Reisverslag Marokko 2006, Koninklijke steden en Oases.
Voor de zomervakantie in 2006 hadden we niets bijzonders gepland. We waren in april immers op de Malediven geweest en besloten het eens een zomer rustig aan te doen. Toen het op een bepaald moment toch begon te kriebelen besloot Anita om Marokko op het woord te gooien. Ze had er al zoveel positiefs over gehoord en gelezen. De foto's op Internet lieten een mysterieus, mystiek land zien op slechts een paar uurtjes vliegen van Amsterdam.
Fox Reizen biedt een 12-daagse reis aan die, zoals we van Fox gewend zijn, cultuur en natuur mixt in een onbezonnen rondreis met de bus.
We vliegen vanaf Schiphol met Air Maroc in een kleine Boeing 737. De passagiers bestaan uit een mix aan toeristen en Marokkanen die terug naar huis gaan voor familiebezoek. Na een krappe 3,5 uur vliegen stappen we uit op het Aeroporto Mohammed V, het internationale vliegveld van Marokko, net buiten Casablanca. De klok is ondertussen een uurtje vooruit gegaan.
Het reisgezelschap verzamelt zich nadat de koffers zijn afgehaald. De groep bestaat voornamelijk uit oudere jongeren. Wij hebben het geluk dat er een Marokkaans meisje in ons gezelschip zit, die ons veel over het land en de gebruiken kan vertellen.
De busrit naar Casablanca (Witte Huis) duurt een kleine 3 kwartier en we komen aan bij Hotel Casablanca, dat ligt in een ietwat vervallen straatje. We zien onderweg weinig van de stad. Grote aantallen TV-schotels beheersen het stadsbeeld. Op straat is het druk en het krioelt er van de rode taxi's. Het maakt op ons maar weinig indruk, het is overwegend saai eigenlijk.
Het hotel ziet er net als de buurt een beetje vervallen uit. De kamers zijn schoon doch erg simpel van opzet. Het gezamenlijke diner op de eerste avond doet hier al niet veel voor onder. Je zou zeggen dat ze ondertussen wel gewend zijn aan toeristen maar het gaat allemaal niet van een leien dakje. Och, nog een dagje en we zijn de stad weer uit.
Casablanca en Rabat.
We zijn om 06:30 uur op, ontbijten en vertrekken met de bus naar onze eerste bezichtiging van deze rondreis, de Hassan II Moskee die langs de boulevard aan zee ligt. Het is de tweede grootste moskee van de wereld. De grootste staat in Medina en de op één na grootste in Saoedi-Arabië. Het is een schitterend en vooral imposant hoog gebouw. De afmetingen binnen zijn al net zo indrukwekkend; 25.000 mensen kunnen er aan de dienst deelnemen, buiten op het plein nog eens 80.000! De minaret is maar liefst 210 meter hoog en vierkant zoals alle minaretten in Marokko. Het bijzondere is dat de moskee ook open is voor niet-moslims, uniek voor Marokko. Onder de moskee zijn wasbekkens die zijn ingelegd met de mooiste mozaïeken. Na een korte wandeling over de pleinen voor de moskee gaan we naar binnen voor een rondleiding met een lokale gids. De binnenkant is behalve kolossaal heel fraai afgewerkt met veel detail. Nadat we ruim de tijd hebben gekregen om de moskee rustig te bekijken, rijdt de bus via de snelweg naar Rabat waar de regering van Marokko zitting heeft. Het is slechts een korte rit van 100 kilometer.
We beginnen onze ontdekkingsreis in Rabat met het paleis van de koning. Hier is een mooi aangelegd terrein en tuin, waar we een korte wandeling maken naar de ingang van het bewaakte paleisgebouw. De lucht is felblauw en de rode Marokkaanse vlaggen geven het plein een deftig uiterlijk. De wachters hebben het allemaal wel gezien en staan er verveeld bij. Je kunt het paleis niet bezoeken.
Even buiten de stad liggen de resten van een oude vesting. We worden er opgewacht met traditionele muziek en komen in een soort tuin die ons naar de ruines leidt. Overal om ons heen zijn ooievaarsnesten die druk worden bewoond. De oranjerode kleur van de ruines, de witte ooievaars en de scenery van de omgeving zijn een mooi decor voor bijzondere foto's van deze dieren.
Rabat is best een mooie stad en er is veel te zien en te doen. Na een goede lunch rijden we naar het beroemde mausoleum van Mohammed V. Bij de poort staan wachters op paarden. In het mausoleum zelf staan op iedere hoek ook weer wachters en als je naar beneden kijkt zie je de tombe van de koning en nog 2 andere hoogwaardigheidsbekleders. Beneden leest een man voor uit de Koran.
Buiten is een mooi plein waar je de 44 meter hoge minaret van de Hassantoren kunt zien. Deze minaret is nooit afgebouwd. Op het plein zelf staan maar liefst 450 pilaren die bedoeld waren voor de moskee. Het is een raar gezicht en de temperatuur loopt zo hoog op dat onze gids maant verder te rijden. We gaan naar de oude kasbah van Rabat die omringd is door een 5 kilometer lange muur. De nauwe witte straatjes leiden ons naar boven waar we vanaf een terras uitzicht hebben over de rivier. Het is er druk want het blijkt een soort verzamelplaats te zijn voor jongeren die komen zingen en gitaarspelen. Onder het genot van hun muziek drinken we een muntthee en genieten van het briesje dat hierboven voor wat verfrissing zorgt.
Laat in de middag brengt de bus ons naar Kenitra waar we de nacht zullen doorbrengen. Rond 7 uur komen we aan bij het Assam Hotel. De kamers zijn allemaal gelijkvloers naast het zwembad. Het eten is die avond niet echt om over te schrijven. Weinig keus en nog minder slaap. Och, ons eigen waterkokertje moet ook eens uit de koffer en met onze eigen koffie maakt niemand ons wat. Het was een lange dag vandaag maar tot nu toe zijn we prettig verrast door de schoonheid van de gebouwen en de bijzondere sfeer in de steden.
Van Rabat naar Fes.
Na een stevig ontbijt is onze eerste stop de oude Romeinse stad Volubilis. Een lokale gids leidt ons te voet door de overblijfselen en ruines van de oude stad. Volubilis was één van de meest afgelegen buitenposten in het Romeinse Rijk. De Romeinen kwamen hier na de val van Carthago en bekeerden dit gebied in de vierde eeuw tot het christendom.
De meeste gebouwen stammen uit de tweede en derde eeuw. De stad werd tot in de 18de eeuw bewoond waarna alle marmer eruit werd geroofd voor de bouw van Moulay Ismaels paleizen in Meknès. De ruines zijn nog redelijk intact met prachtige zuilen en nog bijna helemaal intacte vloermozaïeken. Er is een hele mooie Triomfboog en de gids geeft uitgebreid uitleg over de indeling van de stad en de functie van de verschillende gebouwen. Het moet een indrukwekkend schouwspel geweest zijn in die tijd. Het is er behoorlijk heet en elk schaduwplekje wordt dan ook hartelijk ontvangen.
Tegen twaalven gaan we verder naar Moulay Idriss waar we buiten het dorp lunchen. Hierna gaan we het bedevaartsoord stadje Moulay Idriss bezoeken en maken een wandeling. De sultan Moulay Idriss was een afstammeling van Fatima, de dochter van Mohammed. Het stadje is lange tijd verboden geweest voor niet moslims. We lopen tot de groene moskee, de enige ronde moskee die je in Marokko zult gaan vinden. Ook nemen we vanaf de buitendeur nog een kijkje bij een mausoleum. De gids neemt ons mee door de nauwe steegjes en we zien hoe de mensen er wonen en werken.
Na een korte rustpauze vervolgen we onze reis naar Meknès. Daar bezoeken we als eerste het Bassin de l Águadal, een groot waterbassin dat ooit speciaal is aangelegd voor de stad en de moskeeën. Zeer indrukwekkend zijn de oude paardenstallen en het gebouw dat door de dikke muren altijd lekker koel is. Ook zien we het mausoleum voor sultan Moulay Ismael. Hij was een wrede heerser (17e eeuw) die Meknès tot hoofdstad maakte. Het binnenste van het mausoleum mag alleen worden betreden door moslims..
Hierna door naar Fes, de oudste van alle Koninklijke steden. We komen aan bij het Wassim Hotel, Ook in dit hotel krijgen we weer de lange administratieve procedure voor onze kiezen. Het hotel ligt in een druk gedeelte van de stad maar is wel een leuke uitvalsbasis om een stukje te gaan wandelen.
Fes.
Om half negen rijden we naar het koninklijk paleis. Fes heeft twee delen: de oude stad of de medina waarin maar liefst 9400 straatjes en steegjes lopen en de ville nouvelle. Zonder gids is verdwalen in deze nauwe straatjes zeer gemakkelijk. Om oud Fes is een stad met een miljoen inwoners. Onze gids is een jolige man met veel te grote slippers. Het complex van het koninklijk paleis is enorm; 164 ha. De poort is van koper en prachtig gepoetst. We mogen er niet naar binnen en door de Joodse wijk met traditionele huizen met aan de andere zijde de moslimhuizen lopen we weer naar de bus en gaan naar een grote poort aan de buitenzijde van de stad. We rijden naar een mooi uitzichtspunt over de oude stad, waar een begraafplaats ligt.
Via de Koranschool Medersa Bou Inania rijden we naar een tegel- en pottenbakkerij. Hier zien we hoe ze in een supertempo potten draaien en hoe de mozaïeksteentjes met de hand worden geknipt, stuk voor stuk. In de aangrenzende winkel zijn allerlei baksels te koop in elk denkbaar formaat. Buiten bij de bus treffen we lastige verkopers die trommels, portefeuilles en ander spul proberen te slijten.
De middag gaan we doorbrengen in de medina. Het is zaak om elkaar goed in de gaten te houden want het is er druk en bekrompen. In de te smalle steegjes kun je werkelijk van alles kopen; vlees, vis, brood, etenswaren, groenten, kruiden, schoenen, kleding, sportschoenen, te veel om op te noemen! Leren riemen en tasjes zijn favoriet en we bezoeken een winkel met zicht op een leerlooierij. Het stinkt vreselijk maar de kleuren van de baden waarin het leer met natuurlijke stoffen wordt geverfd zijn prachtig.
Verder slenteren we wat rond en lopen een winkel met sjaaltjes binnen, waar heel wat gekocht wordt. We eten midden in de Medina in een mooi restaurant. Na een heerlijke lunch gaan we met heel de club naar een kledingwinkel om djellaba's te passen. Gelaten doen we mee aan de verkleedpartij en er worden erge toeristische plaatjes geschoten. Na nog een kort bezoek aan een Koranschool verlaten we de Medina en gaan terug naar het hotel. Die avond besluiten we buiten de deur te dineren. In Fes is dat goed te doen.
Van Fes naar Merzuga.
We hebben vandaag 2 kleine rugzakken gepakt en laten de koffers even voor wat ze zijn. Vanavond slapen we in de Sahara en kunnen weinig spullen meenemen. De eerste vroege stop is in Ifrane. Het is hier een stuk koeler maar het ligt dan ook op 1600 meter hoogte. Het is een dure wintersportplaats en we zien zelfs een skipiste onderweg. Zou je dat verwachten in Marokko? Tegenwoordig zijn hier in de zomer veel Marokkanen die hier vakantie houden en zo de hitte van de steden ontvluchten. Lang geleden werd hier de laatste leeuw van Marokko gesignaleerd.
De tocht gaat verder door het prachtige Atlasgebergte. De hoogste top is 4165 meter! We zien veel cederbossen. Ergens buitenaf stopt de bus en lopen we naar de tenten van een Berberfamilie langs de weg. De mensen hebben een hard bestaan te verduren en dat is dan ook op hun gezichten af te lezen. De streek waar we doorheen rijden wordt steeds armer en de mensen gaan er ook traditioneler gekleed. Er lopen veel schapen op de hellingen. In dit gebied wonen veel vluchtelingen uit andere Afrikaanse landen.
Tegen 4 uur komen we aan in Erfoud, een dorp met amper 7000 inwoners aan de rand van de Sahara-woestijn. Van hieruit maken we een trip naar de Erg Chebbis woestijn om daar in een oase te overnachten. De bus laten we achter om over te stappen in een grote Toyota Landcruiser. De chauffeurs kennen de weg als hun broekzak en we scheuren met het stof ver achter ons door de droge woestijn. In de verte doemen de oranje zandhopen van de Sahara al op.
Om zes uur rijden we langs Merzuga en Hotel Kasbah Timbouctu. De mensen die niet in de woestijn zullen overnachten, brengen hier de nacht door. Wij gaan nog een stukje verder met de jeep. De tocht eindigt midden in het zand waar dromedarissen en de Touareg mannen ons al staan op te wachten. De Touareg ofwel blauwe mannen zijn nomaden tussen zuid Marokko en Mali en leden van de Touareg stam. De mannen zijn gesluierd en niet de vrouwen. Om hun blauwe kleding en hoofdbedekking te verven gebruiken ze natuurlijke indigo gekleurde stenen, prachtige mensen om te zien. Onze laatste ervaring met dromedarissen was in Egypte en ietwat zuur beklimmen we het zadel dat hoog op de rug van het dier ligt. Hilariteit ten top. In een rustig tempo loopt de meute de woestijn in. De zon gaat ondertussen onder en het is dan ook al donker als we aankomen bij de oase.
We hadden het ons heel anders voorgesteld maar de oase is verlicht met sfeervolle lantaarns. Rondom staan berbertenten opgesteld en in het midden staan lange lage tafels te wachten op het eten. De dromedarissen worden met een touw rond hun enkel gestald buiten het terrein. Ze maken namelijk heel de nacht geluid en het is wel de bedoeling dat we kunnen slapen.
De Touareg hebben een stevige maaltijd gemaakt die we op onze vloerkleden wel laten smaken. Op de achtergrond klinkt trommelmuziek en er heerst een gezellig sfeertje. Omdat het warm is wil niemand in de tenten slapen en de matrassen worden buiten weggelegd. Het is een grappig gezicht als iedereen uiteindelijk vermoeid gaat liggen. We genieten van de ontelbare sterren en vallen gelukkig in slaap. Het is weer een bijzondere belevenis.
Van Merzuga naar Boulmane.
De volgende ochtend zijn we al weer vroeg wakker. Boven op een hoge duin genieten we van de zonsopgang in de Sahara. Wat wil je nog meer! Tegen zevenen staan onze taxi's al weer klaar voor vertrek en de rit door de duinen is prachtig vanwege de steeds verder opkomende zon. Rob maakt een hele bijzondere foto van een man op een ezeltje die ons eenzaam passeert als we onderweg zijn naar de rand van de duinen. Hier staan de jeeps al te wachten die ons naar het hotel brengen om te douchen en te ontbijten. Ondertussen hebben we een waanzinnig uitzicht over de Saharaduinen. Het zonnetje begint ook weer aardig te branden. Het wordt weer een warme dag vandaag. Rond half tien rijden we met de Landcruisers terug naar Erfoud. In de verte zien we een fata morgana en een heleboel plastic zakken en vuilnis. Jammer jammer jammer.
We stoppen na een paar uurtjes rijden bij een soort kunsthal waar ze prehistorische overblijfselen verkopen die in de stenen hun eeuwige opsluiting hebben overleefd. Het is een levendige handel en de prijzen liegen er niet om. Niemand koopt iets. Via het stadje Tinerhir en langs de vele palmgaarden gaan we naar de Gorges de Todra, een diepe kloof die een favoriete plek is van de Marokkanen zelf. Hier hebben we tijd voor de lunch in een erg toeristisch restaurant. We lopen een stuk de kloof in maar het is er bitterkoud en er ligt een boel vuilnis. Ook de plastic tasjes zijn weer overmatig aanwezig.
We rijden door de vallei naar een aantal dorpjes. Irrigatie zorgt ervoor dat de zes kleine dorpjes over een afstand van 45 km hun volkstuinen bij toerbeurt kunnen bevloeien. Een Touraeg neemt ons mee voor een tocht door de tuinen en vertelt ons rijkelijk over het leven hier in de kloof.
Tegen de avond komen we aan bij ons hotel in Boulmane "Kasbah Tizzarouine''. Het ligt mooi met uitzicht op de rivier en het Dadès-dal. Het is een kasbahbouw, leem gemengd met stro. We zitten nog steeds op 1600 meter hoogte en het is dus nog steeds fris. Het weerhoudt ons echter niet van een frisse duik in het zwembad. Om acht uur gaan we eten en het menu begint langzamerhand een beetje eentonig te worden. De Marokkaanse toeristische keuken is toch niet zo gevarieerd als we gedacht hadden.
Van Boulmane via Ouarzazate naar Zagora.
Vandaag rijden we door de streek van de duizend kashba's naar Ouarzazate. Dit is een stadje met een kleine 30.000 inwoners met een mooie Kasbah die op de werelderfgoedlijst van Unesco staat en die de Glaoui-dynastie herbergde. Dat waren pasja's die hier belasting inden, dus eigenlijk ook collaboreerden met het Franse bestuur en daarom niet geliefd waren. Veel kasbahs zijn vervallen, leem en stro vormen geen hechte wanden bij regen! . De Kasbah de Taourirt is gedeeltelijk gerestaureerd.
Onze gids is een vrouwonvriendelijke vent die wel eens even uit zal leggen hoe het vroeger ging met de vrouwen! We zien de ontvangst-, wacht-, bad- en kleedruimte en de kamer voor de favoriete vrouw en de kamers voor de rest van de harem. De vrouwen waren meestal van goede huize, waren vaak een geschenk aan de heerser. We rijden die middag door het prachtige Atlasgebergte, door het dal van de Draa. Het gebied heet ook wel de Anti-Atlas. We zien veel maanlandschappen, alles heel grillig met veel kleuren. De rivier zorgt voor groen aan de oevers en deze streek is dan ook bekend om zijn dadels. Ons hotel staat in Zagora vlak voor de poort van de oude stad. Op de binnenplaats is een zwembad en we vullen de dag met luieren en zwemmen.
Van Zagora. Naar Marrakech.
Om acht uur gaan we op weg en maken een korte stop bij het bord dat aangeeft dat de woestijnreis naar Timboektoe in Mali per kameel 52 dagen duurt. Dan rijden we naar de bibliotheek van Tamegroute, zo'n 18 km ten zuiden van Zagora. Het oudste boek in de bibliotheek is uit 1063 en is op gazelleleer geschreven. We lopen door smalle en donkere steegjes en ondervinden aan den lijve hoe de armoede hier het leven beheerst.
We rijden door naar Ouarzazate en slaan daar af naar de kasbah van Ait Ben Haddou. We rijden langs de oude Amerikaanse Atlas filmstudio's. De kasbah waar we de lunchstop maken, ligt er prachtig bij. Hij staat dan ook op de Werelderfgoedlijst van Unesco. In het dorp lunchen we in een soort vreetschuur waar het veel te druk is en de bediening het niet aankan.
We wandelen naar de kasbah waar we weer fraaie plaatjes schieten. Vanwege de warmte zoeken we echter weer snel de verkoeling op in de steegjes van het dorpje. Om 14.00 rijden we richting Marrakech. Het wordt een lange rit van 180 km waarbij we een pas over moeten. Na enkele kilometers door het dal dat mooi groen is, gaan we stijgen en draaien. Zo'n 100 kilometer haarspelden, steeds zeer kort op elkaar. Op 2260 m ligt het hoogste punt Tizi'nTichka. We stappen even uit om foto's te maken en kopen een paar stenen die binnenin vol zitten met kristallen. De chauffeur moet even tot rust gemaand worden want hij wil als een raket de berg weer af. Sommige medereizigers durven niet meer te kijken en anderen slaan al groen en geel uit. Onder in het dal drinken we koffie. Hier en daar zien we vrouwen met zware takken op hun rug de berg afkomen, vers gesprokkeld. De laatste 30 km zijn gelukkig vlak en het wordt ondertussen al donker. Om 7 uur komen we aan bij het Morrocan House Hotel. Het ligt in een kleine, smalle straat. We krijgen een kamer met een hemelbed in de stijl van de Zangeres zonder Naam en lachen ons een hoedje. Het is kunst en kitsch van de bovenste plank maar wel schoon. We dineren in het hotel en het eten is weer eens een keer goed van smaak.
Verblijf in Marrakech.
We gaan met de bus de stad in en rijden eerst naar de Menara Tuinen, 4 km ten westen van de Koutoubia Moskee, de hoofdmoskee van Marrakech. Er is een grote vijver waar karpers gevoerd worden. Van 1850 tot 1950 moesten de zeesoldaten hierin leren zwemmen! Het is nu een publiek park, vroeger alleen domein van sultans en ministers. Een gids geeft uitleg over de olijfbomen en het gebruik van de olijven.
We rijden nu naar de hoogste minaret van Marrakech. Andere gebouwen in de stad mogen niet hoger zijn. De moskee werd gebouwd aan het eind van de 12e eeuw en heet Koutoubia. Koutoubia is zichtbaar vanuit de gehele stad, erg gemakkelijk om je te oriënteren. De gebedstijden moeten altijd "live" worden aangekondigd, nooit via een bandopname. Slechts 5 % van de bevolking brengt frequent een bezoek aan de moskee, 20 % doet dat af en toe en de rest eigenlijk nooit. Tijdens de Ramadan levert het in het openbaar eten van voedsel drie maanden gevangenisstraf op.
Van hieruit gaan we naar het prachtige Bahia Paleis, waar het wemelt van de toeristen. Het paleis is een geschenk van Sultan Moulay Hassan aan de stad en was een verblijfplaats van de Koninklijke familie. Hier zien we de prachtige verblijven van de koning, die van zijn officiële vrouwen en die voor de harem. De kamers hebben prachtige cederhouten plafonds. Er zijn mooie binnentuinen en een mooie marmeren binnenplaats waar de harem kon verblijven. .
We bezoeken ook de haremschool waar de vrouwen les kregen in wetenschap en andere nuttige zaken. Hierna gaan we naar de Saadische graven.
De Saadische graven, het zijn er 66, inclusief die van Al-Mansoer, liggen in twee gebouwen die gebouwd zijn aan het eind van de 16de eeuw. Buiten de gebouwen liggen nog eens 100 graven. Na een wandeling door de straten van Marrakech komen we bij een apotheek waar we een medicijnen- en kruidenshow beleven. Als de show voorbij is, loopt iedereen weg met een tas aan kruiden en smeerseltjes waar je thuis nooit meer iets mee doet.
De rest van de dag brengen we door in de smalle steegjes van de Medina. We zien van alles maar kopen niets S'-avonds eten we gezamenlijk in een goed restaurant en nemen we alvast afscheid van onze reisleidster die prima voor ons heeft gezorgd de afgelopen dagen. De volgende dag hebben we vrij om door te brengen in de Medina en op het plein: Djemaa el-Fna. Het plein komt pas echt op het einde van de dag tot leven. Rijen openlucht restaurants en etenskramen bakken en braden, er hangt een dikke rookwalm over het plein waar er in tientallen kramen sinasappels worden uitgeperst. Er zijn vijgen- en olijvenkramen, kledingkramen, Berberaapjes, goochelaars, balletje-balletje spelers, acteergroepen, slangenbezweerders, acrobaten, muziekgroepen, bedelaars, handlezers, kaartenlezers, verhalenvertellers en ga zo maar door.
Het plein is de ultieme plek om beroofd te worden van je portemonnee en wij vinden dansende aapjes en cobra's met dichtgebonden bekken alle grenzen voorbij gaan. Als we dit niet hadden hoeven zien dan hadden we aanzienlijk meer lol beleefd aan het plein. Nu werpt het voor ons een schaduw op Marrakech. De volgende dag lopen we naar een paradijselijke tuin die vlak bij ons hotel ligt, de Jardin Majorelle. De tuin is eigendom van een trust waar onder andere Yves Saint-Laurent aan deelneemt. De tuin is ontworpen en aangelegd door de Franse schilder Majorelle die hier van 1922 tot 1962 woonde en die zijn naam leende aan de kleur die hij in het park veel gebruikte: majorel blue. Er groeien en bloeien allerlei tropische planten, cactussen en palmen. Het is echt een oase van rust in het o zo drukke Marrakech. Ergens in de middag rijden we terug naar Casablanca waar we weer intrekken in het hotel van de eerste dag. Nu hebben het geluk wel een vieze kamer toebedeeld te krijgen met een kapotte toilet en dito wasbak. Helaas is het hotel volgeboekt en moeten we het er maar mee doen.
Terugreis naar Nederland.
De volgende ochtend zijn we blij dat we ze snel mogelijk afscheid kunnen nemen van dit saaie hotel. Geen mooi eind van een zo mooie reis in dit mystieke land. Fox laat hier echt een steekje vallen! We rijden met de bus naar het vliegveld waar we lang moeten wachten om door de controle te komen. Anita krijgt ondertussen nog even een volle bak koffie over haar kleding van een douanier die weinig of geen spijt betuigt. Even later zitten we in het vliegtuig, op weg naar huis. Een kapot toilet zorgt voor een haast ondraaglijke stank en we zijn maar wat blij als we Schiphol verlaten en met de auto richting huis rijden. Een goede douche hebben we nu echt wel verdiend.
Algemene indruk van de reis.
We hadden zelf gekozen om met een groep op reis te gaan. Dit is ons prima bevallen. Voordeel blijft toch dat je onbezorgd rondtrekt en heel veel ziet in een korte tijd. Marokko verraste ons in alle opzichten. De natuurlijk is ongelooflijk mooi en doet denken aan het Zuidwesten van Amerika. De koningssteden waren bijzonder door de exotische bouwstijlen en culturele bezienswaardigheden. De nacht in de Sahara hadden we voor geen geld willen missen. Wij vonden het toeristische eten eenzijdig en het moet maar net je smaak zijn. De hotels waren soms goed en soms sober maar nooit luxe. Goed, dat weten we van Fox maar er zaten wel enkele hotelletjes tussen die iets meer moeite kunnen doen om schoon te ogen. Dat was eigenlijk het enige minpuntje. Voor de rest was het een hele aparte ervaring in een mooi, mystiek land met aardige mensen. De natuur zouden we best nog eens wat beter willen bekijken. Door het zeer drukke programma van deze 12 daagse reis, was dit voor ons genoeg, maar zeker een schot in de roos!
Voor meer informatie klik links op tips en landeninfo