Dag 23, Wo. 18 augustus, aankomst in Nederland.

Om 14:45 landen we met mooi zonnig weer op de nieuwe Polderbaan van Schiphol. Het taxiën lijkt een eeuwigheid te duren. Dit wordt weer goed gemaakt door de snelle aflevering van de koffers en als we een kwartier later buiten staan zien we de bus van Van der Valk al voor de halte. Nog eens een klein kwartiertje later zitten we in onze eigen auto op weg naar het Brabantse land. Een tochtje van een uur wordt een vervelende rit van bijna 3 uur door een dikke file voor Den Haag en Rotterdam. Hoera, hoera, we zijn weer in Nederland. Als we om 18:15 de voordeur opendoen staan onze poezen ons al blij en gelukkig op te wachten. We zijn weer thuis maar zouden zo weer terugvliegen.

Costa Rica, PURA VIDA!!!!!!!!!!!!

Heb je iets aan onze informatie en/of ons reisverslag gehad of heb je zelf nog tips voor Costa Rica? We zouden het leuk vinden indien je ons laat weten dat je hier was, door een berichtje te schrijven in het gastenboek.
Vertrek, Ma. 26 juli, aanvang van de vakantie.

Op 26 juli vetrekken we om 20:00 uur. Het is lekker rustig op de weg en een uurtje later arriveren we in het A4 Hotel, net onder de rook van schiphol. We moeten de volgende ochtend om half 11 vliegen en dit is een rustige manier om morgen aan de grote oversteek te beginnen.

Dag 1, Di. 27 juli, vertrek met Martinair naar Costa Rica.

De take-off staat gepland voor 10:30 en dus moeten we al om 07:30 op Schiphol zijn (3 uur voor vertrek). Na een uitgebreid ontbijt staan we, na een korte busrit vanuit het hotel, binnen 10 minuten in de vertrekhal. Bij de incheckbalie van Martinair hebben we de pech dat we een extra controle op de koffers krijgen. Omdat de beveiligingsman 2 jaar eerder mijn keurig ingeruimde koffer ook als eens op z'n kop gooide, kregen we enige respijt en mochten we zelfs inchecken bij de starklasse. De vriendelijke medewerkster van Martinair was zo aardig om ons goeie stoelen te geven met veel beenruimte. De scheelt een stuk op zo'n lange reis.

Na de nodige extra controle's kiezen we rond half 12, met een ruime vertraging, het luchtruim. Vanuit de Boeing 767-300ER (Extra Range) nemen we afscheid van onze auto die we door de wolken nog net op de parkeerplaats kunnen zien staan.

We vliegen precies over Londen en steken uiteindelijk loodrecht de grote plas over richting Miami. De service aan boord is prima, het eten goed en het kleine beetje extra beenruimte zorgt verder voor een prettige vlucht. Precies 9 uur later landen we in de regen op Miami waar we een boel controles en veiligheidsprocedures moeten volgen om vervolgens in een terminal te worden gestald. Dit slaat nergens op en vanwege nog eens een extra controle op het vliegtuig lopen we nog wat extra vertraging op. !

Eindelijk kan dan het 2e gedeelte van de reis beginnen die nog zo'n kleine 2 ½ uur gaat duren. Via de Florida Keys, die prachtig afsteken tegen het lichtblauwe water, vliegen we dwars over Cuba om vervolgens de Caribische zee over te steken. Bij Nicaragua vliegen we weer boven land om af te zakken naar het zuiden. De landing om 17:00 uur op San José is zacht maar door de zware bewolking moeilijk vanuit de stoel te volgen.

Wat meteen opvalt is de gemoedelijkheid en vriendelijkheid waarmee de douane en immigratiebeamtes de passagiers verwelkomen. Geen stugge gezichten of hard geschreeuw zoals op Amerikaanse vliegvelden, maar vriendelijk ogende beambten die snel en zaakgericht te werk gaan. We staan dan ook al snel buiten waar een medewerker van Interbus ons al met een naambordje staat op te wachten. Heel erg gemakkelijk allemaal. Met een busje worden we na een klein half uurtje rijden afgezet in Hotel Balmoral, midden in het hart van San José. Op de 7e verdieping is het restaurant waar we nog een cocktail en een biertje drinken. De vermoeidheid van de reis zorgt er echter voor dat we, nadat we nog snel even een fles water hebben gekocht in een supermarkt in de hoofdstraat, al snel in slaap vallen. Op straat klinken de klanken van de straatmuzikanten die menig serenade brengen aan de toeristen. Overigens, vrijwel overal in Costa Rica is het publieke water prima te drinken. Hier en daar zit er een chloorsmaakje aan maar ook dat went. Flessen bronwater zijn goedkoop en overal verkrijgbaar.
Dag 2, Wo. 28 juli, vrij verblijf in San José.
(Balmoral Hotel)

Om 05:15 zijn we klaarwakker, flink bijgeslapen. We hebben een spiraaltje meegenomen om zelf koffie te zetten. Dit werkt ook op 110V prima en de meegenomen zakjes vinden tijdens de gehele vakantie dan ook gretig aftrek. In de meeste hotels echter is 24 uur per dag koffie gratis beschikbaar. En Costa Rica is het koffieland bij uitstek en dus bijna altijd heerlijke koffie!
We eten een uitgebreid ontbijt en besluiten vandaag de stad te verkennen. We blijken midden in het centrum te vertoeven, alle bezienswaardigheden liggen op loopafstand rondom het hotel. En goeie keuze dus! Om 08:00 lopen we naar de Blanco National om eurocheques en dollars te wisselen voor colones. Bij het oude postkantoor lopen we nog even snel de plaatselijke tourist information binnen waar we een handig kaartje krijgen van het stadscentrum en de bezienswaardigheden.

Bij de bank heerst een zeer formele sfeer. Een kopie van het paspoort is niet voldoende en dus moet ik terug naar het hotel. Bij terugkomst zit Anita op een bankje voor het oude postkantoor, vergezeld door een rijkelijk handschuddende Tico die erg vriendelijk en goedlachs is.

Je moet niet naar de bank toegaan om snel geholpen te worden want ook nu duurt het weer lang. De beambte verzint een smoesje dat de computer niet werkt en gaat vervolgens doodleuk staan kletsen met een collega. Na het nodige papierwerk hebben we even later onze eerste colones in de knip.

Vanaf de bank lopen we in minder dan 15 minuten naar het Jademuseum. Het is even zoeken omdat het museum zich bevindt op de 11de verdieping van een kantoorgebouw. Dat moet je dus wel weten maar vragen helpt zeker. Bij de kassa moet ik de camera opbergen in de kluis. Eenmaal binnen valt de collectie ons een klein beetje tegen. Volgens het museum zelf is dit de grootste verzameling jade sierraden in Zuid-Amerika met zeer zeldzame stukken in de collectie. Het fraaie uitzicht over de stad maakt een boel goed gelukkig. We wandelen terug naar Central Avenue en komen langs het Yellow House en het Metallic Building.

Tegenover ons hotel zit een leuke bar, genaamd New Café. Hier drinken we wat en kijken ondertussen naar de bonte verzameling mensen op straat. Met regelmaat biedt men via het open raam koopwaar aan zoals Cubaanse sigaren en souvenirs. Opdringerigheid is hier echter nog niet doorgedrongen waardoor het eerder vermakelijk dan vervelend is te noemen.

Het is inmiddels 12:00 en we besluiten in de richting van de Place de la Cultura en het Nationaal Theater te lopen. Ook dit is weer vlakbij, op enkele honderden meters afstand van het hotel. Het prachtige gebouw van het Nationaal Theater is tussen de middag echter gesloten voor bezoekers. Het is wel leuk vertoeven op het pleintje voor het gebouw. Het kantoorpersoneel zoekt hier in de middagpauze even rust op de ruime bankjes. Het beroemde goudmuseum blijkt lastig te vinden en na wat zoekwerk komen we er achter dat het onder het Place de la Culture is gehuisvest. Dit plein, vol duiven en lokale bevolking, is heerlijk om zo maar even wat te zitten en te genieten van het warme weer.

Het goudmuseum heeft een fraaie collectie gouden sierraden en voorwerpen uit de tijd voordat Costa Rica aan de Spanjaarden was onderworpen. De meeste voorwerpen werden mee begraven als eerbetoon aan de overledene. En zoals altijd; hoe meer status, des te meer goud er mee het graf inging. Veel van dit goud is later door de Spanjaarden opgegraven en omgesmolten. De grootste goudklomp ter wereld is ook in dit museum te vinden maar de omvang viel ons wat tegen.

Het Parque Central ligt op 100 meter afstand van de Place de la Cultura. Als we hier rond 15:00 op een bankje genieten van de zon en het uitzicht zien we plotsklaps verkopers met paraplu's verschijnen. Zou dit wellicht een voorteken zijn? Ben gewaarschuwd want toen we net terug waren in de lobby van het hotel barste onze eerste tropische regenbui in alle hevigheid los. De Tico's en Tica's zijn dit gewend en het leven op straat ging door alsof er niks aan de hand was.

S'-avonds gebruiken we de lunch tegenover ons in het New Café. Ze hebben daar goeie kost voor weinig geld. Een neergestreken FOX-groep zorgt wel voor het nodige Nederlandse lawaai. De eerste dag zit er al weer op maar we hebben een goede impressie gekregen van de hoofdstad. De keuze voor het hotel was prima, alles is binnen loopafstand, gezellige drukte op straat en er viel ons geen spoor van criminaliteit of ellende te bespeuren. Net voor we naar bed gaan ontvangen we een fax van de Mawamba Lodge uit Tortuguero. "Om 06:30 wordt U in de lobby van het hotel  opgehaald door een Engelstalige gids", zo luidde het bericht.


Dag 3, Do. 29 juli, vertrek naar Tortuguero National Park.
(Mawamba Lodge)

Vanochtend zijn we weer om 5 uur wakker. Anita heeft slecht geslapen door de herrie van een stel Amerikanen naast ons die tot diep in de nacht een feestje hebben gebouwd.  We kunnen vanaf 06:00 ontbijten maar om 06:20 is er nog geen enkele beweging te bespeuren in het restaurant en dus gaan we maar in de lobby zitten wachten tot we worden opgepikt. Omdat je Tortuguero niet per auto kunt bereiken pikken we de eerste dagen aan bij een reisgenootschap. Het voordeel is dat we die dagen geen auto hoeven te huren en dat alles keurig verzorgd is door de Mawamba Lodge.

Maar 10 minuten te laat staat het busje met airco voor de deur. Henry, een Costoricaanse gids legt goedlachs uit dat het verkeer weer eens niet meewerkte. Via het Noorden verlaten we San José om langs een mooie route naar Tortuguero Village en National Park te rijden. Henry is een aardige vent vol grappen en grollen die alleen maar aan eten lijkt te denken. Om klokslag 08:00 arriveren we bij restaurant Rio Danta, halverwege de tocht naar het park. Hier maken we kennis met Gallo Pinto, het traditionele bonengerecht dat overal in CR wordt voorgeschoteld. Het smaakt niet slecht en het is zeker niet de laatste keer dat we rijst met zwarte bonen eten op de lege maag.

Zo'n 40 minuten later zijn we alweer op weg naar de speedboot die ons naar het park zal brengen. Onderweg rijden we over onverharde wegen langs bananenplantages en kleine dorpjes waar de arbeiders wonen. Regelmatig stopt de bus om te speuren naar luiaards. Uiteindelijk zien we onze eerste langzame vriend, die eigenlijk "Sloth" heet maar hier "Slow" wordt genoemd, hoog boven in een boom, slapend natuurlijk. Henry neemt ondertussen de tijd om alles te vertellen over de bananenteelt en we weten nu eindelijk waarom bananen krom zijn. Ze hangen ondersteboven aan een boom en groeien dan terug  naar het zonlicht.

Bij de steiger laadt men de koffers alvast in de ruime boot terwijl wij genieten van gratis fruit en water. Goed geregeld allemaal. Een kwartiertje later beginnen we aan een mooie tocht van ruim 2 ½ uur over kanalen en sloten naar het park. Soms zitten we vast in de modder, dan weer zien we de golven van de Caribische Zee. Een heel apart gezicht. Henry vertelt ons dat de kapitein zal stoppen als hij krokodillen of kaaimannen ziet. We zijn een keer of vier, vijf gestopt. Een vreemde gewaarwording als je vanuit de veilige boot de prehistorische monsters ziet zonnebaden op de slikken langs de oevers.

Om 13:15 arriveren we dan na een lange, maar zeker niet saaie tocht, bij de Mawaba Lodge waar we verwelkomd worden met een welkomstdrankje.  Snel de koffers naar de kamer want er staat een heerlijke lunch geserveerd in het restaurant. Hier zullen we ons de komende 3 dagen te buiten gaan aan heerlijke menu's die bij de tour zijn inbegrepen. Boven ons ronken de vliegtuigjes op boomtophoogte over. Vooral Amerikanen gebruiken het vliegtuig om in minder dan een uur het nationaal park te bereiken.

Na de lunch gaan we uitbuiken aan het strand. Het bord bij het hotel verraadt al dat we zwemmen of pootjebaden wel kunnen vergeten. De Bullshark behoort voor ons mensen tot één van de weinige gevaarlijke soorten haaien. Hier in Tortuguero komen ze af op het zoetwater in de mondingen van de rivieren en terroriseren de zwarte stranden. Hoewel we geen vinnen zien, verzekert Henry ons dat zwemmen zeer waarschijnlijk zal leiden tot een aanval. We zijn altijd wel in voor wat spektakel maar besluiten de haaien voor de laatste dagen in de vakantie te bewaren  en dus beperken we ons tot een wandeling over het stand. Overal op het strand zien we sporen van schildpadden die de avond tevoor aan land zijn gegaan om eieren te leggen. Dat belooft wat te worden want het is een unieke ervaring om dit mee te mogen maken.

Het weer is ook nog steeds prima, vochtig doch veel zon en lekker warm. Reden om voor de avondtour in te schrijven die met een gids naar het strand gaat. Als je schildpadden wilt zien is dit een must want alleen het strand opgaan is na zonsondergang ten strengste verboden, dit ter bescherming van de schildpadden. Waarom dat precies is leren we diezelfde avond nog.

Rond 18:00 is het donker en na het uitgebreide diner vertrekken we om 19:45 onder aanvoering van een gids naar het strand. Er lopen inmiddels drie grote groepen toeristen rond en onder protest voldoet de gids aan ons verzoek om een rustiger plekje te zoeken. In het licht van de volle maan zien we een paar keer een schildpad glinsteren in de branding. Echter, door onze aanwezigheid draaien ze telkens om en gaan terug naar zee. Het zicht is te goed die avond en dus wordt de kans op succes wel heel erg klein. Als we een paar honderd meter verder gelopen zijn, horen we plotseling het geluid van gooien met zand. Een groene zeeschildpad is bezig de plaats te poetsen waar zij eieren wil gaan leggen. Tijdens dit ritueel mag ze niet gestoord worden en dus blijven we op afstand. De gids checkt met regelmaat of ze al met het leggen is begonnen. Uiteindelijk mogen we komen kijken. Wat een ervaring! Liggend op 30 cm van het gat zien we de eieren uit de legbuis in het nest vallen. Jammer dat we geen foto's mochten maken maar hier hebben we alle begrip voor.

S'-nachts worden we nog wakker van een oorverdovend onweer en de harde regen op het dak van de lodge. De kamers zijn overigens gezellig en schoon hoewel een buurvrouw van een paar kamers verder nog wel even een grote kakkerlak buiten de deur moest zetten. Ach ja, da's de jungle zullen we maar denken.

Dag 4, Vr. 30 juli, verblijf Tortuguero National Park.
(Mawamba Lodge)

We beginnen vandaag met een boottocht door het park en dus zal Henry ons om 05:00 komen wekken.  Om 06:00 vertrekt de boot. Bij de ingang van het park betalen we ieder $7 en kunnen op weg voor onze eerste wildshow. Al na de eerste meters is het raak, een troep apen in de bomen. Vervolgens worden we gepasseerd door een flinke krokodil en hoe verder we het park invaren, des te meer dieren we te zien krijgen. Henry weet alles feilloos aan te wijzen en als we terugkomen bij de lodge bevat de digitale camera al prachtige foto's van leguanen, toekans, allerhande soorten vogels en geweldige uitzichten over waterpartijen en primair oerwoud.

Krap om 08:00 zijn we weer terug waar we de opdracht krijgen te haasten met het overvloedige ontbijt. Tijd om bij te komen is er niet want om 10:00 staat Henry alweer klaar voor een tochtje naar Tortuguero Village. Een bezoekje aan de kleine souvenirwinkeltjes hoort erbij en we wandelen terug over het strand waar Henry ons laat zien waar de nesten van de schildpadden zich bevinden. Na de lunch doen we ook nog een korte jungletocht maar dit stelt weinig of niets voor.

Om 15:00 uur moeten we weer op pad voor de 2e boottocht door de jungle. Nu gaan we wat verder het woud in en we zien o.a. een visotter, diverse vogels en een kaaiman die naast de boot een show opvoert met 3 zoetwaterschildpadden. Een vogel met zelfmoordneigingen paradeert voor de neus van de kaaiman. Het water is spiegelglad en de bomen weerspiegelen op het wateroppervlak. Het wordt een schitterende tocht met veel uitleg over de flora en fauna! Op de weg terug naar de lodge is Rob  weer zo stom zijn zonnebril te verliezen. Hopelijk is er een aap gelukkig mee.

De avonduren worden luierend doorgebracht in de tuin en bij het zwembad waar prachtige kikkers tussen de bladeren van de planten verscholen zitten. 

Wij benadrukken dat de Mawamba Lodge een prima keuze is van de organisatie. Alles is goed geregeld, het eten is prima en de service grandioos. Toen ons toilet het begaf was de manager binnen een minuut ter plaatse om de boel te repareren. Hij maakte zelfs de vloer nog schoon en waar kom je dat tegenwoordig nou nog tegen?
Dag 5, Za. 31 juli, van Tortuguero National Park naar Cahuita.
(Atlantida Lodge)

Vandaag verlaten we met dezelfde boot weer het park en krijgen we de huurauto uitgereikt bij restaurant Rio Danta, waar we eerder deze week al eens ontbeten. Henry heeft voor ons geregeld dat we de auto bij de Carribean Dish kunnen ophalen. Dit scheelt ons zo weer 100 km.

Als we bij het restaurant aankomen staat er na een kleine 10 minuten onze Daihatsu Terios ook voor de deur. Het is weer erg warm vandaag en we popelen om de airco in te kunnen. De overdracht verloopt prima en als we om 13:15 op weg gaan naar Cahuita voelen we ons verlost van de druk van het groepsreizen. Het rijden blijkt alles mee te vallen maar dat kun je helaas van de auto niet zeggen. Een klein autootje met veel te weinig vermogen, te korte stoelen en een rammelende achterklep. Om de koffers op te bergen moet de achterbank omlaag en ligt alles in het zicht. De weg zit heel vaak vol gaten (potholes) die soms wel 30 cm diep zijn.  Het vrachtverkeer is opdringerig en roekeloos. Voor de rest rijdt iedereen erg bedaard naar Nederlandse begrippen.

Bij Limon zien we de bananenfabrieken van de bekende merken als Dole en Del Monte opdoemen langs de weg. In de stad slaan we rechtsaf richting het Zuiden. De weg wordt snel slechter en slechter en met ogen op steeltjes tuffen we met een vaartje van 60km/u kriskras over de weg.

Cahuita blijkt een gehucht te zijn waar zelfs de hoofdstraat bestaat uit een onverhard pad. Na enige vragenspelletjes komen we aan bij de Atlantida Lodge die vlak bij het strand ligt. In eerste instantie lijkt het weinig soeps maar al snel voelen we ons hier thuis. De mensen zijn vriendelijk en behulpzaam en zien er heel anders uit dan de rest van de bevolking. Ook het Engels klinkt heel anders dan we gewend zijn. Hier wonen de afstammelingen van de Jamaicaanse slaven en dat is aan de typische sfeer duidelijk te merken; reggeamuziek, rastakapsels en een langzaam tempo geven blijk van de typisch Jamaicaanse sfeer.

Onze eerste kennismaking met de bevolking is wel een bijzondere; Op het strand wil een man ons een luiaard laten zien. Na wat zoeken krijg ik argwaan en probeer de vreemde vogel af te schepen. Natuurlijk wil de man wel eerst een kleine vergoeding, hij heeft immers voor ons gewerkt. Nadat ik hem duidelijk maak dat ik me niets kan herinneren van een contract verdwijnt hij met enige tegenzin.

Het klimaat in Cahuita is heel erg vochtig en heet en tot overmaat van ramp hebben we ook nog eens geen airco de komende 2 dagen. Alles in de koffer is klammig geworden en met alleen een waaiertje gaan we dat niet droog krijgen. Wel zijn er volop koffie en bananen. Het diner nuttigen we bij een pizzeria waar geen gasten zijn maar die wel gezellig is ingericht. Als we s-ávonds nog wat drinken aan de bar bij het zwembad zien we prachtige kikkers in de planten zitten. Een Duitse toerist wijst ons nog een "slow" die aan de electrokabels is gaan hangen. Dit levert weer prachtige foto's op!
Dag 6, Zo. 1 augustus, verblijf Cahuita.
(Atlantida Lodge)

Na een zwoele nacht 05:30 wakker en vroeg genieten van de veranda voor de kamer vanwaar we prachtige kolibrie's zien drinken van de nectar uit de talrijke bloemen in de tuin. En klein paradijsje.

Op ons dooie akkertje rijden we naar de ingang van het Cahuita National Park dat aan het einde van de straat zit, aan de andere kant van het dorp. De entree is gratis en het pad door het park is eenvoudig te bewandelen. Lopend op dit pad zien we weer van alles, van allerhande gekleurde krabben tot leguanen en brulapen. Het strand is als in een film, spierwit met blauw water op de achtergrond.Tegen het middaguur bereiken we het het einde van het wandelpad van waaruit je echter nog een heel stuk verder kunt lopen. De zon bakt flink maar de witkopaapjes die afkomen op de toeristen die gaan snorkelen doen ons alle hitte vergeten. De uitdrukking "brutale apen" moet hier geboren zijn want terwijl Anita even niet oplet, probeert een witkopaapje haar rugzak open te maken. Het grappige beestje heeft zowaar het lipje van de rits in zijn lange vingertjes. Anita had helemaal niks in de haten.

Na wat rondstruinen op de strandjes waar gekleurde visjes in kleine poeltjes rondzwemmen,  besluiten we alvast een stuk terug te lopen en een strandje te pikken. Halverwege de route terug naar de ingang moeten we toch een stukje door het water dus dat komt dan goed uit. Van top tot teen bezweet nemen we een frisse duik in de zee die hier erg helder en warm is. Van afkoeling is dus nauwelijks sprake. Het is vandaag zondag en de plaatselijke bevolking kan genieten van een verdiend dagje vrij. Op het strand is het dan ook gezellig druk.

Na een paar uurtjes zonnen wandelen we terug naar de ingang van het park en drinken wat bij een restaurant. Het is hier gezellig, het drinken goedkoop en er zit zowaar een luiaard in de boom voor ons tafeltje. Wat wil je nog meer?

Op weg terug naar het hotel kopen we nog wat eten en drinken in bij de plaatselijke supermarkt. In het dorp zien we veel backpackers rondsjouwen. Na een paar uurtjes genieten van het zwembad valt de duisternis in en kunnen we langzaam maar zeker weer eens aan eten gaan denken. Het Lonely Planet boekje bejubelt een nationale bekendheid, Miss Edith, befaamd om haar Caribische menu's. Bij haar restaurantje aangekomen voldoet Miss Edith geheel aan de verwachtingen; een lekkere dikke donkere dame op leeftijd. Miss Edith hele familie helpt mee in de keuken.

Van de genoemde gezelligheid hebben we maar heel erg weinig gemerkt en ook het eten bleek niet wat we bestelde. Jammer genoeg smaakte het ook nog niet zo geweldig en dus schrappen we Miss Edith uit ons eigen boekje.

Dag 7, Ma. 2 augustus, van Cahuita naar Sarapiqui.
(La Quinta)

Na de stranden van de Oostkust staat er vandaag een ritje van 3,5 uur op stapel naar Sarapiqui. Om 08:15 rijden we in rustig tempo weg richting Limon. Bij Puerto Vijo slaan we linksaf en de opgegeven route blijkt ook nu weer prima te kloppen. Om 12:00 arriveren we bij de prachtige lodge, een vroegere boerderij die nu wordt beheerd als familiebedrijf voor het toerisme. Hier slapen we helaas maar 1 nacht. We hebben het gevoel weer een stuk van de bewoonde wereld verwijderd te zijn en we lunchen in het restaurant van de lodge. Ook hier weer vriendelijke mensen en een goede service. De lodge heeft een eigen museum, een vlinder-en kikkertuin en een fraai aangelegde tuin met daarin waterpartijen, allerhande planten en schuilplaatsjes tegen de regen. Achter de lodge loopt een mooie waterstroom waar gezwommen kan worden.

We fotograferen de vlinders in de tuin en zien de eerste Bluejeans gifkikkertjes die zich verstoppen in de Bromelia's achter de vlindertuin. Deze kikkertjes zijn slechts 1 ½ a 2 cm groot en nauwelijks te zien, ondanks de felle kleurtjes. De groenzwart gevlekte gifkikker, die ietsjes groter is, kunnen we helaas niet vinden. Als om 15:00 de regen losbarst besluiten we te gaan genieten van de mooie kamer met fraaie veranda. De koffie smaakt weer opperbest vandaag!

Het buffet in het restaurant is niet speciaal maar de kok doet z'n best en het komt ons dan ook aan niets tekort. .

S'-nachts worden we wakker van de keiharde slagregen en het dito onweer. Hier in de heuvels is men dit gewend maar voor ons blijft het toch een aparte ervaring, zo dicht onder het onweer. Deze lodge verdient het om te bezoeken, in de buurt is veel te doen maar helaas kwamen we hier niet meer aan toe.
Dag 8, Di. 3 augustus, van Sarapiqui naar La Fortuna.
(Lavas Tocatal)

In de regen proberen we om 05:00 s'-morgens de kikkertjes nog eens op de foto te krijgen. Als we rond half negen op pad gaan, blijkt de bewegwijzering naar La Fortuna niet altijd aanwezig. De bordjes naar de vulkaan volgen lijkt nog de beste optie. Het regent ondertussen pijpenstelen en dus moeten we goed opletten dat we niet verdwalen. Nog ruim voor de lunch arriveren we in hotel Las Tacotal, op 10 minuten rijden van La Fortuna. Waar menig Nederlander ons al voor waarschuwde is werkelijkheid; De vulkaan is gedompeld in dikke wolken en in zijn geheel niet te zien. Het huisje is weer netjes en van alle gemakken voorzien, met een mooi uitzicht op de vulkaan. We maken ons zorgen over de komende dagen want het zou toch wel heel erg jammer zijn als we het spektakel van een werkende vulkaan zouden missen.

Omdat de weergoden ons nog steeds goed gezind zijn klaart het op als we goed en wel in La Fortuna zijn aangekomen. Op de weg langs de vulkaan barst het van de hotelletjes en eettentjes en vanavond gaan we ons tegoed doen aan een dikke steak, zo nemen we ons voor. Het middagprogramma wordt gevuld met een bezoek aan het observatorium dat een kleine 15 km verderop ligt. De weg er naartoe is aardig maar dan is dan ook het hoogtepunt van het bezoek. Ook vanaf het observatorium is de vulkaan niet te zien en de belangrijkste attractie wordt gevormd door een PC in een kaal kamertje met daarop een seismografische weergave van de vulkaan. Het bulderende geluid buiten het kamertje doet de grafiek ver uitslaan; de vulkaan laat zich horen!

Bij het observatorium is een lodge. Aan de receptionist vragen we wat info over wat er zoal te doen is in de omgeving. Een nutteloos gesprek want de man vertelt nauwelijks iets en hecht meer waarde aan z'n gasten. We vragen ons af wat we hier doen en besluiten terug te rijden naar beneden waar we een bord zien van een Nationaal Park. De man aan de poort spreekt geen woord Engels en het wordt ons niet duidelijk wat we te zien krijgen als we per persoon de $6 entree betalen. Dan maar naar de watervallen van La Fortuna toe.

In het dorp vinden we weer geen wegwijzer en na wat vragen rijden we een 5 km lang, onverhard pad op naar de ingang van de waterval. Hier moeten we weer $6 P.p betalen aan de familie die het land beheert. Ze doen goede zaken want het is er druk en ze hebben nauwelijks kosten. Via een glibberig pad en trappen zakken we diep het dal in tot we bij de rivier aankomen. Hier stort een grote hoeveelheid water zich met donderend geweld naar beneden. Zwemmen is te gevaarlijk en het begint weer te miezeren. Ook de klim naar boven is weinig uitnodigend en als we net weer boven zijn begint het weer te hozen. We hadden weer geluk vanmiddag.

De beloning in de vorm van een steak krijgen we tijdens het diner in een steakhouse iets buiten het hotel. Het nieuws op CNN herinnert ons weer aan de werkelijke wereld en we besluiten snel naar bed te gaan.

Dag 9, Wo. 4 augustus, vrij verblijf La Fortuna.
(Lavas Tacotal)

Al om 6 uur staan we gewassen en geschoren klaar om te ontbijten. Een Nederlandse groep is met de bus gearriveerd en zit aan tafel in het restaurant. Als we de prijzen horen die de gids noemt voor de excursies zijn we blij dat we op eigen gelegenheid kunnen gaan en staan waar we willen!

Het mooiste nog is dat het niet meer regent en dat we dus hoop hebben op uitzicht op de vulkaan. Anita had iets gelezen over Los Lagos, dit zou bij een boer zijn die entreegeld vroeg voor een paar mooie trails naar azuurblauwe meertjes aan de voet van de vulkaan. Deze boer had de afgelopen jaren kennelijk goed geboerd want er was een groot hotel verrezen op de plek die in het boekje stond vermeld. Bij de receptie betaalde we een paar dollar (1500 col. P.p.) en kregen we een kaartje met een route naar de vulkaan. De meertjes konden we niet meer bezoeken, hier waren in 2000 nog een paar toeristen verongelukt door neervallende stenen en lava uit de vulkaan. We zitten er nu wel heel erg dicht bovenop.

Met de auto komen we na een zware klim aan bij een observatiepunt waar vandaan we de meertjes kunnen zien en jawel hoor, het onderste gedeelte van de vulkaan is duidelijk te zien. De bewolking lijkt nog iets op te trekken en te voet gaan we de paarden achterna die met toeristen en een gids het oerwoud in trekken.

Het pad is schitterend maar we zien onder ieder blad een Fer-de-Lance of Bushmaster en dus draaien we maar snel om. Het is toch geen prettig gevoel alleen zo vroeg het woud in te trekken met al die kruipende beestjes. Onze reactie is dan misschien wat overdreven, je moet er niet aan denken ver van de bewoonde wereld gebeten te worden, zonder tegengif of medische hulp.

Enfin, de plek bij het observatiehuisje maakt weer een boel goed want als we er goed en wel arriveren, komen er 3 toekans in een boom zitten. Voor ons zit nog een andere grote vogel op een tak. We weten niet wat voor soort het is maar het geeft weer wel een mooie foto. Dat zoeken we later nog wel eens uit. En alsof het op bestelling is, trekt de bewolking helemaal op. We zien grote keien van de heuvel afrollen en soms valt er lava dat goed te zien is door de rookwolkjes op de wand van de vulkaan. Ook het gerommel van de Arenal is met tussenpozen heel goed te horen. De meertjes liggen er nog steeds, ze zijn nog steeds azuurblauw maar de bomen zien er verbrand en schraal uit. Geen beste plek om te picknicken lijkt ons zo.

Na een tijdje genieten van het uitzicht rijden we terug naar de voorzijde van het hotel Los Lagos. Er is ook een kleine dierentuin en als we de eerste krokodil zien denkt Anita dat hij van plastic is. Gelukkig beweegt de tweede. In de vlindertuin is de verzorger zo vriendelijk ons op sleeptouw te nemen. Hij spreekt geen woord Engels maar gaat ons trots voor om de vlinders te laten zien. Als hij zijn hand in de modder duwt trekt hij een dikke bijtschildpad naar boven. In de kikkertuin zet hij de kikkers voor ons in een posestand op een blad en hoewel dit eigenlijk niks is om te fotograferen, willen we hem niet teleurstellen. Een binnengeglipte schildpad wordt ook nog de toegang tot de kikkertuin ontzegd.

In de kleine zoo zien we een hekwerk waarvan we niet weten wat erachter zit. Als we naar een leguaan staan te kijken komt er plotseling een joekel van een krokodil aangesjokt. De oppasser port hem eens flink met de bezemsteel en hij of zij gromt als een leeuw. Even verderop ligt de trots van de oppasser, een in 1958 gevangen monster van meer dan 6 meter. Deze heeft de afmeting van een Australische Salty.
Na een weinig verfrissende duik in het zwembad van het hotel (gevoed met warm water van de vulkaan) gaan we proberen het stuwmeer te bereiken waar zoveel over geschreven is in de gids van Lonely Planet. We rijden richting Tilaran maar hoe we ook rijden, we zien het meer wel maar kunnen er met geen mogelijkheid bijkomen. Onderweg zien we nog wel onze eerste neusbeer en een hond met pups die kennelijk door iemand is achtergelaten.

Jammer dat er geen viewpoints zijn om het meer eens goed te bekijken. Omdat Tilaran nog ver weg is, draaien we om en gaan in La Fortuna nog even naar de plaatselijke supermarkt..

Onderweg stoppen we ook nog even bij de warmwaterbronnen. Bij de ingang van de bronnen, die toebehoren aan een hotel, zien we de hoge entreeprijs van $43 P.p. en besluiten om te draaien, dit gezien het tijdstip op de dag..

Met de coupons die we bij de huurauto hebben gekregen kunnen we gratis internetten en dat lukt dan ook, ware het niet dat de verbinding zo traag is dat we niet kunnen inloggen in onze e-mail. We zien nog wel even het plaatselijke nieuws uit Breda e.o. Er heerst een hittegolf in Nederland, zoals altijd trouwens als wij op vakantie zijn.

Voor in het dorp (vanaf de vulkaan) zit een internationaal restaurant. Anita bestelt een vis die door Rob eigenhandig gevangen moet worden. Als ze hem later in een bananenblad gewikkeld geserveerd krijgt, blijkt de kop er nog aan te zitten. Met lange tanden nipt ze wat van de vis en denkt jaloers na over mijn hamburger. Uiteindelijk wordt de vis duur betaald want dit culinaire hoogstandjes is met $31 niet echt goedkoop te noemen.

Dag 10, Do. 5 augustus, van La Fortuna naar Quepos, Manuel Antonio Nationaal Park. (Hotel Espadilla)

Vandaag staat er een lange rit van 6 uur op het programma, reden genoeg dus om lekker vroeg op te staan en te eten want we willen ook nog rustig rond kunnen kijken onderweg. We hebben een route uitgestippeld via La Fortuna naar San Ramon. Vanaf daar gaan we via de Interamerican Highway naar Puntarenas en dan naar beneden.

Het eerste gedeelte is een prachtige rit maar door het bedompte weer zien we weinig of niks van het landschap. Ook de bewegwijzering helpt weer eens niet mee en uit voorzorg vragen we maar een paar keer extra. Als we het klein gehuchtje Las Tigras uitrijden wuift een oude dame ons terug, we moeten keren en in het dorp linksaf. Het zal allemaal wel en dus nemen we de gok die later goed uit blijkt te pakken. San Ramon staat op de borden maar in deze plaats aangekomen zien we nergens een verwijzing naar de highway. Veel vragen helpt en als blijkt dat het alsmaar rechtdoor is bereiken we rond 11:30 de highway. De regen, slecht zicht en nog slechtere weg laten we voor even achter ons.

We moeten weer wennen aan het drukkere verkeer. Het zijn de vrachtwagens die ronkend en rokend voor de problemen zorgen doordat ze toch inhalen als er een tegenligger aankomt. We zien nog een auto die het ravijn is ingereden, waarschijnlijk door toedoen van een vrachtwagen.

Bij Esparza moeten we naar het Zuiden afbuigen maar ook hier zijn weer geen borden te vinden. De afslag vinden we pas bij Puntarenas als we zijn omgekeerd. De weg is hier weer heel erg slecht; potholes in overvloed en slingerend vrachtverkeer dat geen rekening houdt met buitenlanders die dit niet gewend zijn. Gewoon rustig volgen en langzaam rijden en het komt vanzelf goed.

Bij Caldera zien we een haven en net voor de brug staat een restaurant dat uitnodigt voor de lunch. De tomatensoep en de broodjes gezond zijn lekker en het uitzicht op de haven en de vele oude Amerikaanse vrachtwagens leuk om naar te kijken. In de verte zien we de containers met bananen geladen worden op de grote containerschepen. Ook de Pacific ligt er heel vreedzaam bij vandaag.

Na weer een half uur rijden komen we aan bij de brug over de Rio Tarcoles. Het is druk op de brug en er staan veel auto's bij het restaurantje. De reden hiervoor zijn de krokodillen die met bosjes onder de brug het water onveilig maken. En ook hier weer geen kleine jongens. Na een lange, relatief saaie weg langs palmolieplantages en wankele bruggen arriveren we mooi op tijd op onze bestemming voor die dag; Manuel Antonio. Het hotel ligt op een steenworp afstand van de ingang van het park. De kamer is een ware oase en de receptionist ziet zelfs nog kans een schilderij recht te hangen. Het zit hem in de details. Hier houden we het best 2 dagen vol, dat moet lukken.

Het hotel ligt eigenlijk aan het Playa del Espadilla, het strand voor de ingang van het Nationale Park en "the place to be". Hier is het leukste strand en er zijn wat barretjes en restaurantjes. We verkennen het strand nog wat en drinken een biertje bij een tentje aan het strand. Op de terugweg naar het hotel eten we bij het restaurant op de hoek.
Dag 11, Vr. 6 augustus, verblijf Manuel Antonio.
(Hotel Espadilla)

Vandaag willen we voor de meute het park in. Om 08:00 zijn we bij de ingang, die we bereiken door met een bootje de overtocht van enkele meters te maken, i.v.m de vloed. Het bootje kost ons 500 col. maar het water is buikdiep en zin om nu al te zwemmen hebben we voor dat geld niet. Voor $7 p.p mag je naar binnen. Het is toch al best druk en we besluiten wat trails te gaan lopen. Het wordt warmer en warmer en de trails hebben nogal wat hoogteverschil.

De zon prikt niet door het bladerdak heen maar toch zweten we als gekken. De beloning is in alle gevallen een uitzicht over de zee of de toegang tot een prachtig strand. Deze stranden behoren tot de mooiste 10 ter wereld! Na een paar flinke tochten, waarbij we weer van alles zien, kiezen we een strand uit om te zwemmen en te zonnen. Het water is warm en zorgt nauwelijks voor verkoeling. Om 15:00 houden we het voor gezien en wandelen terug naar het hotel. De schoenen moeten bij de ingang weer uit omdat een geultje water net iets te breed is om te overbruggen. Slippers meenemen is eigenlijk een stuk gemakkelijker. In het zwembad van het hotel koelen we nog wat af en na een welverdiende douche lopen we richting de weg om te gaan eten. We worden binnengelokt bij een restaurant dat er goed uitziet en waar het eten prima smaakt. Het wordt eentonig! Terug in het hotel nog snel even een cocktailtje en een Corona en er is weer een dag om.

Dag 12, Za. 7 augustus, verblijf Manuel Antonio.
(Hotel Espadilla)

Al dat reizen maakt vermoeid en we besluiten vandaag een dagje aan het strand te gaan liggen. Het weer is er mooi genoeg voor. Maar, voordat het zover is, moet er nog even gezweet worden. Op het terrein van het hotel zijn 2 trails uitgezet van grofweg een half uurtje. Zo ver komen we niet. Het is te glibberig en er zijn bomen omgewaaid die de trails versperren. Omdat slangen zich naar onze mening best thuis zullen voelen op de trails draaien we voortijds om waarbij we ook nog een Amerikaanse jongedame begeleiden die niet meer alleen durft. De regen van vannacht heeft alles verpest want volgens de receptie was de tocht best de moeite waard. Als Anita gaat douchen, hoort ze iets in de badkamer. Het blijkt een pad te zijn die op de douchekop is gesprongen. Omdat hier zowat alles wat beweegt ook giftig is, roept Rob de bewaking die met een plastic zak de pad weer terug naar de natuur brengt. Het bleek inderdaad een giftige jongen te zijn.

Dag 13, Zo. 8 augustus, van Manuel Antonio naar Monteverde Cloudforest.
(Claro de Luna)

Vannacht allebei een paar keer wakker geweest vanwege lastige Amerikaanse buren die zo nodig moeten gaan stappen tot diep in de nacht en met een boel lawaai terugkomen en bezig blijven met herrie schoppen. Alsof er een seksfilm draait. We zijn allebei dus al om 5 uur wakker en besluiten het koppel te trakteren op een paar keer flink smijten met de deuren.

Om 08:30 rijden we weer richting Quepos waar we voor 7000 col. de tank nog maar eens volgooien. Het is vandaag zondag en lekker rustig op de weg. Tussen Quepos en Caldera moeten we 2 keer stoppen voor een politiecontrole. Na het overhandigen van de papieren worden we wuivend verder gestuurd. No Problema! Bij de haven doemt het restaurant weer op en dus tijd om te stoppen voor koffie. Snel nog even wat bananenboten en vrachtwagens fotograferen. De vrachtwagens zijn ouwe bakken uit de VS en mooi om naar te kijken met al dat lawaai en die rookwalmen. Hoort bij het land zullen we maar denken.

Weer terug op de Interamerican Highway worden we gewaarschuwd voor radarcontroles doordat tegenliggers met de lichten seinen. Dank u wel voor de moeite, maar we houden ons keurig aan de maximum snelheid. Met een vaartje van 60 km/u scheuren we op Monteverde af. Bij Sardinal gaan we de weg af en dan begint de ellende. Zo'n 40 kilometer onverharde weg staat ons te wachten. Het eerste stuk is echter asfalt en even denken we dat ze zojuist besloten hebben de weg te asfalteren. Helaas, voor ons doemt een onverhard pad op met uitstekende stenen en diepe kuilen. Nu vervloek ik het autootje want Rob's toch al slechte rug komt flink onder druk te staan. Volgende keer, zo nemen we ons voor, een vettere auto! De route is weer heel erg mooi en gaat bergopwaarts langs open velden, vergezichten en weiden waar koeien grazen en paarden nieuwsgierig kijken naar de voorbijgangers. Het zal nog 2 uur duren voor we door elkaar geschud Monteverde bereiken, het dorp met dezelfde naam als het iets verderop gelegen nevelwoud. We hebben dan 6,5 uur in de auto gezeten, precies zoals in de routebeschrijving staat vermeld.

Bij aankomst weer vragen naar het hotel dat snel wordt gevonden. Het blijkt een hotel in Zwitserse stijl maar onze kamer onder in de kelder ademt weinig van die sfeer uit. Het is er muffig, het stinkt en we hebben geen uitzicht. Tja, soms zit het mee en …. De man van het hotel is ook al ietwat geïrriteerd als we aankomen. Het heeft de tv aanstaan en wil eigenlijk rustig kunnen kijken. Terwijl hij met ons praat houdt hij de TV angstvallig in het oog. Goeie service meneertje! Gelukkig is de juffrouw die hem aflost een stuk vriendelijker. Monteverde is een klein dorp dat borrelt van activiteit door het toerisme dat op het nevelwoud afkomt. Een boel tourbureautjes en een paar restaurantjes, meer is het eigenlijk niet. Toch oogt het gemoedelijk en buiten het echte vakantieseizoen is het er behaaglijk druk. We hebben nog voldoende tijd om wat te doen, het is nog geen middag. Het Serpentario ($7,50 P.p.) moet ons de mogelijkheid geven te kijken naar het dier waar we al die tijd al angst voor hebben; de Fer-de-Lance. Bij de kassa vragen we of er toevallig ééntje thuis is. Ze hebben een hele grote en dus betalen en naar binnen. Achter glas zien we de dikke jongen al liggen maar de gids neemt ons mee naar een aparte kamer voor een algemene uitleg over de soorten slangen in CR. Dit blijkt erg leerzaam en leuk om naar te luisteren en de tocht langs de terraria is educatief een groot succes.


Dag 14, Ma. 9 augustus, verblijf Monte Verde.
(Claro de Luna)

We moeten vanochtend ook weer vroeg op omdat we al om 07:30 bij het Nationaal Park moeten zijn. Nou is 05:30 wel heel erg ruim maar we worden wakker van de muffe lucht in de kamer, het slappe matras en de vochtige lucht. We nemen ons voor een andere kamer te vragen. Het ontbijt is stevig en lekker en we zijn prima op tijd bij de ingang van het park waar we eerst een slideshow te zien krijgen over de flora en fauna in het park. Het miezert een beetje, hopelijk worden we niet al te nat. Om klokslag 08:00 begint de gids zijn verhaal bij de ingang van het park. Hij laat gelijk wat vogels zien door zijn sterke kijker, waar onder de beroemde Quetzal. Met een digitale camera kun je een foto maken van het beeld door de zoeker maar de D70 heeft een te grote lens en dus mislukt dit. Tijdens de opvolgende tocht, die 3 uur duurt, zien van allerlei insecten en vogels en laat de gids ons kennis maken met de specifieke flora en fauna van een nevelwoud. Op het einde is nog een mooie waterval waar we zelfs nog een kolibrie kunnen fotograferen die in een piepklein nestje zit.

Als we om 11:00 terug zijn bij de ingang is het een stuk drukker geworden. We hebben genoten van de tour, het regenen is gestopt en de zon prikt met warme stralen op onze gezichten. Vlak voor de ingang van het park is een kolibrietuin waar potjes hangen met zoetstof. Hier kunnen we in alle rust de kleine vogeltjes vastleggen voor thuis. Heel mooi maar eigenlijk niet natuurlijk. Het fotograferen van de kolibries in het wild is zo moeilijk omdat ze maar een fractie van een seconde stilhangen bij een bloem. Wel zie je in heel Costa Rica kolibries in overvloed, in iedere tuin bij ieder hotel.

Bij terugkomst in het hotel beklagen we ons over het bed en krijgen zowaar een betere kamer achter de lobby. Het is wel een beetje gehorig maar een stuk lichter, droger en het bed is veel harder. Een arriverend koppel uit Schijndel krijgt onze kamer en nog dezelfde dag vangen ze een schorpioen. Die moet er die nacht dus ook al hebben gezeten, een prettige gedachte!

De volgende attractie die we bezoeken is de Skytram. Dit is een kabelbaan die je zelf stil kunt zetten om van de natuur te genieten. In het begin moeten we lachen want we voelen ons net 2 gepensioneerden maar gaandeweg het ritje beginnen we ervan te genieten. Het uitzicht is mooi en er zijn veel bloemen en planten te zien. Als er dan nog een Toekan op nog geen 10 meter naast ons komt zitten is de foto, die we al zo lang wilde maken, heel snel gemaakt. Door de opwinding verlies ik mijn beschermkapje van de lens, een schadepost van 20 euro.

Anita wilde al een week eens in een echte Soda eten. Tegenover de pizzatent was er eentje en dus gaan we daar naar binnen. Rob bestelt een hamburger en Anita een rijstschotel met vlees. Beide gerechten smaken heel goed en met een paar pilsjes erbij is het menu kompleet. We hoeven nog geen 6 euro af te rekenen en dus is het experiment meer dan geslaagd. De coffeeshop in de hoofdstraat hadden we ook al eerder gezien en dus ook daar nog even naar binnen. De grote milkshake en de thee van Anita kosten bij elkaar 770 colones, zo'n 1,5 euro. Het eten en drinken zijn dus nog steeds wel erg goedkoop, dit in tegenstelling tot de prijzen voor entree en tours die op de Amerikaanse leest geschoeid zijn. Bij terugkomst in het hotel nog gebuurd met het NL-stel uit Schijndel, onder het genot van een paar pilsjes. Ook zij vermaken zich prima in dit land.

Dag 15, Di. 10 augustus, verblijf Monte Verde.
(Claro de Luna)

Vandaag hebben we de keuze uit een canopytour en een skywalk. Eerder zagen we in het dorp een tourbureau en we gaan op pad voor de skywalk. De canopytours zijn duur en we hebben al spektakel genoeg in het leven. De entree bedraagt $15 p.p. en de toer duurt zo'n anderhalf - tot twee uur. Achteraf bleek dat we de verkeerde hadden gekozen maar ook deze bleek leuk om te doen. Mooie uitzichten op lange hangbruggen, meer is het eigenlijk niet. Soms zitten we wel op 70 meter hoogte en dat geeft een mooi gezicht op de boomtoppen die begroeid zijn met mossen en Bromelia's. Ook zien we nog een groep brulapen van dichtbij.

Het is inmiddels weer lunchtijd en een bezoek aan een bakkerijrestaurant, op de weg naar het Nationaal Park, lijkt ons een keer lekker. Binnen ruikt het goed en kun je allerlei broodjes bestellen. Helaas zijn ze niet vers en dat is jammer want we hadden er net zo'n zin in.

Met nog één vrije middag te gaan besluiten we de talrijke kunstgaleries te gaan bekijken. De uitbaters zijn allemaal alternatieve buitenlanders die de drukte zijn ontvlucht om hier in alle rust aan hun kunstwerken te werken. We vinden naar onze smaak slechts één mooie galerie waar de prijzen helaas veel te hoog zijn. Hier verkopen ze vooral fraai beschilderde meubeltjes en houten maskers. Op de weg terug tanken we de auto nog maar eens vol  en als het schemer valt genieten we nog even van de weide achter de tuin van het hotel en schieten we nog wat zonsondergangen. Het diner eten we bij Johnny's Pizza, een hele nette en gezellige tent met goed eten voor alweer weinig geld. De 2 dagen Monte Verde zijn omgevlogen, een nieuwe uitdaging staat ons morgenvroeg weer te wachten.

Dag 16, Wo. 11 augustus, van Monte Verde naar Rincon de la Vieja.
(Hacienda Guachipelin)

Het is vandaag maar een kort ritje en dus zijn we in alle rust aan de dag begonnen. De rit zal gaan via Juntas waar we de highway weer opgaan richting Liberia. Voordat het  zover is moeten we de berg weer af over eenzelfde slechte weg als de route naar het dorp toe. Gelukkig schijnt de zon en genieten we van de uitzichten alvorens bij Juntas weer het gevoel te krijgen in de bewoonde wereld te rijden. De weg naar Liberia is slecht, veel diepe potholes en grote stukken zand en kiezel. Er zit niks anders op dan rustig rijden en goed uitkijken. Precies volgens de beschrijving (die is echt goed opgesteld in het Nederlands door CRS Tours en voorzien van kaartjes en plattegronden) arriveren we in Liberia bij 3 tankstations en een Burgerking waar nog snel een hamburger naar binnen wordt gewerkt. We gaan immers de bewoonde wereld weer uit en de laatste keer dat we een ranch bezochten (in Antimony in Utah) hadden we geen al te beste kok. Een toegewijde bewaker voor de hamburgerketen heeft zich ontfermd over onze auto en de 200 col. die we hem geven maken het mooiste in hem los door het complete doorgaande verkeer voor ons stil te leggen. Goed idee ook voor in Nederland.

Op 5 km van Liberia gaan we rechtsaf de gravel op. De weg is slecht maar de scenery heel apart met spierwit zand en roodroze rotsen. Als we om 13:00 de haciënda bereiken zijn we in blijde verwachting. Dit heeft te maken met de eerdere verhalen over een slechte service bij de lobby, de smerige kamers en de vele vliegen en muggen op het complex.
De les die we leren is nooit te oordelen zonder zelf eerst te kijken; de receptionist spreekt goed Engels, is behulpzaam en legt ongevraagd uit wat er te doen is in de omgeving. Onze kamer ligt direct naast de stallen en heeft een prachtig uitzicht op de vulkaan. Beter kan gewoon niet. En de kamer is schoon en gezellig ingericht. We snappen dus helemaal niks van de kritiek die we eerder hoorden van een ander Nederlands stel. Wij voelen ons hier thuis en gaan een paar prachtige dagen tegemoet. Het is wel even wennen aan de vliegen op de veranda maar een blik naar links op de paarden doet dat snel vergeten, we zitten immers bovenop het nieuws.

Dag 20, Zo. 15 augustus, verblijf Playa del Coco, duiken bij Rich Coast Divers.
(Puerto del Sol)
Vandaag is ook de dag dat we de auto weer in moeten leveren. Om 13:00 komt men naar het hotel maar volgens Alexandro is het beter de sleutels aan hem te geven omdat ze soms een halve dag te laat komen. Eenmaal op het strand is het toch geen lekker gevoel dat er straks plotseling toch iets met de auto blijkt te zijn en dus weer maar naar het zwembad terug. Een dikke 2 uur te laat komen ze de auto ophalen. Alles is in orde gelukkig. Bij het zwembad is men juist bezig een nieuwe klas Open Waters voor het eerst te laten proeven aan het ademen onder water. Vol bewondering kijken we toe naar de professionaliteit van de Amerikaanse instructeur.

Tegen de schemering nemen we plaats in het restaurant dat in de hoofdstraat aan zee ligt. De zonsondergang is prachtig en het eten wederom voortreffelijk. Morgen gaan we terug voor wat  foto's. Het begint ondertussen ééntonig te worden maar het was weer een geweldige dag. Het strand valt een beetje tegen; leeg, zwart zand en troebel water.

Dag 19, Za. 14 augustus, van Rincon de la Vieja naar Playa del Coco.
(Puerto del Sol)

Playa del Coco zou befaamd zijn om zijn duikstekken. Vol goeie moed gaan we op pad want we hebben zin om te duiken. Als we echter wegrijden bij de ranch blijkt Anita haar bril kwijt te zijn. "Waarschijnlijk laten liggen bij de blauwe poel", zegt ze en dus in marstempo nog even een sprintje getrokken. En met succes want de bril ligt nog gewoon op de rand van het bankje bij de waterval. Doorweekt van het zweet stoppen we weer in Liberia voor een koude cola waarna we 3 kwartier later, na een korte rit, aankomen in Playa del Coco. Het hotel ligt iets van de weg maar ziet er heel mooi uit, een beetje in mediterrane steil en kleur. De uitbater is een Italiaan en wijst ons de weg naar het duikcentrum waar we afspraken maken voor de volgende dag. We besluiten 2 duiken voor de kust te maken ($65 P.p) en voor overmorgen in te schrijven voor de Catalina-eilanden ($125) waar de kans om Manta's te zien groot is. We hebben onze eigen spullen thuisgelaten en moeten dus huren. In tegenstelling tot eerdere ervaringen zien de spullen van de duikschool er goed uit. Het is nagenoeg nieuw spul en ook de uitleg en hulp bij het passen is goed verzorgd. Waarschijnlijk heeft er toch nog een schorpioentje kans gezien Anita te bijten toen ze haar pak paste. Een dikke enkel is gelukkig het enige gevolg. Zouden we dan eindelijk eens een goeie duikschool hebben gevonden? Het is wel zo dat we samen al meer duiken hadden als de hele duikschool bij elkaar. We hoeven ons dus geen zorgen te maken voor de dag van morgen.
Dag 21, Ma. 16 augustus, verblijf Playa del Coco.
(Puerto del Sol)

Op onze laatste hele vakantiedag ,voor terugkeer naar Nederland, zitten we er een beetje doorheen. De ochtend wordt gebruikt om nog wat souvenirs te kopen maar hier blinkt het dorp niet in uit, met uitzondering van duik T-shirts. S'-middags gaan we nog wat naar het strand maar vanwege rugpijn gaan we al vrij snel terug naar het hotel om te genieten van de strandstoelen en een drankje aan het zwembad. Hongerig lopen we om 14:00 naar het strandrestaurant waar Anita een cocktail krijgt met een dubbele dosis alcohol. Waggelend lopen we wat later naar de supermarkt om drinken voor de terugreis in te slaan. Het diner wordt weer genuttigd bij de Italiaan, dat was immers zo goed bevallen en hij was zo vriendelijk dat we niet anders durfden.

En dan is de tijd alweer aangebroken om te gaan pakken. Na het diner zetten we alvast alles klaar voor morgen en rekenen alvast af in het hotel. We hebben medelijden met de controleurs die op het vliegveld de koffers moeten openen want 3 weken tropen geeft niet echt veel schone was. Slapen kunnen we moeilijk die nacht en om 5 uur zijn we dan ook allebei weer op de veranda te vinden.

Dag 22, Di. 17 augustus, terugreis naar San José en vlucht naar Nederland.

Om 07:30 worden we door Interbus opgehaald bij het hotel voor een tocht van meer dan 5 uur naar het vliegveld van San José. Snel ontbijten en maar wachten want ze komen bijna 3 kwartier te laat met een auto waar me niet meer in kunnen. Een extra pick-up brengt ons naar Liberia waar we overstappen in een ruimer personenbusje van Interbus die vol met Nederlanders blijkt te zitten. Onderweg is er genoeg tijd om ervaringen uit te wisselen en ook zij zijn erg positief over Costa Rica.

Bij Puntaneras duwt de bijrijder een tape in het cassettedeck en in het Engels krijgen we te horen dat we zo meteen een stop gaan maken. Handig, want de chauffeur en z'n maat spreken geen woord Engels.

Na een koffiestop en een korte rit komen we om 13:15 aan op het vliegveld. Het inchecken gaat snel maar de gereserveerde stoelen met extra beenruimte schieten er bij in. "U kunt dat thuis wel regelen maar hier gaat dat toch anders", verzekert de baliemedewerker van Martinair ons.

De vlucht naar Miami start goed op tijd en wanneer de wielen loskomen van de baan zien we meteen het laatste van dit mooie land. Het is slecht weer geworden en de éne na de andere onweersbui zien we door de raampjes van de Boeing 767 onder en naast ons langsglippen. Een flinke luchtzak is het resultaat van al dat slechte weer en met gegil vallen we enkele tientallen meters naar beneden. Hierna is de vlucht een fluitje van een cent.

Zo'n 2,5 uur later landen we op Miami waar we een stopover maken. Hier ondergaan we voor de 2e keer het stomme ritueel van controles door douane en immigratiedienst en de tijd die we hebben om wat te drinken of te eten zijn we kwijt aan het in de rij staan. Wat ons irriteert is de manier waarop en de snelheid waarmee de ambtenaar van de immigratiedienst zijn werk doet. Voor de situatie hebben we alle begrip.

Hoi, hoi hoi, vandaag is het duikdag. Om 09:00 staan we op het strand te wachten tot de boot ons oppikt. Rich Coast Divers maakt gebruik van een trimaran die ruim van opzet is. Na
a slechts een kwartiertje varen stoppen we bij een eilandje voor de kust. Aan boord zijn verder nog de kapitein, 2 divemasters, een Italiaan en een groepje giechelende Amerikaanse meiden die weinig duikervaring hebben. De spullen worden door de divemasters klaargezet maar we kunnen het toch niet laten om ze nog even te checken.
Als we in het water springen, valt ons meteen op dat het zicht hier niet opperbest is. Het lijkt wel of we de Oosterschelde in duiken. Via het touw dalen we af naar 24 meter, de bodem is opgebouwd uit rotsen waartussen we een parcourtje zwemmen. We zien geen zachte koralen en veel minder tropische vis als bijvoorbeeld in Egypte. Wel zie ik vanuit mijn ooghoeken nog een spotted Eagleray voorbijkomen. Anita mist hem doordat ze opzij gedrukt wordt door onze Italiaanse buddy die met ons meedook. Na 45 minuten is het tijd om weer naar boven te gaan waar koeken en cola wachten op de duikers. Van een veiliheidsstop had de divemaster nooit gehoord en dus hebben we die, op last van onze duikcomputers, maar zelf ingelast. Exact 1 uur na het bovenkomen moeten we weer aankleden voor de 2e duik. Nu gaan we op zoek naar whitetip reefsharks die we dan ook snel vinden. Het zijn flinke, volgroeide exemplaren van minstens 2,5 meter en we kunnen ze tot op een metertje naderen als ze gedrieën op de bodem liggen. Op de terugweg naar het touw laat de gids nog even een zeepaardje zien, maar door het gedrang en gedruk van de Amerikanen vergaat ons de lol. Eenmaal boven is het snel terug naar de wal. Onderweg zien we aan het wateroppervlak nog een koppel parende zeeschildpadden. Een uniek gezicht dat we nu voor de 2e keer in onze duikcarrière mogen meemaken.

Met verbazing kijken we ondertussen op onze duikhorloges. Het is nog geen 2 uur en we zijn alweer terug op het strand. We hadden nog wel een derde duik kunnen maken. Voor de volgende dag skippen we het duiken want we hebben inmiddels gehoord dat het niet het juiste seizoen is om Manta's te vinden bij de Catalina-eilanden. Voor $125 P.p willen we dat risico niet nemen.
S'-avonds genieten we met volle teugen van het diner in het Italiaanse restaurant van het hotel en vallen onze monden open als de eigenaar in correct Nederlands vraagt of we nog een toetje willen. Alexandro blijkt 20 jaar geleden in Woensdrecht gewoond te hebben en spreekt nog steeds goed Nederlands. Al die tijd hebben we moeilijk zitten doen in het Engels en nu dit. We voelen ons een beetje beduveld maar ja, er valt niks op het hotel en het restaurant aan te merken en we hebben gelukkig geen verkeerde dingen in zijn nabijheid gezegd. Wat wel een beetje vervelend is, zijn wat beestjes die s'-nachts door het bed kruipen. Het zijn een soort kleine wormpjes en Anita vindt het maar niks is heel de nacht op om te voorkomen dat ze in mijn neus of oren kruipen. Als we de volgende dag horen dat ze geen kwaad kunnen laten we het er maar bij, het zal wel bij het land horen.


We leren dat een slang niet groot hoeft te zijn om te bijten of te doden maar de dikke Fer-de-Lance of één van de ratelslangen zien we liever ook niet buiten deze zoo. Hierna rijden we met de vierwielaandrijving ingeschakeld rustig naar de ingang van het nevelwoud zodat we morgenvroeg de weg al kennen. Het wegdek is Spartaans en de rug begint op te spelen. Anita krijgt er zelfs hoofdpijn van. S'-avonds eten we een goeie Pizza bij Pepe's Pizza nadat we voor de volgende dag via het hotel een guided toer door Monteverde hebben geboekt ($27 p.p.).
Dag 17, Do.12 augustus, verblijf Rincon de la Vieja.
(Hacienda Guachipelin)

Het wordt vandaag spijkerbroekendag want de paarden staan al voor ons klaar. Omdat we de grote toer geboekt hebben, mogen we samen met een gids mee (Albino). Lekker rustig dus en we schijnen alle tijd van de wereld te hebben, afgaande op het tempo van de paarden. We rijden een dik uur langs beekjes door de groene natuur richting het nationale park. Bij de ingang parkeren we de paarden en Albino gaat ons voor naar de kassa. Hij zal ook in het park gidsen en dat wisten we helemaal niet dus we hebben, net als met het weer, alweer een meevaller.

Albino weet duidelijk de weg en ondanks de taalkloof (hij spreekt geen woord Engels maar wij ondertussen wel een klein beetje Spaans) weet hij ons telkens weer iets nieuws over het bos en de vulkaan te vertellen. Ook zoekt hij constant naar beestjes en met succes want al snel zien we een hele grote spin. Het is geen vogelspin maar de 10 cm doorsnede van dit beestje dwingt respect af.

Albino brengt ons bij de heetwaterpoelen, modderputten, stoomgeisers en het blauwe meer. Soms vergeet hij even dat wij op vakantie zijn en hij aan het werk is en moeten we hem afremmen in snelheid. Rond het middaguur zijn we vermoeid maar voldaan want we hebben zowat alles van het park al gezien. Een trip naar het kratermeer is jammer genoeg vanwege het regenseizoen niet mogelijk.

Te paard gaan we in draf naar de volgende attractie, alweer een waterval. Na een flinke klim bereiken we het meertje aan de voet van de 65m hoge waterval. Ook hier is het weer heerlijk badderen geblazen. Na een klein uurtje is het welletjes en wacht ons nog een verrassing. Albino rijdt naar de modderputten midden in het woud waar je een modderbad kunt nemen van vulkanische modder. Het is 30 graden maar Anita gaat toch eerst in de sauna voordat ze met modder zal worden ingesmeerd. Ondertussen verzin ik maar een smoesje; ik zal wel foto's maken. Na 20 minuten sauna staat ze even later, helemaal ingesmeerd met modder, als een pygmee uit donker Afrika op te drogen langs het warme zwembad dat gevuld is met heet water uit de grond. Hierna moet ze ook nog in een bak met koud water. Ze zegt dat ze er van genoten heeft en dat haar velletje na afloop lekker aanvoelde. In ben nog steeds blij dat ik de fotograaf was die dag.


Na snel te hebben opgefrist gaan we terug naar de receptie waar we voor de volgende dag een tour per paard boeken met een gids naar het nationale park($35 P.p.). De middag vullen we met een wandeling naar een waterval waar we kunnen zwemmen. Na een tochtje van een kleine 3 kwartier komen we aan bij een smaragdblauw meertje met 2 watervalletjes. Schitterend om te zien en er is geen mens te bekennen. Het is maar eventjes koud en we poedelen samen wat in het kraakheldere water. We wanen ons in een paradijs door de mooie poel, omringd door gekleurde vlinders en vogels.

Omdat de haciënda ver van Liberia afligt, is het niet te doen om s'-avonds een restaurant te gaan zoeken. Het restaurant van de ranch zelf heeft voor $10 een heerlijk buffet met keuze in soep, vlees en toetjes. De mensen die deze ranch runnen hebben kennelijk veel ervaring want aan ieder detail is gedacht en alles loopt er op rolletjes. De live muziek bij het zwembad komt van een 4-tal cowboys, die een hele grote xylofoon bespelen.

Dan kom de tropische regen  met bakken uit de hemel. Dit heeft één bijkomend voordeel: de superpadden komen tevoorschijn! Her en der springen er padden met de afmetingen van een kleine voetbal over het grasveld. Het is een vreemd gezicht. Net voor het slapen horen we de Djosergroep naast ons nog wat schorpioenen buitengooien en dus kijken we zelf ook nog maar eens goed onder het bed. Het onweer heeft het benauwd gemaakt en slaap vatten valt deze nacht niet mee.

"Time flies when you'r having fun". Het is alweer 14:30 als we aan de terugtocht naar de haciënda beginnen. Onze spieren lijken te protesteren als we in draf door de weiden rijden met een fraai uitzicht op de vulkaan. Terug op de haciënda toch eerst maar even een douche gepakt want we zijn niet gewend aan de paardeluchtjes en de vulkanische modder. We zijn er allebei van overtuigd dat deze dag één van de hoogtepunten van de vakantie is geworden.

Dag 18, Vr. 13 augustus, verblijf Rincon de la Vieja.
(Hacienda Guachipelin)

De spieren weigeren dienst als we de volgende ochtend opstaan. We hebben de hele dag voor onszelf en besluiten te beginnen met de "Red Pool". Hilariteit ten top als we met de auto stoppen bij de start van het pad, het is namelijk nog geen 25 meter van onze kamer vandaan. Na een tochtje van een kwartier komen we bij de rooie poel waar vanzelfsprekend ook weer gezwommen moet worden in de natuurlijke wildwaterbaan. Na een klein uur doezelen rijden we vervolgens richting Nationaal Park om de omgeving aldaar te verkennen. Onderweg zien we nog talloze vogels, waaronder adelaars en gieren. De natuur hier is prachtig.

Om nog wat mooie foto's te schieten, wandelen we nog maar eens naar het blauwe meertje van 2 dagen daarvoor maar vanwege de hitte lijkt het ons beter ook eens een middagje bij het zwembad door te brengen. Dit hebben we nog niet veel gedaan en de meegebrachte boeken moeten voor de vakantie wel uit zijn. Bij aankomst zien we tot onze schrik dat ze nou net toevallig vandaag het zwembad moeten verversen. Het zou nog wel 2 dagen duren zij de receptionist. Jammer maar niks aan te doen.

Na een goed dinerbuffet nemen we afscheid van de gemoedelijke haciënda. Morgen gaan we de laatste etappe volbrengen, naar Playa del Coco. Bij het restaurant schieten we de mooiste foto van de vakantie van een groene parkiet die komt knabbelen aan de vruchten in een boom.
Bron: Fox Reizen
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Welkom  op de Costa Rica reispagina van Rob en Anita

Bij de voorbereiding van onze reizen nemen wij vaak op het internet reisverslagen van anderen door en doen zo ook weer nieuwe ideeën op. Zo kan ons reisverslag misschien behulpzaam zijn bij de voorbereiding van jouw reis. Wij kunnen terugkijken op een geweldige vakantie in Costa Rica. Als je ook van plan bent om een reis te gaan maken naar dit prachtige land, dan kun je uit ons verslag misschien nog ideeën opdoen.




De door ons in een rustig tempo bezochte nationale parken, kustplaatsen en steden met een huurauto en overnachtingen in sfeervolle kleinschalige hotels, bungalowtjes, lodges en hacienda's zijn:

San José
Tortuguero Nat. Park
Cahuita
Sarapiqui
La Fortuna
Manuel Antonio Nat. Park
Monteverdi Cloud Forest
Rincon de la Vieja
Playa del Coco

Wij wensen je veel lees- en kijkplezier. Mocht je willen reageren, dan kun je ons via contactpagina een bericht sturen. Ook kun je een reactie achterlaten in ons gastenboek, hetgeen wij bijzonder op prijs stellen. In het verslag staan foto's maar je kunt ook naar ons foto-album en de extra reisinformatie surfen. Wij nodigen je dan ook van harte uit om het een en ander hier te ontdekken.
Reisverslag Costa Rica 2004