid zijn met bomen en rotsen. Sommige standen zijn drukbezocht door "surfdudes" die proberen een golfje te pakken. De paden naar de stranden lopen door het Arctische regenwoud met prachtige varens, mossen en paddenstoelen. Eigenlijk zou het vandaag regenen maar het is zowaar droog gebleven met een matig zonnetje. Tegen 4-en betrekt de lucht en gaat het dan toch nog regenen. We rijden terug naar de lodge waar Brenda kookt en een heerlijke spaghetti voor ons maakt.
Dag 20. Van Tofino naar Duncan.
Gereden afstand: 270 km.
Overnachting : Motel 8 Duncan.
Rond half 2 komen we aan in Chemainus, een dorpje in de buurt van onze eindbestemming Duncan. Dit is een soort van Volendam-achtig dorpje met een 30-tal grote muurschilderingen waarop de geschiedenis van het dorp is uitgebeeld. De terrasjes zijn goed gevuld en wij sluiten ons graag aan voor een drankje.
Vanochtend regent het maar na het ontbijt wordt het snel droog en laat de zon zich soms heel even zien. We rijden terug richting Westkust om bij Parksville de snelweg naar het Zuiden af te rijden. We zien onderweg onze laatste zwarte beer en net buiten Parksville stoppen we voor koffie bij "Goats on the Roof", een soort jaarmarkt waar de geiten op een met gras bedekt dak lopen van een koffietentje. Ut mot nou toch al nie veel gekker worden.... Een straatmuzikant speelt een vrolijk deuntje en een fokker van een heel bijzonder hondenras toont er vol trots zijn kroost aan het publiek.
We rijden door naar Duncan, een wat grotere stad die bekent staat om de totempalen. Het is zondag en het stadje is compleet uitgestorven. De totempalen vallen erg tegen, ze zijn nieuw en staan krjskras tussen moderne gebouwen. In het Noorden waren ze toch echt veel mooier. De truc van Chemainus werkt hier dus niet! We slapen in een Motel 8 en kunnen voor de volgende dag helaas geen walvistocht meer boeken in Cowichan Bay. Het seizoen loopt ten einde en alles blijkt volgeboekt. We gooien de planning om zodat we morgen eerder afreizen naar Vancouver om daar wat langer rond te neuzen.
Dag 21 en 22. Vancouver stad.
Gereden afstand: 100 km.
Overnachting : Best Western Downtown Vancouver.
Het is goed om Duncan achter ons te laten want er is niet veel te doen. Gelukkig krijgen we er wat extra tijd voor terug in Vancouver. Voordat we de ferry nemen in Nainamo maken we nog een Japanse stop in Cowichan Bay, een schattig klein havenplaatsje van waaruit walvistochten vertrekken. Hierna rijden we in één ruk door naar Nainomo voor de ferry naar Horseshoe Bay. We hebben de boot van 12.50 uur en onder het genot van een stralende blauwe lucht, heerlijke koffie en een Fillipijnse muzikant die liedjes speelt op een gitaar gaat de tijd snel. We zijn ruim op tijd in Vancouver om naar de Capilano Suspension Bridge te gaan. De entree is pittig en het is er druk met toeristen maar het park is absoluut de moeite waard. Topattractie van het park is de 137 meter lange hangbrug, 70 meter boven de canyon. Ook alle andere attracties in het park zijn mooi aangelegd, langs hangende kliffen en toppen van reuzebomen.
Nadat we onze koffers in het hotel hebben gedropt (we moeten helaas 2x wisselen van hotel in de stad, omdat er geen kamer was 2 nachten) gaan we op pad om de omgeving van het hotel te verkennen. Vancouver oogt verschrikkelijk druk na alle rust en ruimte van de laatste 3 weken. Morgen hebben we een volle dag om de stad bij daglicht te ontdekken. Met bijbetaling van 14 dollar mogen we de auto tot 14:00 in de parking van het hotel laten staan. Het is slim om Downtown Vancouver gewoon te voet te bekijken. We struinen als eerste één van de oudste wijken van Vancouver Gastown af met zijn stoomklok, boetiekjes en historische huizen. Er worden nog wat snuisterijen gekocht waarna we op zoek gaan naar Chinatown. We willen hier de Mingtuin van Dr.Sun Yat-sen Classical Chinese Garden graag bekijken, een oase van rust en groen in het drukke Vancouver. Tussen de wijken Gastown en Chinatown is het wat minder tof door de zwervers en junks die zeer aanwezig over straat zwalken. Toch komt Vancouver op ons over als een tolerante en gemoedelijke stad.
Dag 23. Vancouver en de terugreis naar Nederland.
We genieten vanochtend nog van een laatste ontbijtje met flensjes en aardbeien met slagroom waarna het de hoogste tijd is om de koffers te pakken en naar de luchthaven te rijden. Het inleveren van de huurauto bij Hertz (op het vliegveld) gaat razendsnel. Een paar uur later kruisen we op 10 km hoogte over de plekken in de Rocky's die we 3 weken eerder bezochten. Na een vlucht van ruim 8 uur (1 uur minder door de jetstream), weinig slaap, slechte stoelen en uitgebluste stewardessen zitten we om half 12 Nederlandse tijd weer thuis aan onze vertrouwde keukentafel. Het goeie weer dat we eerder uit Nederland hadden meegenomen hebben we nu weer mee terug gebracht uit Canada; het is zowaar zonnig in Nederland!
Alle indrukken, het rijden door het mooie Canada, de vergezichten, de hoge bergen, woeste rivieren en opvallende dieren moeten thuis allemaal nog rustig worden verwerkt. Als gepassioneerde Amerikagangers vonden wij Canada anders, een stuk gemoedelijker maar zeker niet minder de moeite waard. Integendeel, Canada heeft unieke bezienswaardigheden en natuur die je nergens anders ter wereld zult tegenkomen. Wij danken Brenda voor haar plezierige gezelschap, het samen genieten van alle mooie dingen en haar kookkunsten die eerdere culinaire staaltjes van kookvriend Marcel ruim zijn overstegen! Dag rust, dag vogels, dag beren, dag Orka's, dag Canada, houdoe en tot snel!
We krijgen een stijve nek van het kijken naar de grote glazen kantoorgebouwen en lopen langs de haven met uitzicht op de cruiseschepen, Bij Canada Place stijgt vliegtuig na vliegtuig op vanaf het water en we komen er ogen en oren te kort. Het is alweer middag als we snel wat eten naar Stanley Park rijden. Wat een stadspark zeg, één van de grootste van het Amerikaanse continent! We kopen een parkeerkaartje zodat we de auto overal in het park mogen parkeren. Er volgt een mooie route door het park die ook met de fiets of te voet gedaan kan worden. Bij onze eerste stop zien we meteen al een leuke verrassing; onze eerste wasbeer. Wat een grappig beestje zeg! Hierna is er meteen weer een verrassing want bij terugkomst bij de auto vinden we een parkeerbon van $30. Maar we hadden toch betaald? We stonden iets buiten het parkeervak geparkeerd en dat mag niet. Later in het hotel betalen we de bekeuring via Internet.
We rijden snel door naar de totempalen aan de Oostkant van het park waar je ook een mooi uitzicht hebt over de stad. De tijd vliegt in dit bijzondere park en dus komen we te laat aan bij het Vancouver Aquarium omdat we onderweg teveel rollende en tollende wasbeertjes tegenkomen. We kunnen er maar geen genoeg van krijgen. Met een laatste blik op de Lions Gate Bridge en een mooie zonsondergang eindigt onze vakantie in Canada. Wij zijn eigenlijk geen stadsmensen maar Vancouver is toch een mooie en interessante stad die niet in het programma mag ontbreken als je naar Canada gaat.
Dag 15. Van Port McNeill via Telegraph Cove naar Campbell River.
Gereden afstand: 265 km.
Overnachting : Heron's Landing.
Vandaag gaan we proberen om Orka's en walvissen te spotten bij het beroemde Telegraph Cove. Als we iets over achten aankomen in het haventje is het er nog lekker rustig. We kopen een parkeerkaart en maken wat foto's van de historische gebouwtjes. Stipt om 9 uur varen we uit met Stubbs Islands. Het is vandaag maar een sombere mistige dag maar de zee is zo glad als een spiegel. We varen door de Johnstone Strait en de Blackfish Archipel langs een kolonie zeehonden en gaan verder de zee op.
Even later zien we vanaf grote afstand een enorme vin door het water klieven. Wow, een wilde Orka. De boot moet altijd minimaal 100 meter van de zoogdieren vandaan blijven maar we zien er tientallen. Grote mannetjes, moeders met kleintjes en Orka's die jagen op vis. Het is fenomenaal om te zien. Fotograferen is een heel ander verhaal, de Orka's zijn ver weg, de zee is triest en de lucht grijs. Wat is het moeilijk om ze mooi op de foto te krijgen. Maar we genieten van iedere seconde. Met regelmaat zien we ook Grijze walvissen opduiken en weer ondergaan, met een grote staart sierlijk door het water klievend. Terwijl we naar de voorkant van de boot kijken duikt op enkele meters achter de boot een joekel van een walvis op.
Wat verderweg zien we de massieve Bultruggen uit het water springen en met een grote splash terug in zee vallen. "Jullie hebben heel veel geluk vandaag", zegt de kapitein. Al met al hebben we honderden foto's geschoten maar er zitten slechts een paar mooie bij. We zien verder nog een Bold Eagle met 2 jongen en een hele troep Stellar zeeleeuwen die veel kabaal maken. Brenda en Anita krijgen onder in het schip nog bijles over de Orka's van een bioloog.
Om 12 uur zijn we alweer terug aan wa. Het was een ervaring om nooit te vergeten!! We eten wat in het restaurantje en het is al 3 uur als we aanrijden richting Campell River, een tocht van een kleine 200 km. We arriveren bij Heron's Landing, wat als onze uitvalsbasis voor morgen dient om naar de Grizzly's in de Knight Inlet te gaan. We krijgen een suite en de kamer is haast even groot als thuis met een eigen keuken, groot balkon en uitzicht op de zee. Morgen om half 9 moeten we ons op het watervliegveld melden.