REISVERSLAG DUIKSAFARI EGYPTE APRIL 2010
Reisverslag duikvakantie Egypte van 8 t/m 15 april 2010 - Noordsafari.
Zoals bijna ieder jaar vertrokken we na een lange koude winter in april met een groep duikers naar de tropische wateren van de Rode Zee, onze favoriete duikbestemming. Vorig jaar hadden we een keertje overgeslagen omdat een deel van de vaste groep naar de Malediven wilde en een ander deel thuis wilde blijven. Dit jaar hadden we maar een klein select groepje van 6 personen; Geert, Brenda, Conrad, Martijn, Anita en Rob.
Eind vorig jaar was via Diving World een tocht geboekt op de M/Y Excellence, een schip dat onlangs door de Sea Serpent Fleet is ingelijfd. In 2004 waren we al eens te gast op dit luxe schip en ook toen waren we al erg te spreken. Nu heeft het schip groot onderhoud gehad en is het nauwelijks meer van nieuw te onderscheiden. We waren erg benieuwd hoe de vloot zou omgaan met maar 9 gasten (6 Nederlanders en 3 andere gasten) op een boot waar normaliter 22 duikers op kunnen verblijven. Bij aankomst bleek de enige andere gast een Duitser te zijn, Marcus. We telden dus niet verder als 7 deze keer, heel bijzonder.
Vertrek vanaf Amsterdam naar Hurghada met Transavia.
Vroeg in de ochtend van de 8e april bracht een taxibusje ons naar Schiphol. We waren lekker op tijd en toen we incheckten, kregen we te horen dat Martijn met een andere vlucht via Luxor naar Hurghada zou vliegen. Hij had iets later geboekt en kon niet meer mee op de overvolle HV243 van Transavia. Ook kregen we nog een andere tegenvaller te verwerken. Diving World had ons al gewezen op de maximale bepakking van 20 kg per persoon. Geert had zijn onderwaterhuis en videocamera bij zich en mocht met een gewicht van in totaal 35 kg ruim 180 euro bijbetalen voor een enkele reis. Balen natuurlijk, zeker als je bedenkt dat golfers wel veel meer aan gewicht mee mogen nemen…………..
Na wat geslenter en een broodje Mac achter de douane vlogen we relaxed via Duitsland, Oostenrijk en het Griekse luchtruim naar Egypte. Onderweg stoorden we ons een beetje aan de bediening aan boord want de prijzen waren niet erg jovel en het duurde lang voor je aan de beurt was. Ook de beenruimte is bij Transavia Spartaans te noemen.
Omstreeks 19:00 landden we op het vliegveld van Hurghada. Natuurlijk probeerde ze er weer een slaatje uit te slaan bij de verkoop van een visum door ons te neppen met de prijs van het visum (is 15 dollar maar men probeert 17 euro te vangen). Gelukkig trappen wij daar allang niet meer in. Gewoon je poot stijf houden helpt. De koffers waren allemaal meegekomen en Ahmed stond ons al op te wachten bij de uitgang. Na een hevige begroeting wederzijds stelde hij voor dat ik met hem mee zou rijden naar de boot. Ik kreeg het weer even benauwd (zie eerdere meldingen van roekeloos rijgedrag). Ahmed vertelde dat hij na de geboorte van zijn zoon zijn leven had gebeterd en 2 jaar geleden goed had geluisterd naar de preek van die Westerling. De rest kroop in het busje. Ahmed en ik hadden nu even tijd om snel bij te praten en we zouden meteen na aankomst in de haven terugrijden naar het vliegveld om Martijn op te pikken, die een half uurtje later zou landen.
Aan boord troffen we Marcus, een Duitse topkok met contacten in hoge regionen, zo zou later blijken uit zijn verhalen. Marcus had al een week in een Resort verbleven en wilde nu nog even onthaasten door een weekje op de live-aboard mee te varen. Met ruim 1800 duiken op zijn conto hadden we geen omkijken naar deze eenzame gast. Al snel bleek Marcus trouwens een welkome aanvulling voor de groep met zijn verhalen over te dure auto's en het rijke Duitse leven in Berlijn.
Met maar 7 gasten was de behoefte voor 2 gidsen overbodig. Bovendien kennen we het gebied op ons duimpje. Ahmed moest het deze week alleen zien te klaren maar had eigenlijk ook een weekje rust want hoe kleiner de groep, hoe minder werk immers. Ook was hij het digitale tijdperk binnengetreden en de briefings werden daarom op een grote flatscreen gepresenteerd. Dat scheelt een boel tekenwerk voor iedere duik.
De nieuwe Marina van Hurghada.
Bij binnenkomst van de nieuwe Marina van de haven dachten we in eerste instantie dat er een flatgebouw was verrezen naast de pier. Het bleek echter een joekel van een schip (M/Y Anastacia) te zijn met de allure van een privéjacht en de omvang van een marineschip. Dit in 2008 in Nederland gebouwde superjacht is maar liefst 75 meter lang, heeft 6 dekken en is voorzien van een keur aan waterspeeltjes die via 2 grote garagedeuren aan de zijkant van het schip te water worden gelaten. We keken onze ogen uit maar kwamen er snel achter dat het zelfs nog decadenter kan. Naast de M\Y Excellence lag de Golden Odessey die ongeveer dezelfde grootte meet als de Anastacia. Echter, dit schip heeft altijd een even groot schip in zijn kielzog, de Golden Shadow. Hierop staat een keur aan speedboten, waterjets en zelfs een watervliegtuig.
Met uitzicht op al deze "smuck" prezen we ons gelukkig toen we plaatsnamen op het zonnedek van de Excellence. Ahmed ging nog voor één nachtje naar huis, we zouden ons wel redden. De stemming was opperbest want na maanden van kou was het heerlijke temperatuurtje van een graadje of 28 (21:00) best vol te houden. Er stond wel een fris windje maar ook dat is heel normaal voor Hurghada in de lentemaanden.
De eerste duiken.
De volgende ochtend vertrokken we vanuit de haven naar onze eerste duikstek; Shaab El Erg. Dit is een mooie ondiepe stek om het materiaal te checken en dus kwamen we na 67 minuten weer boven met een glimlach van oor tot oor. Heerlijk, we waren eindelijk weer aan het duiken. Meteen hierna voeren we door naar het beroemde Abu Nuhas om de eerste wrakduik van de vakantie te maken. We kozen voor de Giannis D. De zee was kalm en er stond nauwelijks stroming. Enkele duikers volgden Ahmed tot diep in de machinekamer. Omdat dit schip gekanteld op de zeebodem ligt is dit door de desoriëntatie in het schip niet voor iedere duiker weggelegd, zo ook niet voor ondergetekende.
Er zou iedere avond ruimte zijn voor een nachtduik en toen de laatste duikers aan boord kwamen konden we gaan eten. We zijn de hele week dik in de watten gelegd en hadden het idee dat we kilo's zouden aankomen. De kok bleek een echte pro te zijn en na iedere duik was er wel een fruitcocktail of andere versnapering. Echt toppie hoe ze met zo weinig middelen zo lekker kunnen koken.
De volgende ochtend maakte we een fraaie en lange ochtendduik op het wrak van de Carnatic. Dit stoom/zeilschip zonk al in de 19e eeuw en het is schitterend begroeid met hard- en softcorals. De dames deden het over het algemeen wat rustiger aan maar ook voor hen zijn er prachtige duikstekken op de Noordroute te vinden. Eén zo'n stek heet Small Crack. Het is een ondiep kanaal waar de stroming je in een rap tempo doorheen voert. Aan beide kanten zie je tafelkoralen en softcorals in overvloed. Althans, zo was het tot 2 jaar geleden want nu leek het wel een kerkhof. Te veel duikers en te weinig verantwoordelijkheid voor de natuur, zo stelde Ahmed. Zonde.
Eindelijk, de Thistlegorm.
De mannen waren heel de dag al in hun nopjes want na de lunch zouden we afvaren naar het beroemdste wrak ter wereld; de Thistlegorm. Met uitzondering van Marcus hadden we hier allemaal al vele malen op gedoken maar toch ging de adrenaline weer opnieuw stromen. Voor mij zou deze keer een droom in vervulling gaan. Ik mocht het touw op het wrak gaan leggen, samen met Ahmed. De Thistlegorm ligt in open zee in de Strait of Gubal en het stroomt er vaak heftig met weinig zicht. Het plan was om samen met het touw naar beneden te zwemmen, over de boeg te zakken en de ankerketting te volgen, tot aan het anker. Daar zouden we met een lus het voorschip van de Excellence op vastleggen om hierna een 2e touw, bestemd om langs af te dalen, aan de ankerlieren op het voordek vast te maken.
Bottlenose dolfijnen bij Bluff Point.
Voor ons (mannen van Jan de Wit) is de Thistlegorm telkens weer een hoogtepunt tijdens zo'n weekje duiken in het Noorden. De dames echter hadden hun "Yes"-moment nog tegoed. We positioneerden ons in de baai van Bluff Point om de volgende dag een duik op de Rosalie Moller te gaan maken. Die middag zouden we het wrakje bij Bluff Point bekijken. Het werd een prachtige duik met veel murenen (o.a. George onder het wrakje), krokodilvissen, octopussen en dolfijnen.
De overblijfselen van het wrak zijn welig begroeid en het wemelt er van de vis. Een eindje verderop deed een octopus zijn beklag door alle kleuren van de regenboog te tonen. Met de camera in de aanslag werd ik plotseling ruw op mijn hoofd getikt. Toen ik eindelijk opkeek zag ik grote grijze schaduwen op slechts enkele decimeters voor mijn bril afscheren. Het bleek een grote school Bottlenose dolfijnen te zijn die al spelend dwars door onze gelederen zwom en nieuwsgierig stopte om een kijkje te nemen. Niet alleen de dames waren dit keer in de zevende hemel want het is altijd weer een bijzondere beleving om zo dicht bij deze fantastische dieren te mogen zijn. De Bottlenose dolfijnen zijn de grootste soort in de Rode Zee zien er uit als de bekende Flipper uit de serie. Nooit eerder zagen we deze soort in het wild, die dag hadden we dus alle geluk van de wereld! Het is begrijpelijk dat de stemming niet meer stuk kon die dag. Iedereen was hyper over de dolfijnen en we merkten even niet dat de wind flink begon aan te trekken. Toen de avond viel waaide we bijna van de boot en slapen in de kajuit leek wel op slapen in Nederland tijdens een herfststorm.
De nachtduik op de Thistlegorm is altijd erg speciaal omdat het schip dan helemaal begroeid lijkt met anemonen. Aanhoudende hoofdpijn door dichte sinussen en het idee dat haaien het liefst in het schemer jagen deden mij besluiten om een lekkere warme douche te pakken. De jonge helden gingen gespannen onder maar zagen gelukkig geen Silky.
Vanaf eind maart zijn er berichten dat er Oceanics en Silky's gezien worden rond de Thistlegorm. Volgens Ahmed is dit uniek en lijkt het erop dat de grotere haaien zich naar het Noorden aan het verplaatsen zijn. Toen het schip overigens 70 jaar geleden nietsvermoedend lag te wachten om door te mogen varen durfden de bemanning niet te gaan zwemmen vanwege het grote aantal haaien rond het schip!
De volgende ochtend volgde een prachtige vroege duik (zoals altijd in de ochtend) en het zicht was een stuk beter dan de dag ervoor. Een niet nader te noemen reisgenoot had inmiddels een klein luik gevonden op het achterschip. Dit luik gaf toegang tot een kleine ruimte die vol stond met houten kisten met munitie. Voor de laatste duik op het wrak werden snode plannen gesmeed.
We zouden gezamenlijk terugkeren naar het bewuste luik. Eén duiker zou proberen om via het luik naar binnen te gaan om te kijken wat er in de kisten zat. Hij was echter vergeten te vertellen dat hij van plan was om zijn duikset uit te doen om zo het nauwe gat in te zwemmen. Toen we aankwamen zagen we hem al tobben en even later verdween hij bijna helemaal het gat in. Gelukkig kwam hij op tijd tot besef dat we misschien iets beter hadden moeten plannen en strakkere afspraken hadden moeten maken. Dergelijke grappen zijn slechts voor zeer ervaren wrakduikers weggelegd. De resterende tijd van de duik verbleven we in de ruimen waar je altijd oogjes tekort komt. Het is toch telkens weer alsof je in een museum rondzweeft. Het was tijd om afscheid te nemen. Misschien wel voorgoed want hoe lang zal het nog duren voor er ongelukken gebeuren en het wrak voorgoed verboden terrein is.
De volgende ochtend waren we al vroeg weer op, om 5 uur. Er stond een diepe duik op het wrak van de Rosalie Moller op het programma. Ook dit is een legendarisch wrak dat echter een stuk dieper ligt als de Thistlegorm en vaak slecht zicht kent door de activiteiten van booreilanden in de buurt. Vanwege de wind zouden we met de zodiac tussen de eilanden door naar het wrak varen. Sommigen vonden het geen goed idee om onder deze omstandigheden een lange diepe decoduik te gaan maken. De 3 overgebleven bikkels (Ahmed, Conrad en Marcus) hadden echter een prachtige duik en we zullen dit nog heel lang moeten aanhoren. Och, jonge goden!
Achter ons schip zagen we ondertussen hoe enkele duikers met een zodiac aankwamen om slechts met een stagebottle een duik op het wrakje te maken. Dit noemen ze "Monkey Diving" en het is sinds 2005 kennelijk een hype om met zo min mogelijk uitrusting te duiken. Wij hadden er nog nooit van gehoord.
De duikstekken rond Hurghada.
De resterende dagen zou het tempo van 4 duiken per dag gehandhaafd blijven maar de duikstekken zouden een wat meer recreatief karakter hebben. We gingen naar Syol Island, Poseidon Reef, Um Gamar en Giftun Island. Altijd mooi! Een schildpad op een poetsstation dacht daar anders over. " Weer zo'n stel van die irritante duikers die m'n rust verstoren", moet hij of zij gedacht hebben. De laatste duiken van de trip zouden we gaan maken op het aquarium van Gota Abu Ramada.
Omdat we dichter in de buurt van Hurghada kwamen, waren ook de dagboten weer flink vertegenwoordigd op de duikstekken. Dit leidt soms tot irritatie (bij mij althans) want al die staafmixers boven je hoofd als je juist gaat opstijgen geven je een onbehaaglijk gevoel. Geert raakte sterk onder de invloed van de Bikinivisjes aan boord en werd alsmaar stiller.
Op Abu Ramada maakten we weer hele mooie ondiepe duiken, hoewel er zichtbaar minder vis was dan 2 jaar geleden. Toch vonden we hier ook weer grote scholen goatfish en barracuda's en toen we op woensdagmiddag onze laatste duik maakten was iedereen voldaan en tevreden. Het gemiddelde aantal duiken stond op 18. Eén fanatiekeling had er zelfs 23 gemaakt.
We moesten om 14:00 terug zijn in de haven maar omdat we pas de volgende dag om 20:00 zouden vliegen stelde ik aan Ahmed voor om nog één duik op een wrak in de haven te maken. We mochten kiezen, een duik op de gezonken safariboot of op de dieper liggende El Mina. De laatste is een door de Russen aan Egypte geschonken mijnenveger die in 1969 door de Israëlische luchtmacht tot zinken werd gebracht.
Abfahrt!
De volgende dag (donderdag 15 april) zouden we pas om 16:30 worden opgehaald en naar het vliegveld worden gebracht. We hadden dus nog tijd over en slenterde die avond door de winkelstraat bij de Marina. We dronken een lekker Europees bakkie bij Costa Coffee en keken mensen op de boulevard en bij de Marina. Het liep er volgens Geert weer vol met bikinivisjes maar voor ons was de rust op de boot toch een stuk aantrekkelijker. Schaars geklede Russische dames op veeeel te hoge hakken lopen al jaren wulps door de straten van Hurghada. Het is inderdaad een (klasse) apart.
Op donderdag moesten we nog bijna een volle dag wachten op de boot in de haven. Niks mis mee, we kregen ons gewoonlijke natje en droogje en het weer was super. Toen Brenda na de lunch naar huis belde, hoorde ze dat er een aswolk boven Europa hing die afkomstig was van een vulkaan in IJsland Wat bellen en Internetten bevestigde dit bericht en we zagen er een hard hoofd in om die avond te gaan vliegen. We werden echter keurig op tijd opgehaald en we namen afscheid van de crew, van Ahmed en van Egypte. Het laatste kreeg een geheel andere wending……
As, as ,as.
Op het vliegveld volgden we de gebruikelijke procedures. Geert mocht weer eens fors bijbetalen voor zijn overgewicht (van de bagage wel te verstaan) en vrij snel zaten we achter de immigration in het winkelgedeelte. Toen we eenmaal naar de gate liepen kregen we in de gaten dat er iets mis was; het was te druk, te rumoerig en te rommelig. Mannen in nette pakken liepen te gillen in de vertrekhal , reizigers zaten gespannen voor zich uit te staren en iedereen was onzeker over wat er ging gebeuren. Een vlucht voor ons werd gecancelled en de medewerker beval de reizigers om naar de immigratie terug te gaan.
Plotseling kwamen er 2 vliegers van Transavia naar de infobalie toegelopen. Ze vertelden de passagiers van 2 vluchten dat ze niet meer mochten vliegen vanwege de vulkaanas en verzochten ons terug naar buiten te gaan, om hierna naar een hotel gebracht te worden. We konden dus onze koffers weer van de band halen. In de bagagehal stonden zeker 350 Nederlanders en Belgen verdwaasd te kijken, wachtend op wat zou volgen. Even later werden we met 6 bussen terug naar Hurghada gebracht, zo dachten we. De bussen reden echter dik een half uur zuidwaarts de woestijn in en stopten uiteindelijk ergens in "the middle of nowhere" bij een bord waarop Makadi Bay Resort stond. Het bleek een 4-sterren resort te zijn. We kregen allemaal een polsbandje en een boodschap dat we nog konden dineren als we dat wilden (het was inmiddels bijna middernacht). Per stel kregen we een kamer toegewezen die dik 60 vierkante meter mat, incl. bankstel, flatscreen en groot terras. De slaapkamer was haast al net zo groot en de badkamer met marmer betegeld. Niet slecht! Op een kleine 10 meter van ons terras was een zwembad waarvan ze er in totaal 9 bleken te hebben. Op TV zagen we berichten van gestrande reizigers op vliegvelden. Och, dan hadden wij het nog niet zo slecht getroffen. Makadi Bay is een exotisch moors dorp, gebouwd rond een groot centraal zwembad met palmbomen. Het hotel is het stokpaardje van de Iberotel-keten en niet voor niets de meest geliefde TUI-hotelketen van Egypte.
De volgende ochtend moesten we ons rond 10 uur bij de receptie melden met maar liefst 350 andere gasten. Ze vertelden dat we de nacht wederom op het resort zouden doorbrengen. Ondertussen lag het vliegverkeer boven heel Europa zowat plat. Wij vonden het prima zo en gingen in galop onze zwemkleding ophalen om het zwembad nog maar eens te testen. Een ontbijtje had ons toen al verzadigd en we lagen tot aan de lunch te zonnen om vervolgens te gaan genieten van het lunchbuffet en de poolbar. Nee, je kunt zeggen wat je wilt, Transavia had het goed voor elkaar. Nou hadden wij gemakkelijk praten omdat we de komende dagen allemaal nog vrij waren. Toch gaf het ook een beetje een onbehaaglijk gevoel en we speculeerden over hoe lang het nog kon gaan duren. Volgens sommigen nog wel enkele weken. Enkele reizigers werden al zenuwachtig en kribbig tegen de manager van het hotel die het overigens heel erg goed deed. Extra handdoeken, water aan het zwembad, niets was te veel.
Op zaterdag moesten we ons weer om 10:00 melden bij de receptie. Opnieuw was er nog geen nieuws te melden en dus waren we weer veroordeeld tot het zwembad. Toen we juist op weg waren naar de lunch hoorden we enkele Nederlanders zeggen dat er bericht was gekomen om zo snel mogelijk te gaan pakken. Het plan was om ons naar Barcelona te vliegen om van daaruit met de bus verder te reizen naar Nederland. Tjemig, dat is wel een heel eind rijden met een bus, iets waar we normaliter nou juist niet voor kiezen.
Tegen 2 uur vertrokken we met bussen naar het vliegveld en daar duurde het nog een paar uur voor we eindelijk in de bus konden stappen naar het vliegtuig dat al dagen stond te niksen tussen andere toestellen van Transavia en Tui. Rond 19:00 uur waren we dan toch eindelijk airborne en 5 uur later landden we op het vliegveld van Barcelona.
In de bussen!
Buiten bij de uitgang werden we opgewacht door Nederlandse meisjes die ons naar Spaanse bussen leidden. Hier en daar was men al wat aan het dringen want niet iedereen zou meekunnen. Een juffrouw in onze bus werd gedwongen om haar baby maar 20 uur lang op schoot te houden. Ieder plekje was er immers één! Gelukkig zwichtte het Nederlandse meisje voor de smeekbede en vertrokken we diep in de nacht (rond half 2) richting het Franse Lyon. Daar zouden Nederlandse bussen het transport overnemen. Met een vaartje van 95 gingen we op weg en om de 2 uur maakten de bussen een korte stop. Tegen elf uur kwamen we aan op een parkeerplaats voorbij Lyon waar inderdaad wat bussen stonden te wachten. De chauffeurs hadden haast. Ze waren de avond ervoor vertrokken en hadden net als wij heel de nacht gereden. Nu wilden ze met slechts 1 stop op een rit van 8 uur zo snel mogelijk naar huis om zo de rijtijdenwet te omzeilen. Och, we vonden het wel best en vermaakten ons met een dutje en wat TV-ergernis.
Omdat er veel Belgen in de bussen zaten, koos men ervoor om een bus naar Antwerpen en Eindhoven te laten rijden. De rest van de bussen reed door naar Schiphol. Op de Stationsstraat in Antwerpen stond onze privétaxi al te wachten en rond half 9 kwamen we dan eindelijk doodmoe maar voldaan in Nederland thuis aan. We hadden het gered door ons relaxed op te stellen en het viel achteraf gezien allemaal best wel mee. We waren nu heuse vulkaanveteranen! Transavia heeft dik zijn best gedaan en een pluim verdiend. Het was een geoliede machine die ons geen cent extra heeft gekost, behalve dan 3 extra reisdagen die door het verblijf op het resort geen straf waren.
Duiken tijdens de Noordcruise.
Duikorganisatie : Diving World Nederland
Schip/Rederij : M/Y Excellence / Sea Serpent Fleet
Duikstekken: - Shaab El Erg
- Abu Nuhas: Giannis D.
- Abu Nuhas: Carnatic
- SS Thistlegorm
- Bluff Point
- SS Rosalie Moller
- Syol Island
- Poseidon Reef
- Um Gamar
- Small Giftun
- Abu Ramada (The Aquarium)
- EL Mina (haven Hurghada)
Maximale diepte : 37,5 meter
Maximale duiktijd : 67 minuten
De eerste poging mislukte, we lagen niet boven op het wrak. We waren die middag de enige boot boven het wrak en dat is eigenlijk een zeldzaamheid. Na de eerste poging doken we opnieuw van de zodiac en nu doemde de boeg op uit de diepte. Het is een bekend beeld na al die jaren en ik begroette "De Dame"(zoals Martijn het wrak noemt) in gedachte. We vlogen langs de ankerketting naar de bodem van de Rode Zee en een dikke 70 meter verder zagen we het enorme anker liggen, alsof het er gisteren was gedropt. Gelukkig stond er geen stroming want het is een flink stuk zwemmen. Nadat het touw was vastgemaakt, zwommen we over de ketting weer terug naar het wrak, net als in de beroemde film van Jacques Cousteau, "The Silent World." Heel speciaal. Boven op het voordek maande Ahmed mij naar boven. Hij zou het 2e touw vastmaken en omdat ik al 2 diepe duiken achter de rug had die dag en er nog 2 moest maken, vond hij het beter als ik eerder naar boven zou gaan. Terug op het achterdek zagen we even later hoe Ahmed met grote ogen op het dek klom. Tijdens mijn opstijging was er een flinke Silky haai voorbij gezwommen, oeps. Ik had hem zelf niet gezien maar Ahmed was toch maar eventjes dicht bij het wrak gebleven omdat deze haai niet als echt betrouwbaar te boek staat en rond hem heen was gaan cirkelen. Dat is meestal geen goed teken. We dachten nog even dat hij een grapje maakte om ons bang te maken maar ik wist inmiddels uit ervaring dat Ahmed niet zit te wachten op Oceanics of Silky's. Nooit eerder zagen we of hoorden we over haaien boven de Thistlegorm! De crew op de boot vertelde dat ze een grote zwarte schim hadden gezien. Het moest dus wel waar zijn.
Na enige overredingskracht dook een uurtje later een select groepje langs de lijn naar het voordek. De hele duik waren we met 6 man op het wrak en het krioelde er van de vis. Het zicht was niet echt geweldig maar we konden toch een toer om het wrak maken en de ruimen inspecteren. En weer moesten we concluderen dat de conditie van het wrak te snel achteruit hobbelt. De waterwagon aan bakboord is nog verder het ruim ingezakt. Geert en ik gingen als eerste team langs de lijn terug naar boven. We vonden het maar niks om 5 minuten in het blauwe water aan een lijntje te moeten wachten op een hongerige haai en dus gaven we elkaar rugdekking. Nog net zag ik een zilveren schim langs de boeg van de Thistlegorm zwemmen. Beneden hadden de andere duikers een bijzondere ontmoeting met de Silky die toch was teruggekomen om een kijkje te nemen. Voldaan maar gespannen kwamen we na een kleine 3 kwartier weer boven en genoten van de rust op zee. Nogmaals, minder dan 5 boten op de Thistlegorm is vrij uniek.
Even later voeren we met de zodiac vanaf de kade naar het wrak. We zouden een korte duik maken, een keer rond het wrak en weer naar boven. Het was de moeite waard en de slagroom op het toetje want je krijgt niet vaak de kans om op dit wrak te duiken.Terug aan boord zagen we dat er zich nog een superjacht bij de andere oversized plezierbootjes had gevoegd, de Queen K. Dit schip is zelfs nog een paar verdiepingen hoger….. Gek om te weten dat er maar de helft van de gasten opgaan van de Excellence en dat er voor iedere gast 2 bemanningsleden aan boord zijn.
Algemene indruk van de reis.
Egypte is voor ons telkens weer een feest. Zeker als duikbestemming nog steeds de mooiste plek op aarde. Ondanks dat we het gebied boven en rond Hurghada op ons duimpje kennen, blijf je er fascinerende duiken maken. Hoe lang nog is maar de vraag, want we schrokken heel erg van Small Crack die in 2 jaar tijd niet meer terug te kennen is. Waren er toen nog honderden tafelkoralen, nu lijken de wanden platgewalst door de vele duikers die nergens op schijnen te letten. De wrakken blijven een grote aantrekkingskracht uitoefenen op menig duiker maar ook hier is het niet alleen maar goed nieuws; het mooring system dat door HEPCA rondom het wrak werd gemaakt wordt niet meer gebruikt en nu bindt men de dagboten en safariboten weer gewoon aan het wrak vast. Je wilt toch echt niet in de buurt van de Thistlegorm zijn als de boel daar begint in te storten. Dat het een keer gaat gebeuren staat vast. Wij vragen ons wel eens af wat voor beelden mensen hebben bij een weekje op zee in Egypte. Geloof ons maar, het is pure luxe en nergens mee vergelijkbaar. Voor ruim 1100 euro p.p. kun je al op een heel mooi schip verblijven. Het kan ook altijd nog goedkoper.
Voor ons blijft het land van de Farao's een 2e thuisland waar we nog vaak zullen vertoeven.
Transavia bedankt, Makadi Oasis bedankt en vooral de medereizigers bedankt want de lachspieren zijn na deze week met verlenging weer aardig opgerekt.
Deze Octopus had er schoon genoeg van om gewekt te worden uit zijn middagdutje.
Stoffel vond het allemaal wel best. Hij was net aan de beurt op het poetsstation.
Don't try this at home! Wrakduikers kunnen het niet uitstaan als ze ergens niet inkunnen. De oplossing; gewoon je vest uitdoen.
En als het niet lukt is er altijd wel iemand die een handje wil helpen...........
Dustytours wenst de lezers nog heel veel mooie duiken en wellicht tot ziens in Egypte!
Kaartje met de vlucht vanaf A'dam naar Hurghada en de busreis van Barcelona naar Antwerpen.
Reisverslag duiksafari Egypte april 2010